WC-wetenschap
Herbert Blankesteijn
Wetenschap is voorspellen.
Voorbeeld: het wordt straks herfst. Zonder gekheid, dat is wetenschap. Uit een
reeks waarnemingen een voorspelling destilleren, geschraagd door een
onderliggende theorie. Zo'n theorie heb ik óók - iets over de helling van de aardas
en de beweging van de aarde rond de zon. Komt de voorspelling niet uit, dan
gaat mijn theorie overboord.
Nog een voorspelling. Weldra
komt het vakblad Service Management weer met een onderzoek naar de
hygiëne van 's lands openbare toiletten. Treinen, sportkantines, campings,
restaurants. Mijn theorie is dat ze dat tot in lengte van dagen blijven doen,
want het is altijd goed voor een kadertje in een of andere krant, en levert dus
publiciteit op voor je periodiek. Een nevenvoorspelling is, dat het met de
hygiëne in de dit jaar gekozen sector weer prut zal zijn, zoals ook het
jaarlijkse onderzoek naar de
beantwoording van e-mail door bedrijven, door het Tijdschrift voor
Multimedia onveranderlijk treurige resultaten oplevert.
Treurig en prut, maar ten opzichte
van wat? Waarom zou mail sneller beantwoord moeten worden dan gewone post?
Misschien zijn er tien wachtenden voor u, en misschien moet er iemand worden
geraadpleegd die een vrije dag heeft. Als is er natuurlijk geen excuus voor
géén reactie.
Zo is er ook geen excuus voor
poep op de muur, maar verder verbazen de resultaten van Service Management
me ieder jaar weer door hun onwetenschappelijkheid. Ze vinden véél microben op
deurkruk, kraan en bril, (altijd het minst op de bril) en op de ene lokatie nóg
meer dan op de andere, maar het relevante vergelijkingsmateriaal ontbreekt
steevast.
Als ik even pedant mag zijn:
in 1985 heb ik het al geschreven in Trouw: onderzoek nou eens de
toiletten bij mensen thuis, want we mogen de wc's op de camping en in de trein
alleen vies te vinden als ze meetbaar, kwantificeerbaar viezer zijn dan in de
privésfeer. En vergelijk dat weer met andere oppervlakken waar we níet vies van
zijn, zoals het struikje waarachter we hurken, het aanrecht, de vaatdoek, en
het bureau.
Ik noem die laatste drie niet
voor niets. In 1998 bleek uit onderzoek aan de universiteit van Arizona in
Tucson, gesponsord door een fabrikant van bleekmiddel, dat snijplankjes in de
keuken per vierkante cm drie maal zoveel microben herbergen als de wc-bril, en
vaatdoeken een miljoen maal zoveel. Ook het aanrecht, de kraan en de gootsteen
waren altijd viezer dan de bril - al kunnen daar agressievere bacteriën zitten.
Dit jaar heeft Tucson wederom
toegeslagen, door het kantoor onder de loep te nemen. Telefoons en bureaus zijn
het viest: 400 maal zoveel micro-organismen als de wc-bril. En ook muizen en
toetsenborden zijn viezer (hebben die van u ook van die zwarte korsten?). De
bril komt opnieuw het schoonst uit de bus van twaalf onderzochte oppervlakken.
Zo hoort dat, dat is
wetenschap. En ik voorspel dat Service Management zich er niets van
aantrekt.