Jij zoon van een dominee!

Herbert Blankesteijn

 

Eind oktober maakten de meeste kranten melding van het initiatief van Trouw om een bijeenkomst van domineeskinderen te organiseren. Om dit evenement wetenschappelijk luister bij te zetten deed godsdienstsocioloog prof.dr. Hijme Stoffels van de VU een onderzoek. Daaruit werd door dezelfde kranten driftig geciteerd. Uit NRC Handelsblad  bijvoorbeeld: '…De Matthäus Passion is de onbetwiste favoriet. De VPRO is de meest genoemde omroep. Het dagblad Trouw wordt het meest gelezen. Wijn is de domineeskinderendrank bij uitstek. En de favoriete cabaretier: domineeszoon Freek de Jonge.'

 

Voor de goede orde: het gaat hier om domineeskinderen van alle leeftijden, niet speciaal om de jeugd.

 

Zulke samenvattingen in de krant maken nieuwsgierig. Gelukkig is het integrale onderzoeksverslag opgenomen in een bundeltje, 'Land van domineeskinderen,' dat ter gelegenheid van de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk is verschenen. Daarin staan bovendien verhalen van en over beroemde domineeskinderen, zoals Geert Mak, Freek de Jonge, Harmen Siezen en Cisca Dresselhuys. Het onderzoek behelsde een enquête. Domineeskinderen die zich geroepen voelden, konden reageren op advertenties in verschillende kranten en tijdschriften en mochten een vragenlijst invullen.

 

Nu is de enquête als wetenschappelijk instrument enigszins verdacht, zeker als er nieuwsmedia in de buurt zijn. Een krant of omroep die nieuws wil maken, houdt gauw even een peiling. Het idee voor de enquête kwam inderdaad van Trouw. Alle reden om eens kritisch naar het onderzoek te kijken.

 

Wie is bijvoorbeeld domineeskind? Schrijver dezes is zoon van een dominee die wel voorging in diensten, maar niet daarmee zijn brood verdiende. Nooit in een "pastorie" gewoond dus, een begrip dat in het onderzoek een rol speelt. Het onderzoeksverslag zegt: 'Als domineeskinderen beschouwden wij allen die zich in die aanduiding zouden herkennen.' Is dat niet wat gemakzuchtig? Onderzoeker Stoffels: 'We hadden eerst wel een definitie. Iets als "Iedereen die geboren is in een gezin waarvan een der ouders gedurende het grootste deel van zijn jeugd het ambt van predikant heeft uitgeoefend." Dat zou kinderen buitensluiten van dominees die op latere leeftijd het ambt zijn gaan vervullen. Uiteindelijk dachten we dat die zichzelf ook minder snel als domineeskind zouden beschouwen. Het criterium dat we hebben gekozen is subjectief, maar wel makkelijk. De advertentie hoefde lang zo ingewikkeld niet te zijn over wie wel of niet mocht meedoen.'

 

Je bent domineeskind als je je domineeskind voelt, daar komt het dan op neer. Er is geen controle geweest op de afkomst van de respondenten. Iedereen die een geloofwaardige vragenlijst opstuurde, deed mee. Alleen een paar lijsten die overduidelijk nonsens bevatten, zijn weggegooid. Stoffels: 'Zo had iemand als geboortedatum 1999 ingevuld, als geslacht man én vrouw, en als beroep souteneur en prostituée.' Een deel van de vragenlijsten, Stoffels schat een derde tot de helft, werd per mail ingediend. Een zwak punt van dit kanaal, meer nog dan wanneer de post wordt gebruikt, is dat mensen zonder veel moeite meer dan één keer kunnen deelnemen. De ervaring met enquêtes via internet leert, dat deze nogal eens bedorven worden door georkestreerde reacties, en dat het geen overbodige luxe is te controleren of de respondenten wel bestaan. Ook tegen deze vorm van vervuiling was geen bescherming. 'Bij de open vragen zou het opvallen, als dezelfde serie antwoorden vaak opdook,' aldus Stoffels. 'Tenzij ze natuurlijk daar steeds andere antwoorden zouden invullen.'

 

Het vertrouwen in de eerlijkheid van de respondenten is waarschijnlijk gerechtvaardigd als het allemaal domineeskinderen zijn, maar daar gaat het nu net om. Stoffels maakt zich niet ongerust over de geldigheid van de resultaten. 'Stel dat er een procent ruis bij zit, dan maakt dat voor de einduitslag geen bal uit.' Het moet gezegd, het feit dat de geënquêteerden in groten getale zijn verschenen in de Nieuwe Kerk, pleit in zijn voordeel.

 

Daarmee zijn we er nog niet. Peilingen kampen altijd met het probleem van zelfselectie. Het duidelijkste voorbeeld is het (fictieve) onderzoek, per vragenlijst, naar de houding van het publiek tegenover vragenlijsten. Laten alle respondenten daar nu gek op blijken te zijn! In reële gevallen ligt deze kwestie meestal wat subtieler, maar toch. Stoffels heeft zelf in de publiciteit opgemerkt dat de zwartekousenkerken ondervertegenwoordigd waren, en dat moet invloed hebben gehad. Het is altijd moeilijk daarvoor te corrigeren, omdat je moet weten hoe groot de slecht reagerende groep is, en wat voor meningen of eigenschappen daar heersen. Om dat te weten te komen zou je ze willen enquêteren…

 

Stoffels: 'Je kunt vaak wel kijken binnen het materiaal dat je hebt, of daar grote verschillen zijn. We hebben bijvoorbeeld meer vrouwen dan mannen. Dan kijk je of die groepen zich sterk van elkaar onderscheiden. Dat valt wel mee. Maar de eerlijkste formulering is: de percentages die uit het onderzoek naar voren komen zijn indicaties voor tendensen. Het kan in werkelijkheid best een paar procent meer of minder zijn.'

 

De interpretatie van de uitslagen door de lezer van de krant of van het boekje is lastig. Dat GroenLinks de grootste partij is, Trouw de favoriete krant en de VPRO de meest geliefde omroep zegt iets, omdat elke lezer ongeveer weet hoe deze organisaties ervoor staan bij de algemene bevolking (het verslag vermeldt dat Trouw een thuiswedstrijd speelt, maar niet dat de lage score van de Telegraaf er verband mee kan houden dat niet in de Telegraaf is geadverteerd). Onder "godsgeloof" vermeldt het onderzoeksverslag, blijkbaar uit parate kennis, dat domineeskinderen gemiddeld iets meer ontkerkelijken dan andere kinderen uit protestantse milieus. Maar wat moet je met de informatie over automerken, vrijetijdsbesteding, favoriete muziek en lekkerste drankjes? Deze zouden betekenis hebben in een vergelijking met de algemene Nederlandse bevolking, maar die ontbreekt.

 

'Dat zou een ander soort onderzoek vergen,' bevestigt Stoffels. 'Het is subjectieve informatie, maar wel zinvol. Als ze zichzelf bijzonder vinden, en zich daarnaar gedragen, dan is dat een sociologisch feit. Natuurlijk kun je je afvragen hoe het zit met kinderen van criminelen, politieagenten, schippers, burgemeesters, diplomaten en notarissen, maar dat wordt dan een ander verhaal. Dat moet iemand anders maar vertellen.'

 

Daar moeten kranten voor te porren zijn.

 

Land van domineeskinderen, Rainbow/Trouw, ISBN 90-417-0394-2, € 6,-