Verboden achter te lopen

Herbert Blankesteijn

 

Laat Jeffrey Zeldman niet merken dat u deze pagina bekijkt met Internet Explorer 4.0 of zoiets achterlijks. Zeldman leidt het Web Standards Project, een organisatie waar ik tot voor kort niet van had gehoord. WaSP, zoals het Web Standards Project in de wandeling heet, wil dat iedereen een browser van dezelfde generatie gebruikt, dus IE minstens versie 5, Netscape 6 of Opera 5. Deze browsers kennen de laatste versies van de web-programeertalen, zodat alle mooie truukjes die webdesigners gebruiken, op het scherm van de surfer tot hun recht komen.

 

Zeldman zegt dit niet in het belang van de gebruikers. Die missen misschien wat digitaal snoepgoed, maar daar kiezen ze zelf voor. Nee, Zeldman staat op de barricaden voor de webdesigners. Die arme mensen moeten rekening houden met bezoekers die niet beschikken over de laatste snufjes. Dat betekent extra werk, en er is qua design geen eer aan te behalen want je moet allerlei swingend en nieuw gereedschap, waar je graag mee zou willen spelen, juist laten liggen.

 

Van een dergelijke houding word ik ongelooflijk humeurig. Het doet me denken aan het hedendaagse gilde van avant-garde architecten. Het ene nieuwe gebouw na het andere blijkt gefundeerd op artistieke pretenties en op loze filosofietjes over lage drempels en ontmoetingen. Op de kunstpagina’s krijgen dergelijke gedrochten lovende recensies, maar voor de mensen die er moeten werken blijkt zo’n gebouw vaak onbruikbaar. Mensen hebben geen privacy, de akoestiek deugt niet, en de architecten schrijven vanuit hun hoogpolige kantoren voor wat voor kasten waar mogen staan, en wat er wel en niet aan de muren mag hangen. Mensen een dienst bewijzen is voor de ontwerper niet cool. De mensen moeten zich maar aanpassen.

 

Zeldman en zijn organisatie zouden surfers het liefst dwingen zichzelf en hun computers aan te passen. Zo wil Zeldman alleen nog maar sites maken voor de meest recente browsers. Ik haat de onnadenkendheid die daaruit spreekt. Het is dezelfde onnadenkendheid die ervoor zorgt dat veel websites net iets te zwaar zijn om met een gewoon modem te worden bekeken. Figuren als Zeldman krijgen van hun werkgever een recente pc en en snelle netwerkverbinding, en door hun achtergrond draaien ze voor een update meer of minder hun hand niet om. Maar in die gelukkige omstandigheid is niet iedereen.

 

Voor massa’s mensen (laten we uitgaan van Zeldmans schatting dat 25% van de 320 miljoen surfers verouderde browsers gebruikt) is het installeren van software een lastige, angstige operatie. Daarbij gaan soms dingen verkeerd: delen van de pc willen niet meer normaal werken. Of het is juist de bedoeling dat de pc onder de nieuwe versie anders werkt, omdat de maker van de software heeft bepaald dat dit beter is. Menu’s kunnen veranderen, dialoogvensters, ikonen, bestandsformaten, noem maar op. Voor mensen die moeite hebben met een computer is dat vervelend. Logisch dat ze zich niet aan de grillen van een onbekende willen overleveren.

 

En soms heeft iemand een pc die de nieuwe softwareversie niet aan kan. Zeldman zegt tegenover Cnet dat hij hoopt de ‘user cycle’ van 18 maanden te verkorten. We moeten dus vaker nieuwe pc’s gaan kopen. Dat is voor hem makkelijk gezegd, maar er zijn huishoudens waar eerst gespaard moet worden voor een reparatie van de wasmachine.

 

In de computerwereld is gelukkig de gedachte doorgedrongen dat de machine zich aan de mens moet aanpassen. Nu de website nog. Natuurlijk hebben nieuwe ontwikkelingen ook zin. Daarom gaat het goed zoals het gaat. Voorlijke websites, die niet op het grote publiek zitten te wachten, gebruiken de nieuwste snufjes. Voorlijke mensen installeren de nieuwste browsers (en lopen tegen de eerste bugs op). Grote websites houden nog enige tijd rekening met achterlopende gebruikers, en stappen een voor een uiteindelijk toch over. Consumenten stappen over wanneer het aantal foutmeldingen ze teveel wordt - en dat punt ligt voor iedereen weer ergens anders. Tegenover elke Zeldman die het niet snel genoeg gaat staan er honderd voor wie het nog best wat langzamer zou mogen.