Microsoft
slaat wild om zich heen
Herbert
Blankesteijn
Wat
is op het ogenblik de grootste bedreiging voor Microsoft? Als je een klein
beetje bent ingevoerd hoef je daar niet lang over na te denken: Linux. Linux is
een besturingssysteem voor de pc, dus een alternatief voor Windows, het is
stabieler - dus minder vastlopers - en het is nog gratis ook. Wat je tegen
Linux kunt aanvoeren, is vooral dat het in het gebruik lang zo makkelijk niet
is als Windows.
Maar
toch doen ze het in Redmond in de broek voor Linux, en meer in het algemeen
voor Open Source. Open Source is het verschijnsel dat programmeurs de precieze
werking van hun software publiceren, de broncode zoals dat heet, zodat anderen
erop kunnen voortbouwen. Linux is het werk van duizenden vrijwilligers, en
hetzelfde geldt voor een zoekprogramma als Gnutella en de browser Mozilla, die
is gemaakt uit de vrijgegeven broncode van Netscape.
Omdat
Linux gratis is en goed, omdat er veel software voor beschikbaar is, groeit het
gebruik van Linux als kool. Op dit moment nog in de markt van servers,
professionele computers dus voor netwerktoepassingen, en verder onder
techneuten, wetenschappers en hobbyïsten. Maar ook bij Linux neemt de
gebruiksvriendelijkheid toe, en steeds meer computerfabrikanten leveren ook
bureaupc's met Linux.
Microsoft
is zo bang voor het fenomeen open source, dat verschillende topmannen de
afgelopen maanden wild om zich heen hebben geslagen in de publiciteit.. Het
begon half februari met Microsoft-topman Jim Allchin. Op een bijeenkomst met
Amerikaanse wetgevers noemde hij open source een bedreiging voor de
innovatie en een vernietiger van intellectueel eigendom. Op 3 mei was het
Senior Vice President Craig Mundie die in een toespraak te kennen gaf dat het
openbaar maken van broncode 'ongezond' is en tot veiligheidsproblemen leidt. Begin
juni deed president Steve Ballmer het nog eens dunnetjes over met de uitspraak
in een kranteninterview dat open source ‘een kankergezwel is dat zichzelf, wat
intellectueel eigendom betreft, bevestigt aan alles wat het aanraakt’.
Deze
opmerking slaat op een eigenschap van veel open source-software dat hij wordt
verspreid onder de General Public License. Deze GPL stelt, dat alle
programmatuur waarvoor code is gebruikt die onder de GPL is vrijgegeven, ook
open source is. Als Microsoft een paar regels GPL-code zou gebruiken in een
eigen programma, zou dit programma niet als Microsoft-product kunnen worden
verkocht, maar gratis verspreid mogen worden.
Op
19 juni deed zelfs Bill Gates een duit in het zakje. In een interview herhaalde
hij de stelling van Ballmer, in een mildere vorm, door open source te
vergelijken met PacMan: een verschijnsel dat zich etend een weg baant.
Het
is ongelooflijk wat al die Micrsosoft-coryfeeën met een stalen gezicht in het
openbaar durven zeggen. Microsoft is groot geworden door te imiteren: het
besturingssysteem van de Mac, de browser van Netscape, ICQ, RealPlayer, ga zo
maar door. En dan Open Source een bedreiging van de innovatie noemen! Windows
staat bekend om zijn instabiliteit en zijn gebrek aan veiligheid - en dan
suggereren dat juist Open Source-software daar last van heeft!
En
het verwijt van Steve Ballmer dat Open Source een soort besmettelijke werking
heeft is suggestief en raakt kant noch wal. Open Source-programma's gebruiken
heeft geen enkel gevolg voor de bestanden die je ermee maakt. Je kunt er boeken
mee schrijven of software, en die rechten daarop berusten uitsluitend bij de
auteur zelf. Microsoft kan best een Office-versie voor Linux maken. Als ze zelf
de software schrijven raken ze de rechten heus niet kwijt. Wel als ze er code
uit open source-programma's voor gebruiken - maar dan moeten ze dat gewoon niet
doen. Maar Microsoft maakt geen Office voor Linux, want ze zijn veel te bang
dat Linux dan nog aantrekkelijker wordt, en Windows nog meer bedreigt.
Zelfs
als je NIET de rechten op een programma hebt, dan kun je er nog geld aan
verdienen. RedHat, Caldera, Suse en noem ze maar op, verdienen geld aan Linux
door installatieprocedures te ontwerpen, handleidingen uit te brengen, steun te
verlenen bij installatie en gebruik. Dus zelfs als Micrsoft de rechten op eigen
software zou verspelen door eropen source code voor te gebruiken - wat het
blijkbaar erg graag wil - dan nog zou dat een commerciële bedrijfsvoering niet
in de weg hoeven staan.
Het
leuke bij al deze verdraaiingen van de werkelijkheid, is dat de de waarheid
vanzelf bekend wordt en dat de draaikonten dan juist extra in hun hemd komen te
staan. Aanvankelijk beweerde Microsoft dat het zich noodgedwongen verre hield
van Open Source. Maar in juni moest het bedrijf toegeven dat sommige servers
van Hotmail draaien op het besturingssysteem FreeBSD. Volgens een medewerker
van Microsoft in de Wall Street Journal is dat technisch superieur. Er blijkt
zelfs code van FreeBSD in Windows te zitten - en dat kan en mag omdat voor
FreeBSD een soepeler licentie geldt dan voor Linux.
De
spagaat van Microsoft bestaat eruit dat het bedrijf aan de ene kant als de dood
is voor Linux, omdat een gratis systeem, gemaakt door vrijwilligers, niet kan
worden weggeconcurreerd of opgekocht - en het aan de andere kant niet kan
hebben dat de General Public License ze verbiedt om open source-code te
gebruiken en te verkopen in Microsoft-producten. Het is vreselijk sneu dat ze
nu programmeurs moeten betalen om software te schrijven. Daarover mogen ze
klagen. Maar als ze daarbij aperte nonsens verkopen, daalt de geloofwaardigheid
van Microsoft naar nul. En dat kan op den duur niet goed zijn voor de zaken.