Mobiel mailen, de volgende ergernis

Herbert Blankesteijn

 

Veel mensen ergeren zich aan het telefoneren op straat. Ik niet. Het valt me op hoeveel vrolijker de straat wordt als mensen met iemand praten, al is het dan niet met mij, in plaats van nors voor zich uit te kijken. Van het gedwongen meeluisteren maak ik een interessant spel. Wie is dat, aan de andere kant? Wat zegt hij of zij? Het enige wat me hindert is mijn eigen plaatsvervangende schaamte bij andermans domme ringtones.

 

De volgende publieke ergernis komt er alweer aan. Dat is het mobiele internetten. Niet de variant met de mobiele telefoon, want die is dermate onhandig dat daar geen toekomst, en dus ook geen ergernis in zit. Zoals de lezers van IT en Arbeidsmarkt waarschijnlijk wel weten is het draadloze netwerken aan een opmars bezig. Op veel openbare plaatsen, om te beginnen in Amerika, kun je met een notebook voorzien van de juiste hulpstukken inloggen, en vervolgens mailen en surfen. Vliegvelden en hotels zijn voorbeelden, congrescentra ook, en in de VS zijn zelfs al particulieren met een snelle verbinding die voor buren en voorbijgangers de gratis breedbandprovider uithangen.

 

Wat is er eigenlijk nieuw? In de lobby's van hotels en in de wachtruimtes van vliegvelden gingen de notebooks toch al vaak open. Het nieuwe is volgens mij dat ze nu altijd open zullen gaan. Werken aan een of ander rapport doe je alleen als je voldoende tijd over hebt om je daarop te storten. Zo niet, dan lees je een krant of een boek. Maar mailen of surfen kan altijd. Even kijken of er nog mail is, even een antwoord tikken, even nieuws lezen, opzoeken hoe het weer in Zürich is, of gewoon de verveling verdrijven op een site met schuine moppen. In de VS is het verschijnsel al gesignaleerd dat bij vervelende lezingen op IT-congressen de ene laptop na de andere PDA op tafel komt, waarbij sommige 'toehoorders' achter hun TFT-plank nog te bot zijn om hun Windows-geluiden af te zetten. Ping! Tadaa! Enerzijds een gerechte straf voor saaie sprekers, anderzijds een vorm van wangedrag waarmee door en streng verbod korte metten gemaakt moet worden.

 

Dat is dus weer een fenomeen waar een etiquette omheen moet groeien.. Mag je over zo iemand zijn schouder meelezen, bij wijze van represaille? Mag je mailen in een restaurant? Verlangen we straks terug naar het gezellige bellen op straat? En  hoe reageren we als naast ons in de trein iemand mobiel zit te videotelefoneren met pc en webcam? De fantasie schiet tekort.