Het netwerk is niet de computer

Herbert Blankesteijn

 

Software en opslagruimte die niet op de eigen computer staan maar op afstand, zijn grotendeels flauwekul. Dergelijke voorzieningen zijn langzaam, slecht of allebei. Consumenten met een modem hebben er helemaal niets aan.

 

Jarenlang heeft computerbedrijf Sun de wereld voorgehouden dat het netwerk een meer essentieel begrip was dan de computer. Steeds mee bronnen, zoals bijvoorbeeld software, zouden niet meer bij de gebruiker zelf op de computer aanwezig zijn, maar van willekeurige afstand tot hem komen via netwerkverbindingen. Sun propageerde een paar jaar geleden een 'netwerkcomputer' met zo weinig mogelijk opslagruimte en software, maar deze is mislukt.

 

Wat voor computerbronnen kan de consument momenteel op internet krijgen? In de eerste plaats schijfruimte. Elke abonnee van een internetaanbieder krijgt ongeveer 20 MB, bedoeld om te gebruiken voor een eigen site. Maar deze ruimte is ook bruikbaar voor andere doelen, bijvoorbeeld voor het veilig wegplaatsen van reservekopiën. Of voor bestanden die bestemd zijn voor derden of voor de eigenaar zelf wanneer deze onderweg is. Vanaf een andere computer met internettoegang kunnen ze dan met het juiste wachtwoord worden opgehaald. Er zijn talrijke bedrijven die gratis schijfruimte uitdelen, dus wie zijn best doet kan vele honderden MB bij elkaar sprokkelen.

 

Helaas heb je alleen iets aan webruimte wanneer er een internetverbinding is, en alleen met de snelheid die hoort bij zo'n verbinding. Modemgebruikers leren snel af hier routinematig gebruik van te maken. Inloggen kost veel tijd, en het verplaatsen van, zeg, een megabyte kost al gauw vijf minuten. De telefoonkosten tikken door. Een bestand dat je nog moet bewerken zet je dan niet voor de grap neer op internet. Als het even kan neem je dat mee op een diskette, op een cd of op je notebook.

 

-----Kader:

Een aangeklede vorm van schijfruimte op internet is de 'virtuele werkplek', die door Annapa.com en Projectplace.nl wordt aangeboden. In zijn eenvoudigste vorm is dit (nog) gratis. Door aanmelden open je een kantoor, en kun je medewerkers inschrijven en aan hun bevoegdheden toekennen, om bestanden te wijzigen en dergelijke. Er zijn een gezamenlijk adresboek en een gezamenlijke agenda, een mogelijkheid om te mailen en een ideeënbus. Er kunnen projecten worden gedefinieerd en vergaderingen gehouden. Zo werk je samen zonder elkaar te zien.

 

Voor alles wat het verplaatsen van bestanden ontstijgt, is software nodig. De illusie die de visuele presentatie wekt (een scherm met ikonen, net als het 'bureaublad' van Windows) is, dat deze software op de site staat en niet op de pc van de gebruiker. Dat is maar ten dele waar. De software, voor het adressenboek bijvoorbeeld, gaat als een programmaatje in Java of Javascript met een webpagina naar de pc van de gebruiker en wordt wel degelijk daar opgeslagen. Ook de data worden, tijdelijk, op de lokale computer opgeslagen. Na een eventuele wijziging komt de veranderde versie dan weer op het virtuele kantoor te staan.

 

Dat betekent relatief veel vervoer van data, en dus ergernis voor computeraars met een modem of ISDN. Kabelklanten met een trage verbinding zullen hier ook slecht mee uit de voeten kunnen.

------

 

Zo'n twee jaar geleden verscheen de site Desktop.com met een beduidend ruimere ambitie. Deze site moest een heuse desktop worden op internet, met schijfruimte én allerhande programma's. Maar het soort toepassingen dat werd geboden maakte duidelijk dat Desktop.com een wassen neus was. Zo was er een encyclopedie beschikbaar. Nu is dat iets waarvoor de thuisgebruiker inderdaad een cd met data en software nodig heeft, maar hier ging het gewoon om een link naar de site van Britannnica.

 

Desktop.com is sinds de jaarwisseling opgeheven. De fakkel van de online software is overgenomen door bijvoorbeeld Blox.com en Thinkfree.com. Blox biedt hoofdzakelijk presentaties en rekentoepassingen. Je kunt online tientallen kant-en-klare spreadsheets bekijken, gebruiken en downloaden, die bijvoorbeeld uitrekenen hoe zwaar je zou zijn op een of andere planeet. Ook kun je zo'n spreadsheet veranderen en dan (na aanmelding) op een eigen stukje schijfruimte op de site opslaan - of op de eigen pc. Je kunt nieuwe spreadsheets ontwerpen, voor je eigen boekhouding of zo, zonder dat je zelf over een spreadsheetprogramma beschikt. Staat een (al dan niet zelfgemaakte) spreadsheet bij Blox, dan kan deze in een persoonlijke webpagina worden opgenomen. Met presentaties gaat het net zo. Zonder PowerPoint of een dergelijk programma kunnen presentaties worden gemaakt door alle benodigde onderdelen, zoals grafisch materiaal, te uploaden, voor zover ze niet bij Blox zelf voorradig zijn. En wat te doen als de presentatie af is? Niets, alleen zorgen dat op de plaats waar hij moet worden vertoond een werkende internetverbinding is.

 

Hier is andermaal de snelheid het zwakke punt, tenminste voor wie een modem, ISDN of een trage kabel heeft. Een spreadsheet met wat onbenullige rekenarij over het vermogen van Bill Gates staat pas na ruim een minuut op het scherm. Een ander manco is de afhankelijkheid van een functionerende internetverbinding. Hoe weet je of zo'n site morgen weer te bereiken is? Er zijn teveel schakels en ze zijn allemaal te zwak.

 

Thinkfree heeft een andere benadering. Wie zich aanmeldt voor de schijfruimte en software van deze dienst moet eerst expliciet vele megabytes aan software downloaden. Er is keus uit een tekstverwerker, een spreadsheet en een presentatieprogramma. Het gaat om software in Java, dus onafhankelijk van besturingssysteem of het merk computer te gebruiken - net als de hierboven genoemde sites overigens. Dit 'ThinkOffice' wordt op de computer geïnstalleerd en kan gebruikt worden om lokaal bestanden te maken, die al dan niet naat Thinkfree kunnen worden gekopieerd. Thinkfree omzeilt zo het probleem van de onbetrouwbaarheid van internet. ThinkOffice is te vergelijken met WordPad, dat iedere Windows-gebruiker op zijn pc heeft (net als WordPad kwam het niet voor het schrijven van dit stuk in aanmerking omdat het geen woordenteller heeft) maar is merkbaar trager doordat Java de processor meer werk bezorgt. Om dit overbodige programma te mogen gebruiken betaal je 50 dollar per jaar. Een online harddisk van 1 GB bij Thinkfree kost 300 dollar per jaar. Daarvoor heb je in de winkel een veertig keer zo grote harde schijf.

 

Alleen met een permanente breedbandverbinding kun je volop profiteren van online opslag. Maar in dat geval kun je je eigen pc, als die thuis aan blijft staan, ook als zodanig gebruiken. Online software zal altijd slechter en trager zijn dan eigen software, omdat de verbindingen binnenin de pc nu eenmaal korter, sneller en beter van kwaliteit zijn dan die op internet. Alleen virtuele kantoren (zie kader) bieden aan een beperkte groep serieuze voordelen.