Open source - muziek,
frisdrank en advocaat
Herbert Blankesteijn
Open source is informatie die
gratis ter beschikking wordt gesteld, zodat mensen hierop kunnen voortbouwen en
de informatie zelf kunnen verbeteren. De voornaamste voorwaarde is, dat nieuw
werk dat op deze manier ontstaat, ook weer als open source moet worden
gepubliceerd. Het fenomeen is bekend uit de softwarewereld, maar in allerlei
onwaarschijnlijke gebieden, bijvoorbeeld de kunst, wordt er ook mee
geëxperimenteerd
Op 2 februari publiceerde New
Scientist [www.newscientist.com] een artikel over dit onderwerp. Bij wijze van
stunt is dit artikel zelf als open source gepubliceerd. Iedereen mag dit stuk
herpubliceren, zelfs in gewijzigde vorm, als de nieuwe publicatie maar open
source blijft. Door het gebruik van open source verklaar je je akkoord met een
specifieke licentie, bijvoorbeeld de GPL: de General Public License [www.gnu.org/copyleft/gpl.html] die het gebruik van
Linux regelt.
Open
bron is niet strijdig met geld verdienen. Talrijke bedrijven verkopen een
selectie van Linux-software, zoals uitgevers boeken op de markt brengen met
literaire werken waarvan de rechten zijn vervallen. Als een werk vrij is van
auteursrecht kun je het best uitgeven en verkopen in een mooie doos - je kunt
alleen een ander niet beletten om hetzelfde te doen.
Om
het principe van open source uit te leggen is het softwarebedrijf OpenCola
[www.opencola.com/products/3_softdrink/formula.shtml] op de proppen gekomen met
een frisdrank met dezelfde naam: een colavariant waarvan de 'broncode', ofwel
het recept, openbaar is. Iedereen mag dit recept gebruiken, aanpassen en de
cola die daar het gevolg van is verkopen, als eventuele nieuwe informatie,
zoals verbeteringen van het recept, maar weer vrij van rechten wordt
gepubliceerd. OpenCola is overigens een succes. De blikjes worden via internet
bij tienduizenden verkocht via de site Thinkgeek
[www.thinkgeek.com/stuff/caffeine/drinks.shtml], helaas alleen in de VS.
De
gedachte dat dit principe ook op andere terreinen zou kunnen werken, ligt voor
de hand. Er zijn verschillende open source-licenties voor andersoortige werken.
Er is een Design Science License, een Free Art License, een Open Audio License
en een Open Music License [http://www.eff.org/IP/Open_licenses/open_alternatives.html].
De laatste bestaat zelfs in vier varianten: groen, geel, rood en regenboog, de
een wat strenger dan de ander.
Huiskamervraag
2: Wie kent nog meer open source-initiatieven?
Het is de vraag wat een
dergelijke regeling voor muziek of beeldende kunst kan betekenen. Grafiek is
makkelijk via internet te verspreiden, maar hier is moeilijk onderscheid te
maken tussen 'bron' en 'werking'. Bij muziek kan dit wel, maar veel van de
artiesten die publiceren onder een open bron-achtige licentie nemen niet de
moeite om een partituur te publiceren. Het blijft bij de muziek zelf (als
RealAudio- of mp3-bestanden), te vergelijken dus met een uitvoerbaar
computerbestand.
Het OpenLaw-initiatief aan de
universiteit van Harvard [http://eon.law.harvard.edu/openlaw] is een soort
gedepersonaliseerde advocaat. Geïnteresseerde jursiten bediscussiëren alle
mogelijke aspecten van een zaak op een openbare site. De resultaten worden in
werkelijke rechtszaken gebruikt, en met succes. De kans dat dingen over het
hoofd worden gezien vermindert, maar een belangrijk nadeel is dat de
tegenpartij alle argumenten van tevoren kan inzien.
Er zijn ook twee open
source-encylopediën. Bij Nupedia [www.nupedia.com] kan iedereen artikelen
insturen; deze worden door deskundigen gecontroleerd. Bij een geplaatst artikel
wordt vermeld wie de referenten zijn. Het probleem hier is het enthousiasme van
de contribuanten. Na twee jaar heeft Nupedia nog maar 25.000 van de gewenste
60.000 artikelen. Het alternatief Wikipedia [www.wikipedia.com] groeit sneller:
19.000 stukken in een jaar tijd. Deze encyclopedie kent de curieuze regel dat
iedere bezoeker van de site pagina's mag toevoegen en zelfs bestaande pagina's
mag veranderen.
Een voorbeeld waar het open
bron-idee zou kunnen werken is fabricagetechnologie. Hier is een sterke
analogie met software: er is een proces en er is een reeks voorschriften die
eraan ten grondslag ligt. Of een proces werkt, of is verbeterd, is min of meer
objectief vast te stellen. Er is een 'Open Source Community on Manufacturing
Knowledge' [http://www.kurtz-fernhout.com/oscomak/methods.htm]. Deze heeft
het merkwaardige doel kolonieën in de ruimte te stichten. De groep wil
fabricagetechnologieën verzamelen, maar voorbeelden zijn op de site niet te
vinden. De conclusie kan niet anders zijn dan dat het open source-systeem nog
nergens zo eclatant werkt als in de ontwikkeling van software.
Huiskamervraag 2: Op welk gebied behalve software zou open source nu
echt kunnen werken?