Digitale sterren
Herbert Blankesteijn
Als ik iets moest schrijven over digitale acteurs - filmsterren die
alleen in de computer bestaan - zou ik er knorrig over doen. Ik zou beweren dat
we al tientallen jaren kunstmatige acteurs hebben in Betty Boop, Popeye, Donald
Duck, Fred Flintstone, Tom en Jerry, en noem maar op. Verder dat digitale
imitaties van mensen misschien natuurgetrouw ogen, maar dat ze geen levensechte
emoties vertonen. Tenslotte dat je aan een computerwereld altijd vooral de
tekortkomingen ziet. Ook in Shrek, de laatste Spielberg-film, blijkt dat weer,
zou ik schrijven.
Ik zou me daarmee behoorlijk klem lullen. Donald Duck en Fred Flintstone
en de poes Tom waren al heel goed in het vertonen van emoties, en veel
menselijke acteurs zijn er slecht in. Het feit dat de digitale wereld er
kunstmatig uitziet, is voor spelletjesfanaten geen enkel bezwaar. En was
Walking with Dinosaurs niet juist schokkend echt? En ziet Shrek er kunstmatig
uit omdat je het wéét, of……
Maar ik kan me de moeite besparen. Digitale acteurs zijn al geflopt. Nieuwslezeres
Ananova is te zien op haar eigen site (www.ananova.com) sinds medio 2000, maar
ze is geen bedreiging voor menselijke presentatoren. Hetzelfde geldt voor de
digitale popzanger E-Cyas (uit eind 1999) en zijn vrouwelijke opvolger Tmmy
(2001, www.tmmy.co.uk). Eventjes leuk, even een gimmick, en dan blijkt dat er
niks aan is. Maten en gezichten ontworpen na marktonderzoek, levensloop
verzonnen, niks om over te roddelen, geen live optredens. De producenten
merken, denk ik, dat het met een pop die alleen bestaat uit pixels lastig
werken is. Jonge mensen als in Starmaker ('ga daar even staan en zing je
liedje') zijn domweg gehoorzamer, en zeker zo goedkoop te vervangen.