De Multimediale Dagindeling

Herbert Blankesteijn

 

Elke dag sta ik op om zeven uur. Ik raap de krant op, en ga lezen en ontbijten tegelijkertijd. Om half acht ga ik me opfrissen en aankleden. Daarbij staat de radio aan. Ik kies voor de lokale of de regionale zender. Van acht tot half negen inspecteer ik de teletekstberichten op de twintig buitenlandse kanalen. Heerlijk; of je op vakantie bent.

 

Dan is het tijd voor opinie. Elke dag één weekblad, en maximaal een uur tijd. Vervolgens gaat de cassetterecorder op 'Play'. Ik luister naar opgenomen radioprogramma's. Documentaires, debatten, een hoorspel. Mooie radio, met een halfuur per dag red ik het net.

 

Om tien uur komt de post. Er is altijd wel een brief of een kaart die beantwoord moet worden, een paar rekeningen, een folder, een tijdschrift. Zo gebeurd, om half elf ben ik klaar.

 

Huiskamervraag 1: Hoe ziet jouw dagelijkse media-agenda eruit?

 

Voor een compleet beeld van de samenleving moet je regelmatig luisteren naar de politiekanalen. Ook probeer ik op de korte golf wat radioamateurs te ontvangen. Daarmee kan ik een halfuur aan één stuk zoet zijn. Dan heb ik voor twaalven nog net tijd voor de videoband. Van de televisie neem ik elk etmaal iets op wat de moeite waard is. BBC-comedy, Belgische actualiteit, Duitse documentaire, wetenschap van Discovery, muziek van MTV, een uur per dag is eigenlijk te weinig. Maar om twaalf uur fiets ik de deur uit voor cultuur. De ene keer een lunchpauzeconcert, de andere keer een museum of een galerie. Daarvoor ben ik anderhalf uur van huis. Via de walkman luister ik onderweg naar een cd met muziek die mijn pc de afgelopen nacht heeft gedownload.

 

Als ik om half twee thuis kom ben ik in de stemming voor een dvd. Een film, een popconcert, een making of. Kost twee uur, niets aan te doen.

 

Gewoonlijk sms ik om half vier. De laatste nieuwtjes uitwisselen, hoe gaat dat, een halfuurtje is zo om. Om vier uur is het tijd voor een boek, tot half vijf. Zo kan ik gemiddeld ongeveer een boek per week lezen.

 

Daarna ben ik toe aan mijn permanente inventarisatie van het fenomeen satellietomroep. Televisie zowel als radio. Telkens als ik ze allemaal gehad heb zijn er weer een paar satellieten bijgekomen en zijn bij de bestaande satellieten kanalen van huurder verwisseld. Blijven volgen dus.

 

Vijf uur alweer. Cd-rom nu. Er verschijnen er honderden per week en met één zo'n ding zou je al een mensenleven zoet kunnen zijn. Of er nu tekst op staat (150.000 velletjes A4),  spelletjes, of wat voor infotainment, programma's of data dan ook, je bent met zo'n cd nooit klaar zoals je een boek uit kunt hebben of zoals een stuk muziek afgelopen kan zijn.

 

Om zes uur het Journaal en wat actualiteiten. Daarna gauw even wat mensen bellen; straks moet ik weer weg. Als het lang duurt dan telefoneer ik verder op de gsm. Fietsend bellen gaat uitstekend, in de stillere straten tenminste. Als er tijd overblijft ga ik wappen via gprs: nieuwtjes, het weerbericht. Ik leer een paar flauwe moppen uit het hoofd.

 

Om acht uur bioscoop, theater, of politieke bijeenkomst. Met wat geluk ben ik om half elf thuis. En dan is de beurt aan Internet. Zo kijk ik eerst mijn e-mail na. Een bericht of twintig per dag krijg ik; daarmee ben ik een middenmoter. Het lezen en beantwoorden kost een halfuur. Daarna de nieuwsgroepen. Met het selecteren van een paar groepen, het uitzoeken en lezen van artikelen ben ik een uur zoet. Inmiddels is het middernacht.

 

Nu moet ik nog wat zwerven over het web. Videotheken, fotogalerijen, bordelen, postorderbedrijven, politieke informatiebronnen, nieuwsmedia, wetenschap, kunstvormen... Tweeëneenhalf uur, minder niet. Dan nog een lekkere chat en een multi-player online game. Het is zeven uur voor ik het weet. Tijd om op te staan.

 

Huiskamervraag 2: Mediabedrijven lijken erop te gokken dat we meer tijd (en geld) gaan besteden aan communicatie in tekst, beeld en geluid. Waar zou dat vandaan moeten komen?