Leve
de online gemeentegids
Herbert
Blankesteijn
In
januari kreeg de gemeente Amsterdam een prijs voor zijn website. 'Amsterdam
onderscheidt zich van andere gemeenten op het World Wide Web doordat de stad
inhoudelijk goede en volledige informatie geeft,' zo gaf Automatisering Gids
de mening weer van het Nederlands Economisch Instituut, dat de prijs had
toegekend.
Frappant
dat de informatieverstrekking als sterk punt werd genoemd, want meestal kijken
beoordelaars van een site naar interactieve elementen. Er kunnen niet genoeg
webformulieren, radiobuttons, nieuwsbrieven, e-mail vraagbaken, zoekmachines,
klikbare kaarten en multimedia-elementen in een site zitten, als het aan de
deskundigen ligt.
Een
kort bezoek aan www.amsterdam.nl leert dat Amsterdam die ook heeft. Je kunt
online allerlei uittreksels aanvragen, er zijn videoverslagen van
raadsvergaderingen, enfin, dat zit wel goed.
Tot
zover de pluim voor de voorhoede. In juni kreeg de achterhoede er van langs.
Het Electronic Highway Platform Nederland (EPN) had een onderzoek gedaan. Er
zijn ruim 500 gemeenten; 305 hebben een eigen website. 74 procent daarvan biedt
alleen algemene informatie over gemeentelijke producten, terwijl van echte
online dienstverlening geen sprake is. De site functioneert als online
gemeentegids. Bedroevend, aldus het EPN.
Dus hier komt
keurige informatieverstrekking een gemeente op genadeloze kritiek te staan. Het
EPN gaat voor online dienstverlening. 'Weinig gemeenten realiseren zich dat
daadwerkelijke online dienstverlening een ommezwaai binnen de organisatie
vereist,' aldus EPN.
Hoe
gaat dat op het moment in het bedrijfsleven? Het bedrijfsleven heeft het
voortouw gehad in het experimenteren met internet. Wat is gebleken? Het
ontwikkelen en onderhouden van een site kost sloten geld. Het publiek valt
tegen, want dat trekt massaal naar de porno, de muziek, de chatboxen en de
spelletjes. Je bent niet goed wijs als je aan zoiets je organisatie aanpast. We
zien nu het omgekeerde. Websites worden ingepast in het businessmodel van een
goed functionerend bedrijf. Ze worden bescheiden uitgevoerd. Wehkamp, Free
Record Shop en Albert Heijn, die het voorzichtig hebben aangepakt in plaats van
demonstratief geld in brand te steken, wijzen op het moment de weg. Bedrijven
die alle kaarten op Internet hebben gezet, kwijnen, gaan failliet of zijn rijp
voor overname, zoals de bedrijven uit de stal van Newconomy (BitMagic,
Macropolis), om maar te zwijgen van Newconomy zelf.
Websites
zijn duur. Logisch dat het grote Amsterdam de show steelt. Zelf kan ik me als
eenmansbedrijf geen uitvoerige site permitteren. Het blijft bij wat geklooi in
de avonduren, anders trekt het een te grote wissel op mijn tijd of mijn geld,
of allebei. Een goed functionerende site genereert hopen mail die moeten worden
beantwoord. Daarom sympathiseer ik met de kleine gemeente, die allang blij is
dat die gemeentefolder online staat. Het publiek is daarbij gebaat en het kost
weinig. Maar als je mailen te makkelijk maakt, worden mensen lui en sturen ze
liever een mail dan dat ze in de gemeentegids (of de site) bladeren. Zo krijg
je tegen meerkosten onnodig extra werk. Vraag maar aan de commerciële sector.
Wie
is eigenlijk dat Electronic Highway Platform Nederland, met zijn mooie,
neutraal klinkende, gezaghebbende naam? Het is een samenwerkingsverband van
bedrijven als Microsoft, KPN, Siemens, Ericsson, Symantec, Cap Gemini, Casema
en UPC, zoals op www.epn.net valt te lezen. Stuk voor stuk bedrijven met een
direct commercieel belang bij gebruik van computers en internet. De cijfers uit
het onderzoek van het EPN trek ik niet in twijfel, maar de conclusie van het
platform, dat hier sprake is van een 'bedroevende' situatie, is gekleurd door
de zakelijke oogmerken van de leden.
Zo
berichtte het EPN in maart dat de meerderheid van de Kamerleden voorstander was
van online stemmen bij verkiezingen. Bron was een eigen onderzoek, gehouden via
e-mail onder de Kamerleden zelf. 30 procent van de Kamerleden had gereageerd,
en een meerderheid daarvan (80%, dus zo'n 40 parlementariërs) was vóór. Als dan
de conclusie luidt dat een meerderheid van alle Kamerleden voor online
stemmen is, dan is het mooiste dat je hiervan kunt zeggen dat hier hevig naar
het gewenste antwoord wordt toegerekend. Er is bijvoorbeeld een grote kans dat
juist de Kamerleden die op een enquête per mail reageren een gemiddeld sterkere
voorkeur hebben voor online stemmen. Het responscijfer van 30 procent was
destijds niet in het persbericht van EPN te vinden; wel luidde de kop: 'Tachtig
procent kamerleden is voor stemmen via internet.' Zo bedrijft het EPN publiciteit.
Een
online gemeentegids is niet bedroevend. Het is een goed begin, en voor veel
gemeenten misschien wel het beste. Ga zo door: heel kalmpjes aan, dan breekt
het lijntje niet