Van
Boxtel draaft door
Herbert
Blankesteijn
Bij
minister van Boxtel lijken de laatste tijd alle remmen los. Kleuters moeten
ICT-onderwijs krijgen, oreerde hij op zijn website begin september. Wat mij
betreft mogen alle kinderen de computer gebruiken als speelgoed en als
overhoormachine, zolang ze maar binnen RSI-veilige grenzen blijven (waar liggen
die eigenlijk?). Maar de computer als leerstof op de kleuterschool, dat gaat
alle perken te buiten. Soms moet je om een discussie uit te lokken een extreem
standpunt innemen, en als dat de bedoeling is geweest van de minister dan heeft
hij bij deze zijn zin. Maar mij lijkt het niet de taak van een minister om for the sake of argument onzin te
verkondigen. Dat is meer iets voor de columnist.
Pal
na van Boxtels proefballonnetje stelde een Amerikaanse groep psychologen en
pedagogen dat de computer kinderen onder de tien jaar meer schade doet dan
goed. Voor kinderen boven de tien vinden deze deskundigen een half uurtje per
dag mooi genoeg.
Voor
iets minder jonge kinderen en volwassenen moeten er volgens Van Boxtel digitale
trapveldjes komen. Half oktober werd er een half miljoen gulden uitgetrokken
voor twee van die computer-oefenhoeken in de stad Groningen. Een kwart van wat
KPN in één basisschool in Bilthoven heeft gepompt. Evengoed kun je geen kwart
miljoen in elke wijk in Nederland steken, temeer omdat je te maken krijgt met
vaste kosten voor upgrades, onderhoud, huisvesting en orde houden tussen de
kinderen die vechten om de beschikbare plekken. De Groningse projecten hebben
net als 'Bilthoven' een hoog pr-gehalte en we zullen niet veel meer horen van
die digitale trapveldjes.
Rond
de tijd dat ik dit schrijf heeft Van Boxtel te kennen gegeven dat gemeenten in
2002 tenminste 150 producten en diensten online moeten aanbieden. 160 van de
537 gemeenten krijgen daarvoor 25.000 gulden - een fooi. In de krant stonden
voorbeelden als: opgeven voor hondenbelasting, aanvragen van huursubsidie,
verhuisbericht sturen, kap- of bouwvergunningen aanvragen, vragen stellen, klagen.
Bij
dat soort voorbeelden kan ik nu al de verhalen schrijven die volgend jaar
verschijnen over mislukte initiatieven. Wat nou dingen regelen via internet?
Kunnen we asjeblieft eerst de identificatie op poten zetten? Overal op internet
is dat een probleem, behalve blijkbaar in het denken van Van Boxtel. Is die
e-mail afkomstig van mijn chef, verzonden door een virus, of gewoon van een
zieke grappenmaker? Hoe weet die webwinkel dat ik woon op het adres dat ik
opgeef? Hoe weten ze dat ik het recht heb de creditcard te gebruiken waarvan ik
het nummer intik? Zelf heb ik accounts bij gratis providers onder naam en adres
van anderen. Niemand maakt me wat. Dit soort zaken is in theorie voor een deel
opgelost, maar nog nauwelijks geïmplementeerd, zeker niet in de omgang tussen
overheid en burger. Het is niet voor niks dat je voor veel zaken je gezicht
moet laten zien op het gemeentehuis. Een digitale handtekening is in de VS
langzamerhand wettelijk geregeld - wat niet hetzelfde is als ingeburgerd- maar
in Nederland is er nog niet eens discussie over.
Je
kunt wel denken dat digitale identificatie over twee jaar geregeld zal zijn,
maar daar blindelings vanuit gaan is niet zo verstandig. Of mag ik straks ook
mijn buurman opgeven voor de hondenbelasting, en zijn huursubsidie naar mijn
giro laten overmaken? Mag elke gemeente zijn eigen identificatiemethode
verzinnen of zullen we dat toch maar landelijk doen?
En
hoe zullen we het fenomeen 'vragen en klachten' behandelen? Als iedereen vragen
mag stellen per e-mail, wie beantwoordt ze dan? Bij een tv-programma waarvoor
ik heb gewerkt in het pre-internet-tijdperk, beantwoordden wij in principe geen
telefoontjes van kijkers. Brieven wilden we hebben, om het ze niet te makkelijk
te maken. Anders moet je elke zeurpiet te woord staan en kun je je werk niet
meer doen. Dat is de reden dat mail van consumenten door bedrijven structureel
slecht wordt beantwoord. Mailen is veel te makkelijk; een klacht of vraag is
makkelijker verstuurd dan beantwoord. Gevolg: afzender krijgt geen reactie,
geloofwaardigheid bedrijf is weg. Je kunt zo'n dienst beter niet aanbieden dan
slecht. Wek geen verwachtingen die je niet kunt waarmaken.
Van
Boxtel moet beter nadenken voor hij uitspraken doet en doelstellingen
formuleert. En een beter voorbeeld geven. Hij stelt eisen aan gemeentelijke
sites. Maar de eigen site van Van Boxtel werd rond de tijd dat deze kwestie
speelde slecht bijgehouden: de nieuwsfeiten van de laatste twee weken waren
niet te vinden. De 'wekelijkse' column van de minister zelf was drie weken oud.