Falen is de norm
Herbert Blankesteijn
Waarom falen zoveel topmensen
en managers in het bedrijfsleven? Quinty Danko stelde die vraag twee weken
geleden voorin Intermediair, en suggereerde dat het zou helpen als er
meer vrouwen leiding zouden geven.
Zelf heb ik andere ideeën
over falend leiderschap. Als freelancer kom ik in veel bedrijven en praat ik
met mensen op wat zo industrieel 'de werkvloer' heet. (Het valt me op dat de
gesprekken normaler en ontspannener worden naarmate de functies en de
salarissen lager zijn.) Altijd fulmineren ze over het management en spreken ze
met zoveel woorden en met schijnbaar goede argumenten over wanbeleid.
Deels is dit hetzelfde
reflexmatige geklaag als over het weer, het verkeer en de belasting. Mensen
moeten ergens over zeiken. Voor een ander deel is het misschien gebrek aan
inzicht. Wie zelf geen leiding geeft, heeft daar mogelijk niet de capaciteiten
voor en kan of wil zich niet verplaatsen in de positie van de chef. Als er
werkelijk iets mis is, kan het aan mensen op 'de werkvloer' zelf liggen - wie
ligt er niet graag dwars als hij z'n zin niet krijgt - maar geven ze graag een
ander, liefst de baas, de schuld.
Maar het valt inderdaad op
dat veel, vooral grote, bedrijven slecht functioneren. Quinty Danko noemt de NS
en Laurus. Ik zou daar Philips aan willen toevoegen, waar elke nieuwe leider de
helft van zijn tijd nodig heeft om de tweede helft van het werk van zijn
voorganger ongedaan te maken. Mijn theorie is als volgt. Grote bedrijven zijn
complex en moeilijk bestuurbaar. Mensen die dat kunnen zijn dun gezaaid.
Iedereen weet dat bij benoemingen vaak andere factoren een rol spelen dan
capaciteiten. Facties of bloedgroepen tevreden stellen, ongewenste personen de
weg versperren, noem maar op. Niet iedereen die op een bepaalde functie terecht
komt, heeft daar dus de gaven voor. De meeste mensen hebben die niet; denk aan Peter's
Principle, dat zegt dat mensen promoveren totdat ze een functie bereiken
die ze niet aankunnen. Alleen de betrokkene zelf denkt meestal van wel.
De voorbeelden liggen voor
het oprapen. Jan Timmer. Roel Pieper. Louis van Gaal. Tineke Netelenbos. (Vrouwen falen
zelden omdat ze zelden leiding geven). Ik geloof dat mensen in leidinggevende
functies maar wat doen, soms pakt dat goed uit, en de mensen bij wie het
toevallig goed uitpakt worden uitzonderlijke eigenschappen toegedicht.
Vervolgens vertillen ze zich glorieus aan hun volgende baantje. Falen is niet
bijzonder; falen is de norm. Goed leiderschap is het uitzonderlijke
verschijnsel waarvoor we een verklaring moeten zoeken als we het aantreffen.
Waarschijnlijk heeft het meer te maken met rugwind dan met geslacht, talent of
vaardigheden. De grootste wijsheid zie ik bij mensen als Eckart Wintzen en Jef
Rademakers, die zich na een groot succes terugtrekken. Tweemaal slagen als
leider, zoveel geluk heeft niemand.