Ötzi's verhaal

Herbert Blankesteijn

 

Mijnheer Ötzi, er is een pijlpunt in uw rug gevonden, met als gevolg nieuwe speculaties over uw doodsoorzaak. Kunt u zelf opheldering geven?

Nee jongeman, kom nou. Het is vijfduizend jaar geleden als ik de geleerden mag geloven. Dat weet ik niet meer. M'n geheugen wordt er niet beter op.

Hoe ervaart u de heisa rond uw persoon?

Moeilijk, moeilijk. Na vijfduizend jaar alleen zijn is het een hoop drukte. Zeker op mijn leeftijd. En dan dat gepluk aan je lijf. Respect is er niet bij.

Hebt u begrip voor de wetenschappelijke nieuwsgierigheid van vandaag?

Eerst wel. Ze wilden weten wat ik gegeten had, waar mijn kleren van gemaakt waren, wat ik verder bij me had en waarom. Dat is begrijpelijk. Zelfs dat gepriegel over stuifmeel in mijn kleren, de bacteriën in mijn poep, over mijn lintworm en mijn schaamluis kan ik billijken. Röntgenfoto's, best. Maar nu gaat het nergens meer over.

Waar doelt u op?

Alles wat ik op en aan me had is microscopisch onderzocht, geröntgend en chemisch geanalyseerd. Wat ze te weten konden komen weten ze nou wel. Maar er is een gemeenschap van Ötzologen ontstaan die zichzelf in stand wil houden. Daarom hebben ze vragen nodig waar geen antwoord op mogelijk is.

Hoe u bent gestorven bedoelt u.

Inderdaad. Je vindt een dooie in de sneeuw. Je bent toch niet goed snik als je denkt dat je vijfduizend jaar na dato kunt achterhalen wat er gebeurd is? En dan komt er weer zo'n vent die reden ziet om in die wond in mijn schouder te gaan pulken. Wat dondert het of die pijl daar voor of na mijn dood ingeplant is? Wat maakt het uit of ik ben doodgevroren, -gevallen, -geslagen of -geschoten? In mijn tijd hadden we de doodsoorzaken voor het uitzoeken. Misschien heb ik wel kou gevat. Het is een moderne luxe om daar een punt van te maken.

Nog meer kritiek?

Die belachelijke verhalen. Waar ik vandaan kwam en waar ik naartoe moest, en waarom. Met de meest idiote details over ruzie in mijn dorp en wat niet al. Ik snap niet dat dat serieus wordt genomen. Charlatans. Misschien was ik wel gewoon geschift en ben ik jodelend in de sneeuwjacht verdwenen.

Hebt u nog wensen?

Ik zou wel eens de grond in willen. Heb ik vijfduizend jaar in het ijs gelegen, word ik eindelijk gevonden, en waar leggen ze me? In een vriezer! Dacht je dat het leuk was om er zo bij te liggen? Maar ja, ik ben de reden van bestaan van een paar honderd flessentrekkers.

Hoe denkt u de  volgende vijfduizend jaar door te komen?

Ach, wat zal ik zeggen. Niet vergeten je adem in te houden hé?