Groen?
Bewijs!
Herbert
Blankesteijn
Groene
stroom, ik kan er niet genoeg van krijgen. Dat is letterlijk waar. Nu heb ik
weer een computer met een Pentium 4 erin en een extra ventilator om de
processor voor warmlopen te behoeden. Er staat een 19 inch monitor bij (nu
onder de duizend gulden!). Samen produceren ze zo'n 400 watt aan warmte; net
niet genoeg om in de winter mijn werkkamer te verwarmen. In de zomer zal ik
waarschijnlijk airconditioning moeten laten installeren om mijn eigen brein
koel te houden.
In
de huiskamer heeft de dvd-speler zijn intrede gedaan. Omdat je die
beeldkwaliteit tot zijn recht moet laten komen, staat er nu ook een
breedbeeldtelevisie - weer 65 W extra vermogen. Het geluid klinkt naar mijn
idee het beste via de boxen van de stereoinstallatie; daarom staat die tegenwoordig
standaard aan wanneer de televisie is ingeschakeld. Uiteraard kijk ik nu veel
meer, reden waarom de aanschaf van een wasdroger en een vaatwasmachine
onvermijdelijk wordt.
Dit
alles geeft een goed gevoel. Omringd door zoemende en tetterende apparaten werk
ik vrachten drinkyoghurt en dik met halvarine besmeerde crackers naar binnen,
en geniet al afslankend met volle teugen van mijn eigen grenzeloze groenheid.
Waar zou het heen gaan met de groene stroom als er geen vraag naar was? Nou
dan.
Eén
vraag blijft daarbij stilletjes knagen. Hoe wéét ik eigenlijk dat die stroom
groen is? Ik herinner me dat, toen de biologische appeltjes politiek correct
waren, de slimste marktkraamhouders zo hun eigen manieren hadden om aan de
vraag te voldoen. En bij appels kun je nog wantrouwig worden als ze niet
wormstekig genoeg zijn. Scharrelvlees heeft een keurmerk dat elk varken zijn
eigen vierkante meter garandeert. Maar stroom? Je zou willen dat groene stroom
zijn eigen vorm van wormstekigheid had: stroomonderbrekingen in
derdewereldstijl bijvoorbeeld. Dat zou ons groene wereldverbeteraars de
gelegenheid geven om temidden van ons wit- en bruingoed wat passende ascese te
beleven.
Niets
daarvan. Het enige waardoor groene stroom zich van bespoten stroom ondescheidt,
is de rekening. Ik moet maar hopen dat ergens op de wereld voor mij een paar kW
extra bij elkaar wordt gewaaid of gegist, en dat dat op een of andere manier
gelijke tred houdt met mijn kijk- en wasgedrag. Maar cynici, die zoals bekend
realisten zijn, zullen veronderstellen dat een koopman die meer kan verdienen
met dezelfde appeltjes zonder een spoor van pakkans, zichzelf niet zal
bestelen.
Daarom
wil ik dat de stroom die voor mij wordt opgewekt, duidelijk wordt gewaarmerkt
en geadresseerd. Ze kunnen zoveel tegenwoordig: internet via het stopcontact
bijvoorbeeld. Ik wil voortaan mijn stroom per mail ontvangen, met
duidelijke afzender (Zonnecentrale Beau Soleil, Perpignan), digitale
handtekening en al. En ik wil ook de mededeling: voor u bijgeplaatst in verband
met toename stroomverbruik: 2 m2 zonnecellen. Met foto. Zodat ik op bedevaart
kan naar de krachtbron van mijn nieuwe satellietontvanger.