Wat het daglicht niet kan verdragen

Herbert Blankesteijn

 

Toen deze rubriek nog in druk verscheen, heb ik het in de achtste aflevering gehad over anoniem surfen. Surfen is een betrekkelijk passieve activiteit, die je kunt stellen tegenover het actief verspreiden van informatie op internet, zoals het bijhouden van een site. Is het mogelijk dat anoniem te doen?

 

Wie onder normale omstandigheden een homepage publiceert, is opspoorbaar. De homepage is meestal direct gekoppeld aan de gebruikersnaam bij de provider. In dat geval weet de provider wie de eigenaar is (uitgezonderd sommige gratis providers, die abonnementen uitreiken aan iedereen die de moeite neemt een fantasienaam en -adres in te tikken op hun site) en kan justitie deze informatie zonodig opeisen.

 

In andere gevallen is de homepage onder dak bij een aanbieder van webspace, schijfruimte op internet. Dit kunnen Amerikaanse bedrijven zijn, zoals Yahoo!, Fortunecity of Homestead. Het opsporen is dan moeilijker, maar is in principe te doen. Bij het bijwerken van de informatie op de homepage zal de computer van de afzender altijd zijn IP-nummer prijsgeven, een soort universeel internetadres van vier groepen van maximaal drie cijfers (IP staat voor Internet Protocol). Dit nummer verraadt in elk geval de provider waar is ingelogd. Wie tot elke prijs anoniem wil blijven moet zijn informatie publiceren vanaf een openbare plaats, zoals een internetcafé, een universiteit of een bibliotheek, maar moet dan oppassen zulks niet elke week op dezelfde tijd en plaats te doen.

 

Dit geldt ook voor publiceren in nieuwsgroepen. Het IP-nummer van de afzender blijft hoe dan ook achter in de logfiles (archiefbestanden) op de computers die de gepubliceerde informatie ontvangen. Menige cybervandaal of verspreider van kinderporno is zo tegen de lamp gelopen.

 

Vrijwel gegarandeerd anoniem is Freenet, een project waarvoor vrijwilligers de software schrijven. Freenet is permanent in het experimentele stadium. Informatie is te vinden op http://freenet.sourceforge.net/. Download daar de gratis software (binnenkort versie 0.5) en je bent op slag een node van Freenet. Dat wil zeggen: zelf ben je deelnemer en je computer is een van de knooppunten geworden. Het is daarvoor wel zeer gewenst dat je computer in permanente verbinding staat met internet, zoals op de site van Freenet wordt uitgelegd. Modemgebruikers hebben op Freenet niet zoveel te zoeken.

 

Freenet, niet te verwarren met Freedom uit aflevering 8, is gebaseerd op aantrekkelijke ideeën. Zo stellen de 'nodes' een deel van hun harde schijf ter beschikking aan de gemeenschap. Al deze kleine beetjes samen vormen de opslagruimte van Freenet. Wat daarop staat wordt gecodeerd en is ook voor de eigenaar van de harddisk niet te ontcijferen. Informatie ophalen of versturen gaat via een aantal nodes. Elke node kent alleen de laatste node waar de aanvraag vandaan kwam. De bron of de bestemming kent niemand. Bestanden die veel worden gezocht, verplaatsen zich in de richting van de meeste aanvragen; bestanden die niet in trek zijn verdwijnen uiteindelijk. Zo neemt de efficiëntie toe. Het is niet mogelijk met opzet informatie te verwijderen. Freenet reageert op pogingen in die richting door dergelijk materiaal te verplaatsen en te vermenigvuldigen.

Sympathiek allemaal, en daar komt bij dat de software 'open source' is: iedereen kan bijdragen, alle programmatuur is gratis en de broncode is openbaar. De verkregen anonimiteit biedt bijvoorbeeld mensen bescherming die om politieke redenen worden vervolgd, of vervolgd zouden worden.

De keerzijde is, dat de anonimiteit van Freenet ook onverlaten bescherming biedt, zoals makers van virussen, verspreiders van (kinder)porno, piraten van software en muziek, terroristen, fascisten. Het enge is: door mee te doen aan Freenet stel je delen van je eigen computer ter beschikking aan zowel de goede als de slechte kant van Freenet. Het is of je een kamer van je huis afstaat zonder te weten of daar zieken zullen worden genezen of moorden gepleegd. Er zijn doeltreffender manieren om goed te doen.