Verleiding
Herbert
Blankesteijn
(Deze
column is ook verschenen in het weekblad Intermediair.)
Makers
van virussen vinden steeds doortrapter manieren om ontvangers te verleiden tot
klikken op een attachment. Het begon er mee dat virussen zichzelf gingen mailen
naar adressen uit het adressenboek van een besmette computer. De ontvangers
dachten mail van een bekende te krijgen en hadden geen argwaan. 'I love you' en
'Kournikova' deden een beroep op algemeen menselijke respectievelijk mannelijke
driften.
Hierover
placht ik te zeggen dat je uit je doppen moest kijken: een Nederlandse bekende
zou je nooit een mailtje sturen met een Engelstalige tekst. Prompt verscheen
'Magister': dit virus stuurt in de tekst van de mail (dus niet het attachment)
fragmenten uit documenten van de laatst besmette pc. Zo kreeg ik mail van een
kennis met tekstflarden die kennelijk zijn werk betroffen. Mail is wel vaker
slordig geformuleerd, dus ik klikte op het attachment voor meer duidelijkheid -
en het kwaad was geschied.
Huiskamervraag
1: Wie is er wel eens de val van een virus getrapt? Wat gaf daarbij de doorslag
om de waakzaamheid te laten varen?
Nu
woedt de discussie over de vraag of providers e-mail op virussen moeten
scannen, of dat hun klanten dat zelf moeten doen. Veel providers zijn
praktisch, en scannen de mail die ze doorgeven. Maar de NLIP, de vereniging van
Nederlandse providers, stelt dat het briefgeheim wordt geschonden als
internetaanbieders de inhoud van mail onderzoeken. Sommige providers, zoals
Freeler en Xs4all, gaan daarom zo ver hun aangeslotenen gratis
antivirussoftware aan te bieden.
Ik
vind ook dat computeraars geen weerloze schapen zijn. De computer is je
gereedschap, en daar hoor je voldoende van te weten. Alleen een waardeloze
fotograaf denkt dat hij geen verstand
hoeft te hebben van lenzen en films. Als de schade beperkt zou blijven tot
besmetting van je eigen pc zou dat je eigen probleem zijn; maar je kunt daarna
anderen besmetten en dat kun je niet maken. Iemand die in een auto stapt kan
ook niet volhouden dat de verkeersregels te moeilijk zijn. De gebruiker heeft
dus zijn eigen verantwoordelijkheid, die wat mij betreft direct mag overgaan in
aansprakelijkheid.
Huiskamervraag
2: Wie vindt dat de gebruiker zijn eigen boontjes moet doppen?
Toch
heeft de NLIP het mis. Hoewel klanten hun verantwoordelijkheid hebben, kunnen
providers weten dat antivirussoftware menigeen boven de pet gaat.
Internetaanbieders hebben vaklieden in huis, die een nieuw virus sneller in de
gaten kunnen hebben, die hun detectiesoftware sneller kunnen aanpassen dan de
klanten en die duizenden besmettingen tegelijk kunnen voorkómen.
Het
argument van het briefgeheim slaat nergens op. Je kunt met honden of
röntgenstralen bommen detecteren zonder de inhoud van een postpakket of brief
te onthullen. Zo levert ook het scannen van mail op virussen geen wezenlijke
informatie op over de verdere inhoud. Hier het briefgeheim bij halen is
ideologische scherpslijperij, die de verdenking wekt dat de betreffende
providers domweg geen trek hebben in deze extra taak.
Providers
hoeven geen garantie te geven, maar zij kunnen de schade door virussen
minimaliseren zonder dat iemand daar last van heeft. Ik zou dankbaar zijn voor
deze extra bescherming. Het is meer dan een service, het is een plicht.
Huiskamervraag
3: Moet de provider bij voorbaat zoveel mogelijk virussen uit de mail filteren?