Zwakke beurt nieuws via internet / Internet is geen massamedium

Herbert Blankesteijn

 

De rampspoed in de VS heeft televisiestation CNN weer eens een finest hour bezorgd. Tussen de eerste en de tweede inslag in het WTC begonnen de live-uitzendingen, zodat alle cruciale gebeurtenissen onmiddellijk konden worden gebracht, sommige zelfs rechtstreeks in beeld.

 

Wat heeft internet daar tegenover gesteld? Op dit moment hebben alle sites van kranten en omroepen, in Nederland en elders, de zaak goed onder controle met actuele berichtgeving, foto's en soms video. Maar in het eerste etmaal faalden alle nieuwssites hopeloos. Urenlang was geen enkele nieuwssite bereikbaar. Het was van NRC Handelsblad een ongelukkige beslissing geen extra editie uit te brengen en te vertrouwen op nieuwsvoorziening via de site. Ook dat deel van de abonnees dat ervaring en plezier heeft in verzamelen van nieuws via internet, was daartoe dinsdag niet of nauwelijks in staat. Woensdag nog verliep het verkeer op het World Wide Web moeizaam. Zelf had ik bijvoorbeeld moeite pagina's te krijgen van het AD, Trouw en de BBC.

 

Een van de oorzaken is een fundamenteel verschil tussen internet en omroep. Omroep is ongehoord efficiënt in het bedienen van grote aantallen mensen. Als een signaal wordt uitgezonden, maakte het voor de zender niet uit of er twee mensen afstemmen of twee miljard. Daarom brengen pieken in de belangstelling nooit problemen met zich mee voor radio en tv. Voor internet geldt in grote trekken het tegenovergestelde. Elke aanvraag van een klant moet door de server apart worden behandeld. In de eerste uren ging het daarom al verkeerd bij het opvragen van pagina's.
Een intussen bekende manier voor hackers om een site plat te leggen is het versturen van extreem grote hoeveelheden aanvragen naar één site via gekaapte computers (Denial of Service of DoS-attack). Een site geeft dan geen gehoor meer. Zoiets gebeurde dinsdag met nagenoeg iedere nieuwssite, en ook met een aantal zoekmachines, door bona fide aanvragen van individuele gebruikers.

 

Eenmaal terug 'in de lucht' waren de nieuwssites woensdag onbetrouwbaar en langzaam. Ook dat heeft te maken met de kenmerken van internet: voor elke bezoeker die een pagina opvraagt, moeten de data apart worden verstuurd. Tien keer zoveel belangstelling betekent tien keer zoveel belasting voor de servers en de verbindingen. (Er zijn manieren om deze vermenigvuldigingsfactor te beperken, zoals het plaatsen van kopieën of mirrors van de site in verschillende landen, maar dat helpt slechts gedeeltelijk).  Het best werkten de sites met het meeste ervaring met en geld voor het medium. Een beproefd middel om extra belangstelling het hoofd te bieden is het inhuren van extra capaciteit, maar dat kost wel geld. De sites van CNN en De Telegraaf bijvoorbeeld functioneerden woensdag prima. CNN was verder zo slim geweest zijn pagina's af te slanken, zodat per pagina minder data hoefden worden verscheept. Dat maakte de site sneller. Overigens was de video die CNN bood van ouderwets belabberde kwaliteit: klein, onscherp, schokkerig en vol onderbrekingen.

 

Toch heeft internet als zodanig niet gefaald. Terwijl het telefoonnet bezweek en sites op het World Wide Web niet functioneerden, was normaal e-mailverkeer mogelijk. Talrijke inwoners van New York hebben hun kennissen overal ter wereld via de mail kunnen laten weten dat ze nog leefden. Via nieuwsgroepen als alt.current-events.wtc-explosion, opgericht na de aanslag in 1993, werden ervaringen, nieuwtjes, meningen en speculaties uitgewisseld. Deze media bestaan hoofdzakelijk uit kale tekst en zijn daardoor vrijwel immuun voor verzadiging van de capaciteit. Op het chatnetwerk IRC, in gebruik onder een select publiek, werden zelfs foto's en video verspreid die via het World Wide Web hun weg naar buiten niet konden vinden. Het valt overigens aan te nemen dat het IRC-net ook zou platgaan als de belangstelling of het aanbod van data maar voldoende zou pieken.

 

In het verleden hebben belangrijke gebeurtenissen tot vergelijkbare problemen geleid, bijvoorbeeld de activiteiten van het Marsrobotje Sojourner, het Starr-rapport over het Lewinsky-schandaal en internetconcerten van Paul McCartney (Oud en Nieuw 2000) en Madonna (29 november 2000). De conclusie kan alleen maar zijn, dat internet zoals het nu functioneert geen massamedium is en niet geschikt is voor data-intensieve toepassingen zoals foto's, audio en video. Onder normale omstandigheden kan het goed gaan, maar juist als het er voor een nieuwsmedium toe doet, loopt het spaak.