Veel is lekker

Herbert Blankesteijn

 

De Commissie Toekomst Overheidscommunicatie heeft mooie aanbevelingen gedaan. Meer overheidsdocumenten 'actief' openbaarmaken op internet. Informatie die volgens de Wet Openbaarheid Bestuur moet worden vrijgegeven, moet na vijf verzoeken ook op internet worden geplaatst. We moeten naar 'interactief' bestuur, waarbij meer wordt geluisterd naar de meningen die burgers via internet bij de overheid deponeren.

 

Ik weet niet wat ik aanmoet met al die openbaarheid, en met al die ontvankelijkheid voor mijn wensen als burger. Natuurlijk moeten de teksten van wetten op internet. Gelukkig heeft minister van Boxtel de rechten, die verkwanseld waren aan Sdu, teruggekocht teneinde ze in de loop van volgend jaar te ontsluiten.

 

En natuurlijk moeten wetsontwerpen beschikbaar zijn. Als iets de volksvertegenwoordiging aangaat, gaat het mij ook aan. Als ik op een eenvoudige manier een wetsontwerp kan vinden, en als ik erin slaag er wijs uit te worden, kan ik eventueel contact opnemen met mijn vertegenwoordiger in de Kamer om mijn mening te geven in een poging om invloed uit te oefenen. Ook is het een prima idee om rapporten, waar een minister later al dan niet zijn beleid op kan baseren, digitaal vrij te geven. Een normaal mens leest zoiets niet, maar wie het interesseert moet het kunnen vinden.

 

Ongeveer een jaar geleden heb ik me suf gezocht naar het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. Ik vond bij het ministerie van Verkeer (http://www.minvenw.nl/cend/dvo/home/verkeersregels) pas nadat ik het elders had aangetroffen (http://www.safe-traffic.nl), en dan nog bij toeval, in het door veel internetjournalisten verfoeide pdf-formaat, dat niet zo makkelijk leesbaar en doorzoekbaar is als een gewoon tekstbestand. Overheidsinformatie moet niet alleen op internet, maar dient goed te worden ontsloten. Gelukkig staat het rapport van de commissie-Wallage op internet in Word-formaat (http://www.toekomst-comm.nl/preview/index.html). Ook de overheid leert.

 

Het is makkelijk te verzinnen wat openbaar moet zijn en op internet moet staan, maar we moeten in ons enthousiasme niet vergeten te bepalen waar de grenzen liggen. Het heeft iets genants om de overheid te dwingen informatie beschikbaar te maken die dezelfde overheid met tegenzin prijsgeeft, zoals wanneer een beroep op de WOB moet worden gedaan. Ik geef toe, het zou smullen zijn. Zelf zou ik wekelijks kijken op de WOB-site, want de dingen die daar staan zijn per definitie pikant. Vijf verzoeken? Met een bescheiden georganiseerde actie heb je dat zo voor elkaar. Maar voor een hardwerkend journalist, die de moeite heeft genomen zo'n procedure te beginnen, kan het wrang zijn dat dezelfde informatie waarvoor hij heeft moeten vechten even later op straat ligt. En  hoewel de commissie-Wallage in zijn rapport zegt dat die informatie 'geanonimiseerd' moet zijn, weet ik niet of dat bij de bonnetjes van Bram Peper zou helpen. Nu hoef ik niet Bram Peper te verdedigen, maar toch vind ik het ongepast als zulke dingen al te zichtbaar worden.

 

Ook heb ik grote twijfels over het begrip 'interactief bestuur'. Het idee is, als ik het goed begrijp, dat burgers via kanalen als e-mail zich met het beleid moeten kunnen bemoeien.

 

Het is misschien niet zo democratisch, maar dat lijkt me uitermate ongewenst. In onze democratie hebben we door middel van verkiezingen het uitstippelen van het beleid en de controle daarop uitbesteed aan volksvertegenwoordigers - je kunt niet zestien miljoen mensen door elkaar laten kakelen. Daarnaast is er op allerlei momenten in procedures gelegenheid voor inspraak en bezwaarschriften, en soms zijn er zelfs referenda. Deze middelen hebben gemeen dat de burger die wat moeite doet, zijn ei kwijt kan. Mijn cynisme fluistert me in dat toch nooit met de bezwaren van de burger wordt rekening gehouden, maar mijn goede inborst suggereert dat dat misschien komt doordat de democratische beleids- en besluitvorming vrij behoorlijk werkt. Het individu kan niet altijd prevaleren.

 

Wat kan er aan die democratische processen nou veranderen met 'interactief bestuur' via internet? Vooral dit: dat het mensen die niet de moeite nemen zich te informeren, gemakkelijk gemaakt wordt zich overal tegenaan te bemoeien. En, ik citeer Wallage: "Niet alleen moeten burgers hun mening over het beleid kenbaar kunnen maken, ook is de overheid verplicht ‘iets terug te zeggen’." Dus op elk flutmailtje over hondepoep of een foutparkerende overbuurman moet een ambtenaar nog reageren ook.

 

Als bereikbaarheid goed is, is méér bereikbaarheid niet per definitie beter. Interactie is goed, maar er is een grens. "De samenleving weet meer dan alle ambtenaren in Den Haag bij elkaar. Het is zonde als je van die kennis geen gebruik maakt," zei Wallage. Helaas, als iedereen door elkaar kakelt weet je niet wie er gelijk heeft. Benieuwd wanneer de parlementaire democratie weer wordt uitgevonden.