Het wetteloze internet
Herbert Blankesteijn
Ruim vijf jaar geleden kreeg
het grote publiek internet langzaam in de gaten. Het begon ermee dat er in de
kranten over werd geschreven: een vreemd medium dat allerlei nieuwe vormen van
communicatie en sociale interactie mogelijk maakte. Nieuwsgroepen, chatboxen en
noem maar op. En hela, nieuwe vormen van misdaad deden zich voor. Het was snel
duidelijk dat internet een hulpmiddel kon zijn bij oplichting, fraude,
samenzwering, verraad, kortom bij een rijk palet aan criminele activiteiten.
Net als overigens de telefoon en de brief, om een paar andere voorbeelden te
noemen.
Internet is veel sneller en
goedkoper dan oude media, en daarom loont het voor een crimineel eerder om te
opereren vanuit een of ander obscuur land, waar andere wetten gelden, of waar
geen uitleveringsverdrag een zorgeloos en lucratief bestaan in de weg staat.
Verder was internet anoniem, zo werd gezegd. Gebruikers van het eerste uur
vonden het leuk om zich te tooien met idiote schuilnamen, en als ze verder nog
een onduidelijk e-mailadres bij een gratis provider prijsgaven, dan was het
veel. 'On the internet nobody knows
you're a dog,' aldus tenminste de theorie. Wetten hebben hun langste tijd
gehad, voorspelden internetgebruikers van het eerste uur, zoals bijvoorbeeld
John Perry Barlow in een interview met De
Volkskrant. Barlow was interessant omdat hij wel eens teksten had
geschreven voor The Grateful Dead, en zijn mening werd gevraagd omdat hij
niet zozeer verstandiger was dan anderen, als wel eerder aanwezig op internet.
Internet stond in dienst van de hoogopgeleide mannen met linksige idealen.
Het loopt inmiddels heel
anders. Internet is helemaal niet wetteloos, de wereld is door internet niet
wetteloos geworden, en dat gaat niet gebeuren ook. Sterker, net zozeer als
internet misdadigers mogelijkheden biedt, zo krijgt ook de sterke arm nieuwe
instrumenten in handen.
Natuurlijk heeft internet
mogelijkheden geschapen waarop de wetgeving aanvankelijk niet was berekend. Dat
heeft aanleiding gegeven tot kolderieke situaties, waarbij grote bedrijven en
overheidsinstanties in hun hemd stonden doordat hun computersystemen niet goed
beveiligd bleken. Hackers konden bestanden met gevoelige gegevens zomaar
kopiëren. Let wel: ze waren netjes thuisgebleven en er was niets weggenomen!
Het zou niet moeten mogen, maar de bestaande wetten verboden alleen fysiek
binnendringen, en ontvreemding van geld of goederen. Daarom hebben we nu een
Wet Computercriminaliteit, die het begrip 'computervredebreuk' kent.
De verspreiding van
computervirussen verliep vroeger via diskettes. Tegenwoordig doen virusmakers
het via internet. Dat is veel efficiënter: het virus mailt zichzelf de wereld
rond. Maar het privacyprobleem van de brave burger is het Waterloo van de
computercrimineel. Menig hacker is er niet in geslaagd zijn sporen uit te
wissen en is uiteindelijk tegen de lamp gelopen, zoals Amerika's superhacker
Kevin Mitnick en de maker van het virus 'I Love You'. Niks anonimiteit. (Dat de
Filippijnen nog geen wet tegen computercriminaliteit hebben is daarbij een
detail dat nog even geregeld moet worden, en dat ook zeker geregeld zal worden.)
Het auteursrecht wordt dank
zij internet en cd-branders flagranter dan ooit geschonden. Aan de andere kant
bieden zoekmachines auteurs mogelijkheden overtredingen op het spoor te komen.
Broeinesten van kopieerdrift, zoals de internetbedrijven Mp3.com en Napster,
hebben concessie na concessie moeten doen in processen tegen artiesten en
platenmaatschappijen.
Zo kan ik doorgaan. Er worden
regels vastgesteld voor de behandeling van privacygevoelige gegevens door het
internationale bedrijfsleven. Die zijn niet altijd leuk voor de burger, maar
het zijn wel regels. In de VS zijn federale wetten in de maak tegen spam,
ongevraagde reclame via e-mail. De Amerikaanse justitie slaagt er zelfs in
goksites die in bananenoorden als Antigua zijn gevestigd, een kopje kleiner te
maken. Op 1 oktober treedt in de VS een wet in werking die een digitale
handtekening mogelijk maakt. En in ons eigen Nederland kom je, dank zij Wim
Deetman, met majesteitschennnis op internet niet meer weg.
Een structureel probleem is,
dat de politie in sterkte en slimheid ernstig onderdoet voor de massa
overtreders. Dat komt onder andere doordat je als opspoorder veel minder
verdient dan als crimineel. En wie geen bestaan als boef ambieert, kan altijd
nog naar de IT-sector. Bij kinderporno, hacken en kopiëren zal het zodoende wel
vechten tegen de bierkaai blijven. De energie waarmee een criminele activiteit
wordt bestreden heeft iets te maken met het belang dat de maatschappij aan
bestrijding hecht. We zien in Nederland dan ook dat kinderporno redelijk onder
de duim wordt gehouden, terwijl het onschuldige thuiskopiëren van muziek
nagenoeg ongemoeid blijft.
Dat verschijnsel kennen we
hier al langer. Iedereen weet dat je inbraak, tasjesroof, wiethandel en
fietsendiefstal niet hoeft aan te geven bij de politie, tenzij de verzekering
dat eist. Deze vorm van wetteloosheid is ons vertrouwd, en heeft niets te maken
met internet.