Digitale
sterren
Herbert
Blankesteijn
Als
ik iets moest schrijven over digitale acteurs - filmsterren die alleen in de
computer bestaan - zou ik er knorrig over doen. Ik zou beweren dat we al
tientallen jaren kunstmatige acteurs hebben in Betty Boop, Popeye, Donald Duck,
Fred Flintstone, Tom en Jerry, en noem maar op. Verder dat digitale imitaties
van mensen misschien natuurgetrouw ogen, maar dat ze geen levensechte emoties
vertonen. Het blijft allemaal van plastic. Het is niet voor niets dat de meest
geslaagde geanimeerde karakters, uit de computer of van de tekentafel,
fantasiefiguren zijn. Denk aan Sneeuwwitje en je denkt aan die leuke dwergen.
Sneeuwwitje zelf is een karakterloze Barbiepop. Aladdin idem dito. De geest en
de papegaai stelen de show; Aladdin en de prinses zijn van bordkarton. Toy
Story, de eerste geheel met de computer gemaakte film, laat voor de zekerheid
de mensen helemaal buiten beeld. Tenslotte zou ik zeggen dat je aan een
computerwereld altijd vooral de tekortkomingen ziet. Ook in Shrek, uit de stal
van Steven Spielberg, blijkt dat weer.
Huiskamervraag 1: Wat is je
favoriete kunstmatige filmfiguur?Het mag er een zijn uit de computer (Buzz
Lightyear) of een ambachtelijk getekende (D. Duck). Waarom?
Ik
zou me daarmee wel enigszins klem lullen. Donald Duck en Fred Flintstone en de
poes Tom waren al heel goed in het vertonen van emoties, en veel menselijke
acteurs zijn er slecht in. Het feit dat de digitale wereld er kunstmatig
uitziet, is voor spelletjesfanaten geen enkel bezwaar. En was Walking with
Dinosaurs niet juist schokkend echt? En ziet Shrek er kunstmatig uit omdat je
het wéét, of……
Maar
ik kan me de moeite besparen. Digitale acteurs zijn al geflopt. Nieuwslezeres
Ananova is te zien op haar eigen site (www.ananova.com) sinds medio 2000, maar
ze is geen bedreiging voor menselijke presentatoren. Toen ze werd
geïntroduceerd werd me gevraagd of de menselijke presentator nu zijn langste
tijd had gehad. Onzin natuurlijk. Zo'n Ananova is misschien handig voor de
nachtdienst, maar ze kan moeilijk een vraaggesprek gaan voeren. Ik heb niet van
alle menselijke nieuwslezers of presentatoren een hoge pet op, maar ik weet
zeker dat ik bij het kijken naar een computergegenereerde anchor voortdurend het gevoel zal hebben dat ik word geflest. Het
zegt verder genoeg dat Ananova helemaal nergens navolging heeft gevonden. Geen
enkel televisie- of zelfs maar radioprogramma, geen enkele website ook, heeft
er brood in gezien zo'n fantasiefiguur in te zetten.
Ongeveer
hetzelfde geldt voor de digitale popzanger E-Cyas (uit eind 1999,
www.e-cyas.com) en zijn vrouwelijke opvolger Tmmy (2001, www.tmmy.co.uk).
Eventjes leuk, even een gimmick, en dan blijkt dat er niks aan is. De maten en
gezichten zijn ontworpen na marktonderzoek. De levensloop is verzonnen. E-Cyas
is een Leeuw, heeft schoenmaat 43, houdt van motorfietsen en surfen en van de
schrijver Aldous Huxley. Hoe verzinnen ze het. Ananova hield van Mozart, maar
haar cv kan ik op op ananova.com gelukkig niet meer vinden. Er is bij zo'n
personage alleen een verleden en geen tegenwoordige tijd, dus geen heftige
relaties of wangedrag in hotels. Niks om over te roddelen, geen live optredens.
Voor het publiek valt er niets te beleven, en de muziek is ook al niets
bijzonders. Digitale popsterren, presentatoren en acteurs hebben geen ballen.
Huiskamervraag 2: Wie ziet
er iets in digitale artiesten? Waarom?
Bovendien
merken de producenten, denk ik, dat het met een pop die alleen bestaat uit
pixels lastig werken is. Hij of zij kan moeilijk een persconferentie geven. Hoe
krijg je zo in vredesnaam publiciteit? Het opnemen van een videoclip is een
heidens karwei. Hoe laat je een digitale pop smachtend, mysterieus of verbaasd
kijken? Omdat de artiest zelf niets wil moet alles in vergaderingen met de
marketingafdeling worden beslist. Met mensen, hoe eigenzinnig ook, bereik je
sneller resultaat. En ze zijn zeker zo goedkoop te vervangen.