Nieuw wapen tegen spam
Herbert Blankesteijn
Het klimaat voor nieuwe internetbedrijfjes mag ongunstig zijn; iemand
met een fijne neus kan nog altijd mooie nieuwe markten vinden. Een van die
vruchtbare terreinen is: het uitroeien van spam. Een startup genaamd
Cloudmark staat klaar met antispamsoftware volgens een (voor de commerciële
sector) nieuw principe.
Van verschillende kanten hoor ik dat de laatste maanden het spammen
merkbaar is toegenomen, en dat is ook mijn eigen ervaring. De strijd tegen spam
wordt op verschillende niveaus gevoerd. Wetgeving zit in Europa en in de VS in
de pijplijn; in de VS gelden in verschillende staten al anti-spamwetten. Daarin
is bijvoorbeeld bepaald dat een spambericht een werkend antwoordadres moet
bevatten, en met de letters ADV als reclame herkenbaar moet zijn.
Maar internetgebruikers moeten zelf ook wakker blijven. Ondanks wetten
zullen spammers het blijven proberen. Als gebruiker kun je twee dingen doen:
voorkomen en filteren.
Voorkomen doe je door je niet te wagen in chatboxen en geen berichten te
posten in nieuwsgroepen, of door in de software die je daarvoor gebruikt een
vals mailadres in te vullen. Bij het instellen van deze programmatuur voer je
namelijk je adres in; dit wordt bekend gemaakt aan lezers van de bijdragen die
je levert. Spammers zetten computerprogramma's in om in chatboxen en
nieuwsgroepen mailadressen te 'oogsten'. Een veel gebruike verdediging is, het
mailadres in je software te voorzien van een of meer extra tekens zoals
sterretjes, die door mensen herkend en
weggelaten kunnen worden. De extra tekens brengen programma's die naar
bruikbare mailadressen speuren op een dwaalspoor. Op dezelfde manier kun je een
maillink op je homepage iets verminken. Het is meer moeite voor de bezoeker,
maar je belandt niet in spambestanden.
Het wordt over het algemeen afgeraden op spam te reageren met
afmeldingen en protesten, want dan weet de spammer dat het adres werkt. Uit een
recent onderzoek van de Amerikaanse Federal Trade Commission is gebleken dat
reageren de zaken in elk geval niet erger maakt. Hartveroverend is het gratis
programmaatje Bounce Spam Mail (BSM, ay.home.ml.org) dat de afzender van spam
een gefingeerde retourmail stuurt alsof je mailadres niet bestaat. Als het
mailadres van de spammer zelf wél bestaat, is dat de moeite waard om te
proberen, en zonder risico.
Filters instellen, zodat spam automatisch wordt weggegooid, doe je met
je normale mailprogramma. Wat in bijvoorbeeld Eudora een filter heet, heet in
Outlook Express een 'berichtregel', maar de werking is hetzelfde. Voer veel
voorkomende afzenders in, en kreten uit onderwerpregels als 'money' en 'adult'.
Om mail aldus te filteren, moet ze eerst zijn opgehaald. De
telefoonkosten zijn dan al gemaakt. Gelukkig is het mogelijk op afzender en
onderwerpregel te filteren voor de mail binnenkomt. Je moet daarvoor een
programma installeren dat de mail onderzoekt die op de server van je
internetaanbieder staat te wachten, en de spam voor het ophalen kan weggooien.
Eventuele attachments komen dan ook niet mee. Het handigste programma hiervoor
is SpamBuster (http://www.contactplus.com). In dit programma kun je de criteria
voor spam zelf aanvullen. Dat kost allemaal wel weer tijd.
Het zou handig zijn als providers spam konden verwijderen, maar dat
durven ze niet. Ze zijn bang mail ten onrechte te verwijderen. Het nieuwe
product van Cloudmark is een programma dat spam identificeert aan de hand van
de gegevens van een netwerk. Als één van de deelnemende providers een
spambericht identificeert en verwijdert, worden de kenmerkende gegevens, zoals
afzender, onderwerpregel en sleutelzinnen, aan het netwerk doorgegeven. Alle
deelnemers kunnen dan automatisch alle soortgelijke mailtjes wissen. Dergelijke
software bestaat al in de niet-commerciële sfeer (zie spamassassin.sourceforge.net...
), maar is niet bestemd voor consumenten-pc's.
Het is te hopen dat deze of andere software zo goed functioneert dat
providers een belangrijk deel van de spam willen gaan tegenhouden. Want voor
veel internetters is mailen langzamerhand niet leuk meer.