Open source - middel tegen alle kwalen

Herbert Blankesteijn

 

Hier had een gratis artikel kunnen staan, over precies hetzelfde onderwerp: open source. Open source is informatie die gratis ter beschikking wordt gesteld, zodat mensen hierop kunnen voortbouwen en de informatie zelf kunnen verbeteren. De voornaamste voorwaarde is, dat nieuw werk dat op deze manier ontstaat, ook weer als open source moet worden gepubliceerd.

 

Op 2 februari publiceerde New Scientist een artikel over dit onderwerp. Bij wijze van stunt is dit artikel zelf als open source gepubliceerd. Iedereen mag dit stuk herpubliceren, zelfs in gewijzigde vorm, als het open source blijft.

 

'Open source' is een term uit de softwareindustrie. De meeste software wordt verspreid en verkocht als uitvoerbare bestanden: bestanden die als programma door de computer kunnen worden uitgevoerd. Een programma is een lijst opdrachten aan de computer, maar hoe deze lijst - de broncode - er uitziet is niet te zien aan het uitvoerbare bestand. Dit uitvoerbare bestand is te vergelijken met de enen en nullen op een audio-cd (afspeelbare muziek); de broncode van het programma komt dan overeen met de partituur.

 

Wanneer software als open source wordt gepubliceerd, worden er naast uitvoerbare bestanden ook files met de broncode beschikbaar gesteld - alsof bij een cd ook bladmuziek wordt meegegeven. Het programma kan zo worden verbeterd of aangepast. Veel beroemde software is open source: Linux (besturingssysteem), OpenOffice (kantoorsoftware gebaseerd op StarOffice), Mozilla (browser gebaseerd op Netscape), The Gimp (grafisch pakket), OggVorbis (geluidcompressie) en TeX (tekstverwerking). Hoewel de indruk kan ontstaan dat met open bron-materiaal alles mag, gelden er juist vrij strenge regels: door het gebruik van open source verklaar je je akkoord met een specifieke licentie. Vaak is dat de GPL: de General Public License, die op talloze plaatsen op internet is te vinden en die bijvoorbeeld het gebruik van Linux regelt. Er zijn ook alternatieven: de minder strenge Lesser General Public License hoort bij het alternatieve besturingssysteem FreeBSD.

 

Open bron is niet strijdig met geld verdienen. Talrijke bedrijven verkopen een selectie van Linux-software, zoals uitgevers boeken op de markt brengen met literaire werken waarvan de rechten zijn vervallen. Als een werk vrij is van auteursrecht kun je het best verkopen - je kunt alleen een ander niet beletten om hetzelfde te doen.

 

Om het principe van open source uit te leggen is het softwarebedrijf OpenCola op de proppen gekomen met een frisdrank met dezelfde naam: een colavariant waarvan de 'broncode', ofwel het recept, openbaar is. Iedereen mag dit recept gebruiken, aanpassen en de cola die daar het gevolg van is verkopen, als eventuele nieuwe informatie maar weer vrij van rechten wordt gepubliceerd. Open source gaat over informatie en over rechten. OpenCola is overigens een succes. De blikjes worden via internet bij tienduizenden verkocht, helaas alleen in de VS. Het bedrijf OpenCola wordt inmiddels meer met fris geassocieerd dan met programmatuur, wat ook weer niet de bedoeling was.

 

Toch is het verbazingwekkende succes van open source niet commercieel van aard. Het is een technologisch, of misschien wel sociaal-maatschappelijk wonder. Een vormeloze meute auteurs, overwegend eigenwijs en onaangepast, waarvan de meeste elkaar nooit zien en niet met elkaar communiceren, heeft genoeg zelforganiserend vermogen om een extreem complex product te maken, dat de commeriële concurrentie naar de kroon steekt.

 

De gedachte dat dit principe ook op andere terreinen zou kunnen werken, ligt voor de hand. Er zijn verschillende open source-licenties voor andersoortige werken. Er is een Design Science License, een Free Art License, een Open Audio License en een Open Music License. De laatste bestaat zelfs in vier varianten: groen, geel, rood en regenboog, de een wat strenger dan de ander.

 

Het is de vraag wat een dergelijke regeling voor muziek of beeldende kunst kan betekenen. Wat een verbetering is, en waar de grens ligt tussen geïnspireerd zijn door, gebruik maken van, en kopiëren, is hier veel minder duidelijk dan bij software of tekst. Grafiek is makkelijk via internet te verspreiden, maar hier is moeilijk onderscheid te maken tussen 'bron' en 'werking'. Bij muziek kan dit wel, maar veel van de artiesten die publiceren onder een open bron-achtige licentie nemen niet de moeite om een partituur te publiceren. Het blijft bij de muziek zelf (als RealAudio- of mp3-bestanden), te vergelijken dus met een uitvoerbaar computerbestand. Slechts in een enkel geval vinden we bijvoorbeeld akkoordenschema's of teksten. Over het algemeen maakt de muziek geen wereldschokkende indruk; vaak klinkt het regelrecht amateuristisch.

 

Op andere gebieden lijkt het open source-principe beter te werken, maar komen er weer andere bezwaren bovendrijven. Het OpenLaw-initiatief aan de universiteit van Harvard is een soort gedepersonaliseerde advocaat. Geïnteresseerde jursiten bediscussiëren alle mogelijke aspecten van een zaak op een openbare site. De resultaten worden in werkelijke rechtszaken gebruikt, en met succes. De kans dat dingen over het hoofd worden gezien vermindert, maar een belangrijk nadeel is dat de tegenpartij alle argumenten van tevoren kan inzien.

 

Er zijn ook twee open source-encylopediën. Bij Nupedia kan iedereen artikelen insturen; deze worden door deskundigen gecontroleerd. Bij een geplaatst artikel wordt vermeld wie de referenten zijn. Het probleem hier is het enthousiasme van de contribuanten. Na twee jaar heeft Nupedia nog maar 25.000 van de gewenste 60.000 artikelen. Het alternatief Wikipedia groeit sneller: 19.000 stukken in een jaar tijd. Maar deze 'encyclopedie' kent dan ook de curieuze regel dat iedere bezoeker van de site pagina's mag toevoegen en zelfs bestaande pagina's mag veranderen. Daar staat tegenover dat het verschil met de vorige versie kan worden opgevraagd. Hoe dan ook, de open source encyclopedieën genieten niet het komeetachtige succes van bijvoorbeeld de zoekmachine Google.

 

Een voorbeeld waar het open bron-idee zou kunnen werken is fabricagetechnologie. Hier is een sterke analogie met software: er is een proces en er is een reeks voorschriften die eraan ten grondslag ligt. Of een proces werkt, of is verbeterd, is min of meer objectief vast te stellen. Er is een 'Open Source Community on Manufacturing Knowledge', maar deze heeft het merkwaardige doel kolonieën in de ruimte te stichten. De groep wil fabricagetechnologieën verzamelen, maar voorbeelden zijn op de site niet te vinden. De conclusie kan niet anders zijn dan dat het open source-systeem nog nergens zo eclatant werkt als in de ontwikkeling van software.

 

 

 

Open source licenties:  http://www.eff.org/IP/Open_licenses/open_alternatives.html
Open Cola: http://www.thinkgeek.com/stuff/caffeine/drinks.shtml

www.opencola.com/products/3_softdrink/formula.shtml

Muziek: http://openmusic.linuxtag.org/

http://aperio.free.fr/work.fr.html (met akkoorden en midi-files!)

http://www.openmusicregistry.org/artists.html

Open Law: http://eon.law.harvard.edu/openlaw/

Manufacturing Knowledge: http://www.kurtz-fernhout.com/oscomak/methods.htm