De ultieme computer

Herbert Blankesteijn

 

Veel bezwaren van de personal computer zijn verholpen in de moderne zakcomputer, die in de zakenwereld al is ingeburgerd. Visioenen van goeroe's van tien jaar terug worden werkelijkheid.

 

Het is sinds de geboorte van de bureaucomputer altijd een steen des aanstoots geweest: de noodzaak om het apparaat voor gebruik op te starten. Dat kostte vroeger tientallen seconden; bij sommige moderne netwerkversies van Windows is een opstarttijd van een minuut of tien normaal. Iedere winst, bijvoorbeeld bij de introductie van harde schijven ter vervanging van diskettes, werd teniet gedaan door de expansie van de computer, die de starttijd weer verlengde.

 

Waarom kun je een computer niet uitzetten en bij inschakelen de volgende dag het scherm aantreffen precies zoals je het hebt achtergelaten? Dat heeft te maken met de prijs van verschillende soorten geheugens. Bureaucomputers hebben zoveel geheugen nodig dat dit alleen betaalbaar is met goedkoop dynamisch geheugen. Dit heeft een belangrijk nadeel: als de stroom wegvalt is de inhoud van het geheugen ook weg. Geheugen dat geen permanente stroomtoevoer nodig heeft, statisch geheugen, is duurder.

 

Oplossingen hiervoor waren altijd lapmiddelen. In de stand-by stand gaat alles op een laag pitje; een minimale stroomtoevoer onderhoudt het geheugen zodat de computer snel kan worden gewekt. In de slaapstand wordt de toestand van het systeem, inclusief openstaande vensters en niet opgeslagen werk, in een groot bestand op de harde schijf gezet. De stekker kan eruit en bij inschakelen brengt een betrekkelijk korte opstarttijd het systeem terug zoals het werd verlaten. Het blijft behelpen.

 

Sluipenderwijs heeft zich een generatie computers aangediend zonder al deze nadelen. Uit de organizer, een digitale agenda annex adressenboek, is voortgekomen de palmtop, (vest)zakcomputer, pda, of hoe hij heten mag. Deze apparaatjes waren en zijn klein. Ze hoefden aanvankelijk weinig te kunnen; de geheugenbehoefte was gering en er kon dus statisch geheugen in.

 

Ook de organizers zijn gegroeid - in vermogens en enigszins in omvang. Ze hebben tegenwoordig kleurenschermen, die meestal aanraakgevoelig zijn en met een pennetje worden bediend. Ze hebben Windows-achtige besturingssystemen en Office-achtige kantoorsoftware. Er is een infraroodpoort voor communicatie met telefoons en notebooks, en niet te vergeten met andere pda's. Dat maakt het uitwisselen van documenten een fluitje van een cent. Er zijn uitbreidingssleuven, voor een netwerkkaart of extra geheugen.

 

Maar dat geheugen is nog altijd statisch. De pda zet je uit en hij is uit, binnen een seconde. Je zet hem aan en hij is aan, binnen een seconde, en je bent precies waar je was gebleven. Nooit hoeft hij de drivers voor zijn grafische kaart te laden of zijn schijven te identificeren. Schijven hééft hij niet eens.

 

Omdat data en programma's niet op schijf staan maar in relatief snel vast geheugen, in feite werkgeheugen, kennen programma's nauwelijks opstarttijd. Je tikt op de icoon van een toepassing en hij staat op het scherm. Het helpt natuurlijk dat alle software voor deze systemen klein is - 1 MB is al behoorlijk groot. Veel programma's zijn speciale uitgeklede versies van bekende kantoorsoftware, zoals Office en Windows zelf.

 

Die eenvoud zullen veel mensen als weldadig ervaren. Talloos zijn de klachten over pc-software met eindeloos veel features, die nooit worden gebruikt en alleen maar in de weg zitten. Software voor de pda is feature-arm. Installatie van een programma is veelal een kwestie van het transporteren van één bestand. Vastlopen is een zeldzaamheid, al krijgt iedere volgende, meer gecompliceerde versie deze kunst beter onder de knie. Maar zelfs bij een catastrofale crash is reanimatie eenvoudig. Een pda-bezitter wordt min of meer gedwongen regelmatig te 'synchroniseren' met een pc, wat wil zeggen dat de pc en de pda elkaars bestanden vergelijken en elkaar de meest recente versie toespelen van elk bestand. Dus als de pda alle data kwijt is, staan de gegevens van de laatste synchronisatie nog altijd op de pc, en omgekeerd. Dat mag je overigens een nadeel vinden, dat de pc als moederkloek fungeert en dus nog niet kan worden afgedankt.

 

Tijd om een paar nadelen te noemen van de zakcomputer. Hoewel je de gekste documenten kunt aanmaken, zoals teksten, spreadsheets en presentaties, geldt niet What you see is what you get. Dat zal niet gebeuren ook, zolang je geen normaal beeldscherm op een pda kunt aansluiten. De recent geïntroduceerde tablet-pc heeft wel een volwassen scherm, maar is niets anders dan een in een plat beeldscherm verstopte pc, met alle gebruikelijke problemen van dien.

 

>>KADER Tablet-pc

 

In november hebben Microsoft en een handvol computerfabrikanten de tablet-pc geïntroduceerd. De tablet-pc lijkt in het gebruik op een pda: het scherm is het enige zichtbare onderdeel, de bediening gebeurt met een pen, en hij is geschikt voor gebruik terwijl men staat. Het is een wonder van techniek, met voorzieningen als geavanceerde handschrift- en spraakherkenning, draadloos netwerk, en speciale software die het papieren notitieblok moet vervangen.

 

Technisch is het een normale pc, met vluchtig geheugen en een harde schijf waarop de programma's en de data staan. Hoewel Microsoft scherpe specificaties heeft opgesteld voor de opstarttijd en de gebruiksduur op een acculading, blijft het een pc die je moet opstarten en afsluiten met tijdrovende procedures. Het gewicht is vergelijkbaar met dat van een notebook, anderhalf tot twee kilo, wat aan de zware kant is voor ambulant gebruik. Sommige modellen van de tablet-pc, zoals die van HP en Acer, zijn zelfs aangepaste notebooks, waarvan je het scherm 'binnenstebuiten' kunt draaien.

 

De prijs komt overeen met die van luxe notebooks, en de tablet-pc past hoe dan ook niet in de vestzak.

 

EINDE KADER<<

 

Een ander nadeel is de tekstinvoer. Standaard gebeurt dat met een of andere vorm van handschriftherkenning, of met een 'virtueel toetsenbord' waarbij je met het pennetje letters aanwijst. Er zijn wel min of meer normale toetsenborden te koop, die opvouwbaar of oprolbaar zijn, maar die zijn in de tas zeker twee keer zo groot als de hele pda. Er bestaat zelfs een projecteerbaar toetsenbord - hoewel het toetsenbord zelf dan uit 'niets' bestaat, is er wel projectieapparatuur nodig. Ook hebben sommige pda's, standaard of als accessoire, microtoetsenbordjes waarop het met de duimen vrij vlot typen is.

 

Een zakcomputer is moeilijker uit te breiden dan een pc. Een bureaucomputer is eindeloos vol te proppen met extra geheugen, uitbreidingskaarten en interne of externe schijfeenheden, zoals cd-branders. Een representatieve pda heeft twee uitbreidingssleuven; als die vol zijn is verwisselen het enige wat erop zit.

 

Daar staat weer tegenover dat de pda zelf steeds verder wordt uitgebreid, zodat de bezitter van een recent exemplaar opruiming kan houden in zijn tas of koffer. De agenda en het adressenboek kunnen eruit. Als er genoeg geheugen is toegevoegd kan de walkman weg omdat er mp3-muziek uit de computer komt. En bij de nieuwste exemplaren wordt zelfs een gsm-telefoon ingebouwd. Niet alleen kan zo de aparte mobiele telefoon worden afgeschaft, ook kan de pda nu praktisch overal draadloos internet op - daar heb je de pc dus niet meer voor nodig.

 

Dus u wilt een pda? Dan wordt het tijd te gaan nadenken over de vraag: wat voor pda? Waar het tot nu toe in dit verhaal leek of het om één genre apparaten ging, moet nu worden toegegeven dat de ene pda de andere niet is. De verschillen uiten zich vooral bij het mobiele internetten en de combinatie met gsm-functies.

 

Op het gebied van 'echte' pda's heb je twee besturingssystemen, namelijk Pocket PC van Microsoft en Palm OS (Operating System), die elk door een x-aantal fabrikanten worden geleverd. Naast zakcomputers met telefoonfuncties, heb je inmiddels ook telefoons met een kleurenscherm en iets Windows-achtigs. Ook hier bestaan vele soorten apparaten, software en bijbehorende gsm-abonnementen. Zelfs voor de consument die weet wat hij wil valt het niet mee de juiste combinatie van eigenschappen te vinden.

 

>>KADER Windows voor de telefoon?

 

Voorheen hadden telefoons menu's die iets verschilden; vanaf nu moeten consumenten zich realiseren dat de telefoon ook een besturingssysteem heeft. De vraag 'Windows, Linux of Mac?' krijgt nu ook een equivalent in de telefoonwereld.

 

Smartphone van Microsoft is een soort Windows voor mobiele telefoons, compleet met een mediaspeler, een mail- en chatprogramma en regelmatige updates. Telefoons met Smartphone hebben een uitbreidbaar geheugen en een makkelijke koppeling met de pc. Smartphone wordt inmiddels ingevoerd in een aantal Europese landen, in combinatie met abonnementen van Orange. Nokia, Motorola, Ericsson en Siemens gokken op een ander systeem, Symbian, met vergelijkbare mogelijkheden. En dan is er natuurlijk i-mode, Vodafone Live (een i-mode-achtig systeem van voorheen Libertel), en er is de Blackberry, een buitenbeentje met een ingebouwd qwerty-toetsenbord dat door O2 uitsluitend aan bedrijven wordt geleverd.

 

Al deze systemen hebben hun eigenaardigheden, al groeien ze naar elkaar toe. Met een i-modetelefoon heb je (nog) geen agenda. Met de Blackberry kun je (nog) niet bellen of surfen, wel mailen en sms-en. Vervelend voor wie zijn zinnen zet op een bepaald apparaat, is dat ze vaak gekoppeld zijn aan providers. Zoals je met Blackberry vastzit aan O2, zo zit je met i-mode vast aan KPN en met Smartphone voorlopig aan Orange (in Nederland Dutchtone). De tarieven, meestal per MB, zijn veel te hoog. Voor de consument is alleen een vast bedrag per maand acceptabel. Vooralsnog biedt alleen Orange dat aan.

 

EINDE KADER<<

 

En niet alleen de consument heeft het er moeilijk mee. Door de veelheid aan schermformaten staan makers van sites voor de vraag of ze aparte versies moeten uitbrengen voor i-mode, Smartphone, Symbian, talrijke waptelefoons en pda's, allemaal met verschillende kleureigenschappen. Dit naast de veelheid aan besturingssystemen, browserprogramma's en schermformaten waar ze op het gewone web al rekening mee moeten houden. Het valt te hopen dat er enige natuurlijke selectie gaat plaatsvinden. Wie gewone websites wil bekijken moet het grootste scherm kopen dat er is, bijvoorbeeld een iPaq van HP. Maar zelfs dan is het behelpen.

 

Verder moet de mensheid nog uitvinden wat handiger is: typen op een telefoon, of een pda aan je oor houden. Waarschijnlijk komt er op termijn iets anders uit de bus, bijvoorbeeld draadloze headsetjes voor alle genres apparaten. Het Bluetooth-systeem dat hier ideaal voor is, wordt in snel tempo een standaardvoorziening in telefoons en pda's. Met een Bluetooth-printer kun je dan je documenten uitprinten uit de pda, zonder tussenkomst van een pc. Met een service zoals Orange die inmiddels aanbiedt in Engeland, waarbij de Smartphone draadloos kan worden gesychroniseerd bij de provider, vervalt alweer een rol van de pc.

 

En aangezien voor de apparaten die hier zijn beschreven maximaal de prijs van een goedkope pc moet worden betaald, opent dat voor de nabije toekomst perspectieven voor de consument. Lach niet meer om de voorspellingen van de goeroes van tien jaar terug, die zeiden dat we op het strand onze digitale krant zouden lezen. Het worden waarschijnlijk spelletjes, moppen, trivia en vieze plaatjes, of op z'n best verkeersinformatie voor de reis terug, maar draadloos 'informatie' consumeren zullen we. Denk aan wat het gros van de Nederlanders ooit zei van zowel de pc thuis als de mobiele telefoon:

 

'Zo'n ding hoef ik niet.'