Onkwetsbaar WTC

Herbert Blankesteijn

 

Pas zag ik op de BBC een documentaire over de ondergang van het World Trade Center. Een knap staaltje werk, zo kort na de ramp - archiefmateriaal van de bouw, beelden van de ramp zelf, en eindeloos veel animaties die toonden hoe de gebouwen in elkaar zaten en wat er kapot ging. Daarbij werd minutieus onderscheid gemaakt tussen de twee vliegtuiginslagen. De eerste maakte vooral de kern van de getroffen toren kapot, de tweede de buitenkant. Ook dit werd uitvoerig zichtbaar gemaakt: aan de ene kant de manier waarop de vliegtuigen de gebouwen troffen, aan de andere kant de manier waarop de torens instortten. Veel uitvergrote en vertraagde videobeelden; het werd bijna mooi. Het was verder een verademing zoveel informatie over 11 september te krijgen zonder dat ook maar één keer de uitdrukking 'zich boren in' werd gebezigd.

 

Een indrukwekkend programma. Je zou het boze vermoeden krijgen dat ze een half jaar voor de catastrofe alvast met de productie zijn begonnen. In ieder geval hoop ik dat de Nederlandse televisie het nog eens uitzendt (tegen beter weten in, want een herhaling van Lingo is goedkoper) of dat het als video op de markt komt.

 

Hinderlijk was de overwoestbaar optimistische boodschap: de volgende keer blijft ons gebouw staan. Het WTC was bestand tegen een botsing met het grootste vliegtuig van tóen, werd vergoelijkend opgemerkt. Aan al die kerosine hadden we niet gedacht, maar straks doen we dat wel. Uitvoerig werd geanalyseerd hoe de brandwerende coating van de staalconstructie bij de inslagen was weggeblazen. Dit werd bevestigd in interviews met de enige twee mensen die van boven het getroffen niveau van de tweede toren zijn ontsnapt, via een deels intact gebleven trap. Het gebruik van gipsplaat werd gehekeld: wel licht, maar niet sterk genoeg. Cut naar citaat van een inzittende van een vastgeraakte lift, die met de blote handen een gat in een wand had gemaakt om te ontsnappen.

 

Hadden de torens dan kunnen blijven staan? 'Misschien,' zei een expert. 'Waarschijnlijk' was er meer tijd geweest voor evacuatie en redding.

 

Dit miskent dat er bij elke constructie een graad van geweld te verzinnen valt die de constructie vernielt, en dat vernielen altijd goedkoper is dan opbouwen. De ontwerper moet rekening houden met alle denkbare onheil. Achteraf kennen we de zwakke plek en speelt geld geen rol, maar tijdens de bouw ligt dat anders. De terrorist heeft het makkelijk: het gebouw is een gegeven, hoe krijgen we dat kapot? Of: welk gebouw kan het makkelijkst kapot? Keus genoeg.

 

Wat dat betreft heeft bij mijn weten nog niemand opgemerkt dat je pas een vliegtuig in een gebouw kunt parkeren als het voldoende boven de omgeving uitsteekt. Dát willen Amerikanen niet horen, en ingenieurs en architecten ook niet. Intussen worden de kwetsbare plekken die de volgende ramp mogelijk maken op dit moment jammerlijk over het hoofd gezien.