Wordt de desktop een kamer?
Herbert Blankesteijn
Spraaktechnologie en handschriftherkenning zijn pas in Beet afgeserveerd
als toekomstige manieren om een computer te bedienen. Waarom worden ze dan zo
door de industrie gepropageerd? Omdat het ieder jaar moeilijker wordt iets te
vinden om de snellere processors en de grotere geheugens aan het werk te
houden. Met een Pentium II-computer met Windows 98 (onlangs door Beet op de kop
getikt voor 30 euro) kun je bijna alles doen wat een mens met een pc zou kunnen
willen, inclusief cd's branden, geluid- en fotobewerking. Spraakherkenning
daarentegen vereist een grotere machine. De industrie verwacht niet dat
spraakherkenning algemeen ingang vindt, ze hoopt het.
Dan maar een driedimensionale desktop? Recente artikelen in de vakbladen
De Ingenieur en Automatisering Gids wekken de indruk dat zoiets
voordelen zou bieden, en dat er in de branche hard aan gewerkt wordt.
Een driedimensionale desktop zie je via het normale beeldscherm: een
ruimte waar de vensters en iconen en de andere onderdelen van het normale
bureaublad een plaats hebben gekregen. Je kunt daar dan tussendoor 'lopen'
waarbij je de muis als stuurknuppel gebruikt. Door klikken en slepen kun je,
net als anders, onderdelen openen of verplaatsen.
Dit is geen fantasie. Microsoft heeft een site met een complete
presentatie [http://research.microsoft.com/ui/TaskGallery/index.htm] over een
dergelijk systeem, de TaskGallery. Er is een video te zien; daarop doet
de desktop zich voor als een soort gang of kamer, waar de geopende vensters aan
de muren hangen. De beschikbare iconen hangen ergens in de lucht, aan een soort
kapstok.
Microsoft biedt geen voorbeeldsoftware ter download aan. Dat doet wel
het Maastrichtse bedrijf Virmana, met 3Dtop [www.3dtop.com]. Dit
programma verbouwt de desktop tot een ruimte zonder grenzen, waar ergens een
rechthoekige vloer hangt als een oriëntatiepunt voor de iconen en vensters, die
in de lucht zweven. De taakbalk, met zijn opsomming van geopende vensters, is
een soort waslijn geworden waar de betreffende symbolen aan hangen. Een en
ander wordt belicht door virtuele lampen, die je zelf kunt verplaatsen,
richten, van kleur kunt veranderen, uitzetten of bijmaken.
Als deze demonstraties iets duidelijk maken, is het dat een 3D-desktop onhandig
is. Wat ver van je 'camerastandpunt' is verwijderd, kun je niet goed zien. Dan
moet je ernaartoe, wat tijd kost. Daarmee raken andere onderdelen van de
'desktop' buiten beeld, met het gevolg dat je niet meer weet waar ze zijn.
Navigeren is moeilijk. Je kunt in zes richtingen bewegen en een muis in maar
vier. Daarom zijn er allerlei knoppencombinaties nodig om de muisbewegingen van
betekenis te laten veranderen.
Ook kunnen objecten verborgen raken achter andere. Bij 3Dtop is het
zelfs mogelijk dat je een icoon per ongeluk onder de vloer verstopt. Niet
iedereen beseft misschien hoe problematisch het is dat je zo'n 3D-wereld ziet
via het platte scherm. Je ziet daardoor alleen verschil in richting, maar kunt
geen afstanden schatten. 3Dtop is wel geschikt voor gebruik in combinatie met
een 3D-bril, maar dat vereist extra, dure hardware, terwijl de andere bezwaren
niet worden ondervangen.
(Waarom is 3D bij spelletjes dan zo'n succes? Juist omdat het spel er
moeilijk van wordt! Je kunt verdwalen. Spelers en spullen raken zoek. Achter
auto's, in steegjes en achter je rug loeren gevaren. Dat maakt het spannend.
Aan die spanning heeft bij productief werk niemand behoefte.)
Een driedimensionale desktop zou een goed excuus zijn om nóg zwaardere,
nóg ingewikkelder software op de markt te brengen, nóg lastiger om mee te leren
werken en met nieuwe mogelijkheden om de computer te laten crashen. Een
stimulans voor de economie, kortom. Maar het platte bureaublad is handiger,
overzichtelijker, werkt en leert sneller, mede omdat scherm en muismat zelf ook
plat zijn. If it ain't broke, don't fix it. Geen wonder dat er aan de
demo's van Microsoft en 3Dtop al anderhalf jaar niets wezenlijks is veranderd.