Pen vervangt muis, niet toetsenbord
Herbert Blankesteijn
Bijna iedereen die in 2002 met een computer werkt, gebruikt een
toetsenbord, een muis, en een monitor met daarop afbeeldingen van iconen en
vensters. Deze combinatie is in het begin van de jaren 80 geďntroduceerd door
Apple en rond 1990 definitief populair gemaakt door Microsoft.
De aanval op deze succesvolle combinatie is al een tijdlang op drie
fronten gaande, namelijk op het gebied van handschriftherkenning,
spraaktechnologie en de driedimensionale inrichting van het beeldscherm. Het
zijn allemaal technieken waar goeroes hoog van hebben opgegeven en die nog
altijd een zonnige toekomst wordt voorspeld. Beet gaat ze een voor een
behandelen, om te beginnen de handschriftherkenning.
Het was halverwege de jaren 80 dat Beet voor het eerst zelf mocht spelen
met een handschriftherkennende computer. Het systeem verschilde niet veel van
de huidige: een tablet dat de bewegingen van een pen kon waarnemen, de pen zelf
natuurlijk, en het scherm. Het tablet en het scherm waren van elkaar
gescheiden, en zo is dat bij pen-invoer op pc's nog steeds. In veel hedendaagse
zakapparaatjes, zoals de organizers of PDA's (personal digital assistants),
kun je rechtstreeks op het scherm schrijven, wat iets handiger is.
Helaas, handschriftherkenning bevalt niet. Meer dan vijftien jaar na de
eerste commerciële pogingen voert geen sterveling op een pc tekst in met een
pen. De Newton van Apple, een wondertje van techniek, gokte zwaar op
handschriftherkenning en is mede daardoor geflopt. Wil handschriftherkenning
goed werken, dan moet de software de hanepoten van de gebruiker leren
ontcijferen, en dat kost de gebruiker tijd en moeite. Niemand heeft daar zin
in. Zelfs als het omzetten van krabbels in tekst goed zou werken, blijft tikken
op een toetsenbord altijd sneller.
Zo onhandig is handschriftherkenning, dat bezitters van een moderne PDA
er geen gebruik van maken. Gelukkig kun je bij deze recente apparaten kiezen
voor een 'virtueel toetsenbord' - een afbeelding van een toetsenbordje op het
scherm. Wanneer je met het pennetje een letter aanwijst, wordt deze letter op
de plaats van de cursor in de tekst gezet. Het is te vergelijken met typen met
één vinger. Zelfs dát, zo wijst de harde praktijk uit, werkt prettiger dan
handschrift invoeren. De pen-met-aanraakscherm is, tussen haakjes, in dit soort
aanwijstaken handiger dan de muis. Dat is een van de redenen dat moderne PDA's
zo makkelijk te bedienen zijn.
Beet heeft in het verleden, voordat deze rubriek bestond, wel geschreven
dat handschriftherkenning een niche zou vinden bij toepassingen in het
veld (bijvoorbeeld meteropnemers en wetenschappers), waar een toetsenbord
moeilijk kan worden meegenomen of neergezet, maar neemt dat nu terug. Ook onder
die omstandigheden wordt het niks, omdat een virtueel toetsenbord handiger is.
Na enige tijd gespeeld te hebben met verschillende PDA's heeft Beet vrij
hoge verwachtingen van het virtuele toetsenbord. Het typt langzamer dan een
normaal keyboard, maar het verschil is niet zo groot als het lijkt. Wie een
tekst verzint achter de pc, zit vaak te denken, te suffen of uit het raam te
kijken. Snel kunnen tikken is dan geen voordeel. Een Porsche is in een stad vol
stoplichten niet zoveel sneller dan een fiets. Beet vermoedt dat het schrijven
op een PDA met een virtueel toetsenbord RSI zou kunnen voorkomen en bestrijden.
Je kunt in een leunstoel zitten en je gebruikt andere spieren, pezen en
gewrichten, terwijl je bijna even productief bent.
Microsoft propageert op het ogenblik de tablet-pc, een kruising tussen
een notebook en een PDA. Een scherm ter grootte van een A4-tje, en verder
alleen weggewerkte electronica. De eerste berichten luiden dat de
handschriftherkenning slecht werkt, en niet eens kan leren. Het lijkt erop dat
MS er zelf niet al te veel vertrouwen in heeft - en terecht. De pen zal vooral
de muis vervangen, en alleen voor een enkeling het toetsenbord.