Naïeve verheerlijking

Herbert Blankesteijn

 

Toen internet zich begon te manifesteren als medium voor het grote publiek, leefden er allerlei heilsverwachtingen onder de pioniers. Die pioniers waren jong (dus vrij links), man, en technisch georienteerd. Ze waren geïnteresseerd in allerlei vormen van informatie, deelden die met elkaar zonder tegenprestaties te verwachten, en namen aan dat anderen hetzelfde zouden doen.

 

De heilsverwachtingen bestonden eruit dat, wanneer de hele wereldbevolking over internet zou beschikken, iederéén zich zo zou gedragen. Iedereen zou zich suf informeren; het debat en de de democratie zouden bloeien. Dictaturen zouden verdwijnen. Het onderwijs zou nieuwe impulsen krijgen door digitale, interactieve leermiddelen. Mensen zouden van alles met elkaar delen - er zou een technologisch Utopia ontstaan.

 

We weten intussen dat het heel anders gaat. Internet wordt gebruikt voor de verspreiding van porno. Mensen botvieren hun hebzucht en egoïsme, bijvoorbeeld door software en muziek illegaal te kopiëren. Internet heeft de graaicultuur van de aandelenbeurs geperfectioneerd, door day traders en door de beursgang van dotcoms. De jeugd is niet weg te slaan van domme schietspelletjes op de computer en geeft aan ICT op school zijn eigen draai door andermans werk met de muis naar het eigen werkstuk te kopiëren.

 

Ik dacht dus dat we dat utopische gezeur achter de rug hadden, tot ik vernam van het rapport 'Burgers verbonden' van de commissie 'ICT en de stad' onder leiding van Schiphol-directeur Gerlach Cerfontaine. Daar is dat misverstand weer, tussen wat technisch mogelijk is en wat feitelijk gebeurt. Ik citeer: 'De reeds mondig geworden, geëmancipeerde burger wil en neemt meer zeggenschap over beslissingen die hem direct aangaan.' Als dit betekent dat de burger steeds minder gaat stemmen en zich alleen nog druk maakt om een asielzoekerscentrum in zijn eigen wijk, okee. Maar dan: 'Via internet kan hij aan informatie komen waarmee hij zijn eigen positie ten opzichte van deskundigen kan versterken.'

 

Dat herinner ik me ook van zes jaar geleden. Stukken van Tweede Kamer en gemeenteraad moesten op internet, vond de Digitale Burgerbeweging. Niet dat die leesbaar zijn voor personen die niet al deskundig zijn. Het is daarom juist andersom: internet biedt mensen die deskundig zijn, goed geïnformeerd en in staat tot het lezen van deskundigenproza, de mogelijkheid hun positie te versterken. Wie geen kranten leest en zich beperkt tot infotainment op RTL 4, maakt ook mét internet geen schijn van kans.

 

En je kunt ook al niet zeggen dat Cerfontaine het goede voorbeeld geeft. Het rapport staat op internet, dat wel. Maar niet op www.overheid.nl. Wel op www.rogervanboxtel.nl - dat moet je net weten - in het afschuwelijke pdf-formaat. Je moet de Acrobat Reader downloaden, installeren en kunnen gebruiken, terwijl elke moderne tekstverwerker de tekst had kunnen opslaan in het gangbare html-formaat, dat elke internetgebruiker kan bekijken. Dan was het doorzoekbaar geweest, want html is tekstgeoriënteerd terwijl pdf een grafisch formaat is - een soort foto dus. Als ik de passages over onderwijs nog eens wil bekijken, moet ik het hele rapport opnieuw doorlezen. De tekst is in twee kolommen opgemaakt voor A4-papier, zodat ik op mijn scherm voortdurend op en neer moet scrollen. Zo wordt het niet makkelijk en leuk om van deze overheidsinformatie kennis te nemen en aan de discussie bij te dragen.

 

Cerfontaine meent heil te zien, waar niets van dien aard te ontwaren valt. Onder '… manieren waarop begingebruikers nu al ICT inzetten…' staat: 'Allochtonen kunnen met mensen in hun thuisland communiceren via een speciale website.' O ja? Noem eens zo'n website dan? Alsof ze in die 'thuislanden' zo wired zijn. Website? Als de contacten in het land van oorsprong al internet hebben, verloopt de communicatie via e-mail. Maar meestal is de telefoon het medium. En: 'Emigranten bekijken door middel van 'webcasting' nieuwsuitzendingen uit hun land van herkomst.' Onzin. Standaard is natuurlijk de satelliettelevisie.

 

Volgens de commissie kunnen bejaarden met webcams worden bewaakt en zelf hun kleinkinderen in de gaten houden. Het is treurig dat dat in ernst wordt beweerd door mensen die voor goed opgeleid en geïnformeerd willen doorgaan. Bejaarden hebben echte hulp en echt contact nodig en geen digitale zoethoudertjes, die de eenzaamheid alleen maar versterken.

 

De commissie-Cerfontaine miskent dat ICT een neutrale technologie is. Contacten tussen stadgenoten kunnen hierdoor net zo goed worden versterkt als verziekt. Internet kan worden gebruikt voor zelfeducatie of om hooligans dan wel racisten te organiseren. En nergens wordt aangetoond dat ICT meer positieve effecten heeft dan buurthuiswerk, sport, of cursussen Nederlands of autotechniek. Daarmee diskwalificeert 'Burgers verbonden' zich als naïeve verheerlijking van ICT.