Struisen lonken niet meer

Herbert Blankesteijn

 

De vorige Perplex, over watermonsters, was nog warm toen de hoofdrolspeler een IgNobelprijs bleek te hebben gewonnen, de satirische pendant van de Nobelprijs. Behalve monsterjager is Charles Paxton namelijk co-auteur van een publicatie uit 1998 in British Poultry Science over avances van struisvogels jegens mensen. Hij verwijst naar medelaureaat Charles Deeming, die trots is op de onderscheiding. 'Het is tenslotte een internationaal erkende wetenschappelijke prijs,' zegt deze met een royale lach.

 

Deeming heeft een eigen bedrijf in Hatchery Consulting & Research in Lincolnshire. 'Destijds werkte ik op een struisvogelboerderij in Oxfordshire. Het viel me op dat de struisvogels, als je bij het hek kwam staan, paringsgedrag vertoonden.'

 

Blijkens de publicatie van Deeming en Paxton knielt een mannetje daarbij, klappert met zijn vleugels en beweegt zijn nek van links naar rechts. Als vrouwtjes lonken, doen ze dat door de kop laag te houden, met de snavel te klapperen, en daarbij ook op een karakteristieke manier te klapwieken.

 

'Ze stonden zich uit te sloven als je bij het hek stond,' vertelt Deeming. 'Keek je van een afstandje, dan deden ze dat niet. Het leek een reactie op mensen. Met geld van een Amerikaanse onderzoeksinstelling hebben we aangetoond dat dat inderdaad het geval was.'

 

Als er mensen in de buurt waren (de turvende bioloog stelde zichzelf hiervoor ter beschikking) kwam het paringsgedrag beduidend vaker voor dan wanneer de onderzoekers zich verdekt opstelden en er alleen struisvogels voorhanden waren. Een concurrerende struisvogelfarm werd bezocht om te controleren of de vogels daar dezelfde neiging vertoonden. En dat deden ze.

 

'Struisvogelboeren konden zo gaan denken dat hun vogels seksueel actief waren en voor veel bevruchte eieren zouden zorgen, terwijl er in werkelijkheid niets gebeurde,' aldus Deeming. 'De schade door dit misverstand had gigantisch kunnen zijn.'

 

Dat is nou eens onderzoek met praktische relevantie. Dus Deeming heeft dat misverstand kunnen wegnemen? 'Nee, want de struisvogelindustrie was al ingestort. Er waren mensen ingestapt die uit waren op snelle winst. Er werd te weinig geïnvesteerd in de teelt, en ook te weinig in marketing. Ik werd bedankt voor mijn diensten, en toen ben ik maar voor mezelf begonnen.'

 

En er lagen nog zoveel interessante vragen. Want waaróm zouden hitsige struisvogels mensen benaderen en niet hun soortgenoten? 'Imprinting' is volgens Deeming een mogelijkheid. Dat is het effect waardoor jonge eendjes na hun geboorte het eerste wat ze zien als moeder beschouwen. Struisvogelkuikens hebben daar geen last van, maar Deeming houdt het voor mogelijk dat dit verschijnsel later toch de kop opsteekt. 'Er was op onze boerderij in Oxfordshire één struis die opgegroeid was zonder mensen in de buurt, en die gedroeg zich helemaal normaal. Ik ben ook op een farm in Zuid-Afrika geweest, en daar kwam het fenomeen niet voor.' Struisvogeleieren op Europese commerciële boerderijen worden bij de ouders weggehaald omdat anders een paar het bij een stuk of tien eieren laat. Worden de eieren kunstmatig uitgebroed, dan kan de productie oplopen tot veertig per seizoen.

 

Een alternatieve verklaring zit in andere onnatuurlijke omstandigheden. Deeming: 'Als je struisvogels met een paar honderd bij elkaar zet, krijg je vanzelf paarvorming. Zet je die paren daarna apart, dan krijg je een goeie productie van bevruchte eieren. Maar op de boerderijen in Engeland die ik heb gekend, zetten ze meestal een mannetje en twee vrouwtjes bij elkaar binnen een hek, in de hoop op hoge opbrengst. Als het mannetje dan met een van de vrouwtjes iets wilde, probeerde het andere vrouwtje dat te verhinderen en kwam er niets van terecht. Als we een van de vrouwtjes weghaalden, lukte het opeens wel.'

 

Imprinting of seksuele nood door jaloezie? Het zullen speculaties moeten blijven. Deeming blijft beschikbaar voor struisonderzoek ('Vooral de eieren zijn fascinerend - zo gróót, anderhalve kilo en zestien cm!') maar ziet het er niet meer van komen. 'In Zuid-Afrika gaat het goed met de struisvogelteelt maar elders zal het moeilijk blijven. In Engeland is nog maar een tiental farms over. De meeste mensen willen, na het debacle van de jaren '90, niets meer met struisvogels te maken hebben.'