Monsterboard versus Intermediair

Herbert Blankesteijn

 

Op 9 maart heeft de rechter bepaald dat mensen die bij zoekmachine Vindex het woord 'intermediair' intikken, een advertentie van Monsterboard voorgeschoteld mogen krijgen.

 

Monsterboard is een vacaturesite. Banensites beconcurreren elkaar heftig; de eerste geven het al op. Clickwork van uitgever PCM is mislukt; hij wordt in afgeslankte vorm in de site van De Volkskrant opgenomen.

 

Het blad Intermediair heeft ook een banensite. De slimme truc die Monsterboard heeft bedacht, en waarvoor het anderhalf jaar geleden een contract afsloot met Vindex, is deze: wie bij Vindex 'Intermediair' intikt, krijgt bij de zoekresultaten - behalve de onvermijdelijke link naar de site van Intermediair - een klikbare advertentie van Monsterboard.

 

Voor de banenzoeker een prima service. Het is te vergelijken met de advertenties van boekensites. Ik tik in een zoekmachine 'tropische ecologie' en prompt verschijnt er een advertentie: 'Voor boeken over tropische ecologie kunt u terecht bij www.boekenwurm.com.' Zulke reclame moet de consument toejuichen. De advertentie is als zodanig herkenbaar. Je wordt op een idee gebracht dat met je interesse samenhangt, en het wordt je makkelijk gemaakt dat idee op zijn waarde te toetsen.

 

Anderhalf jaar geleden verbood de rechter in kort geding deze handelwijze van Monsterboard en Vindex. Monsterboard zou er het merkenrecht mee schenden. Dat leek mij toen al onzin. In NRC Handelsblad heb ik destijds geschreven: 'Mijn boerenverstand zegt me dat merken iets te maken hebben met vertonen. Ik mag geen tijdschrift over voetbal, en ook geen uitzendbureau beginnen onder de naam Intermediair. Daar is het merkenrecht voor. Als ik sandwichmannen inhuur om voor de deur van Albert Heijn mensen naar C1000 te dirigeren, ben ik onfatsoenlijk bezig, maar gebruik ik het merk Albert Heijn niet actief en kan ik moeilijk inbreuk maken op het merkenrecht.'

 

De rechter bepaalde anderhalf jaar geleden dat de rechtbank in een bodemprocedure de zaak definitief moest beoordelen. En, zoals wel vaker wanneer de techniek de grenzen van het recht verlegt, nu komt 'de' rechter tot de tegenovergestelde conclusie. Was 'Intermediair' voor de vorige rechter nog zo'n sterk merk dat Monsterboard van het hele woord af moest blijven, deze rechter neemt de redenering van Monsterboard over dat 'intermediair' (zonder hoofdletter) zomaar een woord is uit de Nederlandse taal, dat Monsterboard als banenmakelaar een intermediair is, en dat het gebruik van het woord 'intermediair' als trigger voor een advertentie van Monsterboard dus geoorloofd is.

 

Uw columnist is het spoor nog meer bijster dan de rechterlijke macht. Want die rechters zijn tenminste nog verschillende personen. Begrijpelijk dat de een de wet anders interpreteert dan de ander. Ikzelf vind de vorige uitspraak onzinnig, en deze óók. De rechter zal toch niet zelf geloven dat werkzoekenden die bij Vindex 'intermediair' intikken, op zoek zijn naar zomaar een intermediair, bijvoorbeeld Monsterboard? Laat me niet lachen. Een duidelijker teken dat ze dé Intermediair zoeken, lijkt me niet mogelijk - anders tikten ze wel 'vacature' of zoiets. U hebt u toch niet werkelijk door een advocaat op de mouw laten spelden, edelachtbare, dat Monsterboard het woord 'intermediair' als trigger gebruikt omdat ze een functie als intermediair willen vervullen? Ze willen de concurrent een hak zetten, dat is zo duidelijk als wat. Het zou van Intermediair een leuke tegenzet zijn als ze nu zouden eisen dat de advertentie van Monsterboard alleen mag verschijnen wanneer er 'intermediair' (zonder hoofdletter) is ingetikt. Dat is de consequentie van de redenering van Monsterboard. Het is technisch zeker mogelijk, en onaangenaam voor zowel Monsterboard als voor Vindex (omdat het onderscheid door de software standaard ongetwijfeld niet wordt gemaakt).

 

Dit is wat je krijgt als de commerciële belangen te groot worden, en advocaten en directeuren zich ermee gaan bemoeien. Dan gaat iederéén gladde leugens verkopen, alleen om het juridische gelijk te krijgen van de rechter. Het belang van de werkzoekende blijkt volstrekt ondergeschikt te zijn. In een schoenenwinkel zijn ze verstandiger. Ze wijzen me zelf de weg naar de concurrent, want ik kan beter elders slagen dan bij  hun een miskoop doen. Van deze simpele zakelijke waarheid zijn de moloch (VNU) en de multinational (Monsterboard) blijkbaar niet doordrongen.