De ober en de fooi
Herbert Blankesteijn
Een ober, serveerster of barman die zoveel mogelijk fooien wil, heeft
hiervoor een heel assortiment aan technieken. De wetenschap onderzoekt ze een
voor een. De essentie: wees aardig.
'Ik onderzoek vormen van manipulatie. De voet-tussen-de-deur-techniek
van verkopers bijvoorbeeld. Of de voet-in-de-mond-techniek. Of…'
Hier moeten we Nicolas Guéguen, gedragspsycholoog aan de universiteit
van Zuid-Bretagne in Vannes, even onderbreken. Voet-in-de-mond?
'Die truc bestaat eruit dat je klanten welkom heet met "Hoe gaat
het met u?" Als je dat onderzoekt, blijkt dat mensen die naar hun
welbevinden is gevraagd, makkelijker geld uitgeven.' Dit is in overeenstemming
met Nederlands onderzoek van lang geleden naar de beleving van horecabezoek.
Worden ze netjes welkom geheten, dan is hun oordeel over het verblijf
aanzienlijk gunstiger dan wanneer dit ceteris paribus niet gebeurt.
Bij Guéguen gaat het om harde valuta. Hoe maximaliseert een café zijn
omzet? Guéguen heeft vastgesteld dat muziek helpt. Naarmate het tempo van de
muziek in het etablissement stijgt (tot 120 beats per minute in elk
geval), stijgt ook de drankconsumptie.
Daarnaast verdiept hij zich in fooien. De hoeveelheid onderzoek die
hiernaar al is gedaan, is immens. Zo is bekend dat de kwaliteit van de
dienstverlening er weinig toe doet. Ook de kwaliteit van eten en drinken heeft
weinig invloed op de hoogte van de fooi. Voorspelbaar genoeg vallen de fooien
wel hoger uit als de zon schijnt.
Gelukkig is de klant toch manipuleerbaar. Een ober of serveerster die
zich voorstelt en/of glimlacht, vangt meer dan een die dat niet doet (is dat
eigenlijk kwaliteitsverhogend?). Ook het tekenen van een 'smiley' of het
krabbelen van een korte tekst als 'Dank u' op de rekening levert geld op. In de
VS wetenschappelijk bewezen en gequantificeerd.
'Ik ben daardoor geïnspireerd geraakt,' vertelt Guéguen, zelf overigens
geen groot cafébezoeker. 'Het meeste van dit onderzoek is gedaan in landen waar
fooien gebruikelijk zijn, zoals de VS. In Frankrijk zijn de omstandigheden
anders. Bedienend personeel krijgt een minimumloon en bediening is in de prijs
van de consumpties inbegrepen. De klanten weten dat, daarom zijn fooien
zeldzaam.'
Guéguen koos voor onontgonnen gebied: wat zou het effect zijn van een zonnetje,
getekend op de rekening? In Psychological
Reports (2000) wordt het experiment minutieus beschreven: op drie
achtereenvolgende dagen met vrijwel identiek mooi weer, werden klanten
onderzocht die in een bepaalde gelegenheid een espresso bestelden - uiteraard
zonder dat ze daar zelf weet van hadden. De vier obers en twee serveersters
wisten er wel wat er gaande was, maar
niet of de klant een rekening met zonnetje kreeg ('met een oppervlakte van ca.
1,5 cm2 en gelokaliseerd ongeveer een cm onder het totaal van de rekening').
Die rekening werd namelijk opgemaakt door de barman. Een van tevoren opgestelde
random lijst bepaalde welke klant een zonnetje kreeg. De rekening lag
onder een schoteltje zodat de bediening het eventuele ornament niet kon zien.
Wat je noemt dubbelblind en placebo-gecontroleerd.
De klanten mét zonnetje gaven bijna twee keer zo vaak een fooi (37,7 %
vs. 20,7%) als de klanten zonder, en ook was het bedrag van de fooi een hoger
percentage van de rekening. Of er door een man of een vrouw werd bediend maakte
niet uit. Aangemoedigd door dit succes is Guéguen verder gegaan. Een gedrukt
kaartje bij de rekening met een mopje erop, heeft vrijwel hetzelfde effect:
tweemaal zoveel klanten geven fooien; het gemiddelde bedrag per fooi stijgt van
ongeveer vijftien naar 20 tot 25 procent van de rekening. Je vraagt je af wat
er gebeurt als alle fooiverhogende technieken tegelijkertijd worden toegepast.
Het beste advies dat je horecapersoneel kunt geven is waarschijnlijk:
verras de klant met vriendelijkheid. Wat die vriendelijkheid moet inhouden zal
per land verschillen. Dit soort verschillen gaat Guéguen nu onderzoeken door
experimenten uit de VS in Frankrijk te herhalen. De glimlach is zijn volgende
doelwit, en ook de aanraking heeft zijn belangstelling. Zo'n benadering van de
klant zal in Nederland waarschijnlijk minder op prijs worden gesteld. Voor
zover valt na te gaan ligt ons land in fooiwetenschappelijk opzicht nog
volledig braak.