MultiMediaColumn
Herbert Blankesteijn.
Het moet de nieuwe melkkoe
worden van de telecomindustrie: mms. Dat staat voor multimedia message
service, sms met plaatjes of geluid. Sms is een onverwachte klapper geweest
voor de telecombedrijven. Vooral de jeugd smst zich suf. De winstmarge op die
20 eurocent per bericht is bijna honderd procent. Dat smaakt naar meer!
Of mms een succes wordt staat
te bezien. Hoe vaak heb ik iemand een plaatje te sturen? Plaatjes versturen kan
al per mail. Met mijn digitale camera maak ik dagelijks foto's. Die zet ik
allemaal op mijn harde schijf, dus ik hoef nauwelijks extra moeite te doen om
ze te mailen. Vandaag heb ik dat maar eens gedaan: een collega heb ik het
uitzicht uit mijn raam gestuurd.
Feest bij die collega, dat
snapt u. Het laatst verstuurde fotootje daarvóór kan ik me niet heugen.
Wonderlijk: het kost geen geld en geen moeite, en toch doe ik het niet. Zou het
kunnen dat het geen nut heeft? En zou ik het dan gaan doen voor twee
eurokwartjes per keer, het mms-tarief, met nog slechtere foto's? Als ik op
vakantie ongeremd naar huis ga mms-en, ben ik blut voor het zuipfeest 's avonds
begint.
Huiskamervraag: Wat zijn
volgens jullie de voors en tegens van mms?
Uiteraard wordt dat gedoe met
plaatjes per telefoon nóg makkelijker doordat de voor mms geschikte
telefoontoestellen met een minicamera worden geleverd. Maar mag ik dan opmerken
dat ik dat juist als een drempel ervaar? Ik heb inmiddels zes mobiele telefoons
en ik hoef er niet nóg een.
Huiskamervraag 2: Wie ziet
er een grote toekomst voor mms?
Wat zou het succes van mailen
zijn geworden als je alleen had kunnen mailen met abonnees van je eigen
provider? Stel dat je alleen had kunnen bellen met klanten van je eigen
telefoonbedrijf? Dat is de stand van zaken met mms. Als je iets stuurt naar een
abonnee van de concurrentie, moet de ontvanger dat plaatje of geluidje via
internet gaan ophalen, doorgaans met een pc. Handig! Ik voorspel, nee ik wéét,
dat mms niks wordt zolang niet alle providers en makers van toestellen één
standaard gebruiken.
Deze column verschijnt ook
in het weeekblad Intermediair.