Kadaver
Herbert Blankesteijn
Toen ik hoorde van het gekloonde katje Cc, was het konijn Flop al een
paar maanden dood. Ik greep een schop, beende de tuin in en begon te spitten.
'Wat moet dat,' grauwde het konijn toen ik zijn overblijfselen had
bereikt. 'Wou je m'n graf verschonen of zo?'
'Er zijn nieuwe kloontechnieken,' pufte ik, met de schop nog in
aanslag. 'In Amerika kun je al materiaal inleveren van je favoriete huisdier. Het
is een kwestie van tijd of je kunt commerciëel een kloon bestellen. En ik mis
je, dus ik wou mijn geluk maar eens beproeven.'
'Volgens mij is mijn houdbaarheidsdatum wel verstreken,' verklaarde het
kadaver met het sarcasme dat ik zo goed kende. 'Waar in deze verrotte massa
dacht jij nog bruikbaar DNA te vinden?'
'Wat haar misschien. Of anders een botje. Die dingen noemen ze altijd
als het gaat over mammoeten tot leven wekken.'
'En wat wilde je daarmee dan bereiken? Je weet toch wel dat een kloon
gewoon een ander individu is, net als een tweelingbroer? Ik blijf dood hoor.'
'Jawel,' wierp ik tegen, maar je zou er toch ongeveer hetzelfde uitzien
en hetzelfde karakter hebben. Het gaat om het idee.'
'Gelul,' snoof Flop. 'Merk je niet dat je het hebt over “mij”? Daar
begint het mee. Ik kom niet terug. Je solliciteert naar een teleurstelling.'
Ik zweeg, dus het konijn vervolgde: 'Karakter heeft meer met opvoeding
te maken dan met genen. En alles wijst erop dat klonen vroeg verouderen - vraag
maar aan het schaap Dolly. Dus mijn kopie zou jong kreupel worden. Dat is
mishandeling op termijn. En heb je niet gelezen dat die kat helemaal niet lijkt
op zijn origineel? De precieze tekening van z'n vacht ontstaat niet alleen door
genen. Toeval, omgevingsfactoren. Dat geldt voor mij ook.'
'Je bent nogal op de hoogte,' trachtte ik de discussie meester te
worden. 'Ja, wat verwacht je,' was het antwoord. 'Anders verveel ik me dood.'
Ik prikte de schop in het gazon, op zoek naar een adequate reactie.
Flop was me weer voor. 'Heb je niet allang een ander?'
'Oh, Bunny. Dat is anders. Bunny is heel anders dan jij.'
'Mijn kloon is ook heel anders dan ik. Het is een illusie; je wilt
terug naar een tijd die voorbij is. Wees blij dat je geen kind kwijt bent. Dáár
zijn ze voor aan het oefenen, om de ultieme illusie op de markt te brengen.
Lijkenpikkers zijn het. Over tien jaar is het zover. Dat heb ik uit betrouwbare
bron.'
'Dus je doet niet mee?' probeerde ik zonder overtuiging. 'Natuurlijk
niet. Aan mijn lijk geen polonaise. En wil je me nu weer toedekken?'
Flop draaide zich om in zijn graf. 'Wens Bunny sterkte van me, met zo'n
baas.'
En met tranen in de ogen begroef ik mijn konijn voorgoed.