Brief aan de rechter

 

Edelachtbare heer Orobio de Castro,

 

U heeft als rechter in Amsterdam dertien dagen geleden het internetbedrijf KaZaA geboden het illegaal kopiëren van muziek door zijn klanten te beletten. Dat was in het kort geding tegen de auteursrechtenorganisatie Buma-Stemra. U moest eens weten wat een hoongelach er op internet is opgestegen naar aanleiding van uw uitspraak. Daarom leg ik u graag de eerste beginselen van deze kwestie uit. Als u weet wat mogelijk en onmogelijk is, bespaart dat u in de toekomst gezichtsverlies. Tot het onmogelijke kunt u immers niemand verplichten.

 

Er zijn verschillende manieren om op internet bestanden te verkrijgen. Een belangrijke bron van legale en illegale muziek vormen websites. Die zijn gevestigd op servers, centrale computers, meestal opgesteld  bij bedrijven, waar de muziekbestanden op staan. Zulke sites zijn meestal toegankelijk voor iedere aardbewoner met een computer, internetverbinding en standaard software. Het zijn als het ware marktkramen waar iedereen uit mag nemen. Als hier muziek wordt uitgedeeld die aan een derde toebehoort, kan de website worden aangepakt: daar zit een rechtspersoon achter die op te sporen valt, en die gedwongen kan worden tot het staken van de illegale activiteit.

 

U herinnert zich misschien de muziekdienst Napster. Napster had geleerd van de sluitingen van illegale websites. Napster bewaarde zelf geen muziek op zijn centrale computer en dacht daar juridisch mee te kunnen wegkomen. Wij kopiëren geen muziek, riep Napster, de handen ten hemel geheven. De muziekbestanden gingen rechtstreeks van de ene gebruiker van de Napster-software naar de andere. Kon Napster daar wat aan doen?

 

Maar de server van Napster bevatte wel de muziekadministratie, de database die gebruikers hielp om bij anderen de muziek van hun favoriete artiesten te vinden. En dáár kon Napster wat aan doen. Eerst wist de band Metallica - kent u die? - Napster langs juridische weg te verplichten gebruikers af te sluiten die muziek van Metallica aanboden. Later kreeg Napster het bevel van de rechter alle auteursrechtelijk beschermde muziek te weren. Dat kon alleen door de hele dienst af te sluiten. Dat zo ook de uitwisseling van rechtenvrij werk onmogelijk werd was Napsters probleem - en dat is het nog steeds.

 

Volgt u het nog? KaZaA, mijnheer Orobio de Castro, is weer iets anders. KaZaA is alleen maar software. De rechtspersoon KaZaA stelt geen muziek beschikbaar, en ook geen lijsten met gebruikers en aangeboden muziek. Anders dan u hebben ze van de zaak-Napster geleerd. Het programma van KaZaA zoekt zelf op internet naar medegebruikers. Bij gebruikers met een snelle verbinding organiseert de software een inventaris van het materiaal dat minder bevoorrechte gebruikers aanbieden. Zo hebben zoekacties snel resultaat. U kunt het bedrijf KaZaA radbraken, kruisigen, vierendelen en verbranden, maar die software is out there en zal blijven werken zolang er mensen zijn die er gebruik van willen maken.

 

Ik ga nu een heel flauwe vergelijking maken - gezien uw uitspraak moet ik wel. KaZaA is als een messenfabriek. Je kunt een messenfabriek niet verplichten ervoor te zorgen dat er met eenmaal verkochte messen geen moorden worden gepleegd. De wetgever kan messen verbieden; de rechter kan bepalen dat de verkoop van messen moet ophouden omdat die in strijd is met een of andere wet. Maar messen die eenmaal in de circulatie zijn kun je niet terughalen. En ook weten we dat juridisch de messentrekker verantwoordelijk is voor een moord en niet de messenmaker.

 

Iedereen weet dat KaZaA, net als Napster, is verzonnen om muziek illegaal te kopiëren. Maar u zult toch het verschil wel weten tussen een rotsvaste intuïtieve overtuiging en een juridisch 'schuldig'? Zelfs als KaZaA medeplichtig blijkt aan schending van auteurswetten en een rechter legt hun op de verspreiding van hun software te staken, dan nog kan niemand ze dwingen de activiteiten van de huidige gebruikers te beëindigen. Omdat het onmogelijk is.

 

U weet nu wat een treurig blijk van onwetendheid uw uitspraak in kort geding is geweest. Kom de volgende keer van tevoren eens langs. Morgen verloopt de termijn van veertien dagen die u KaZaA heeft gesteld om het onmogelijke te volbrengen. Ik ben benieuwd hoe u zich hieruit redt.

 

Met hoogachting,

Herbert Blankesteijn