Microsoft op het schavot
Herbert Blankesteijn
Het jaar 2000 wordt van beslissende betekenis voor Microsoft. Niet
zozeer door het verschijnen van de besturingssystemen Windows 2000 en Windows
Millennium (opvolgers van Windows NT resp. Windows 98) als wel vanwege de
uitspraak die de rechter zal doen in de monopoliezaak in de VS. Alle
voortekenen wijzen erop dat Microsoft in maart als convict de rechtszaal zal verlaten. Hoe heeft het zo ver kunnen
komen? Een resumé.
De eerste antitrustzaak tegen Microsoft dateert van tien jaar geleden.
1990 was het jaar dat er nog een Russische versie van MS-DOS 4.01 verscheen,
maar vooral het jaar van de introductie van Windows 3.0, de eerste succesvolle
Windows-versie, waarmee Microsoft definitief zijn hegemonie zou vestigen. In
dat jaar begon de Amerikaanse Federal
Trade Commission (FTC) een onderzoek naar de praktijken van Microsoft bij het
verlenen van licenties op MS-DOS, het dominerende besturingssysteem van dat
moment.
Die praktijken kwamen erop
neer dat computerfabrikanten sinds 1988 verplicht werden licenties te nemen
voor elke computer die ze verkochten, of MS-DOS daar nu op geïnstalleerd was of
niet. Soms werd ook betaling afgedwongen voor een minimum aantal exemplaren,
ook als deze helemaal niet werden verkocht. Deze constructie betekende een rem
op de belangstelling van de computerbouwers voor concurrerende systemen, zoals
OS/2 van IBM en DR-DOS, toen nog een merk van Novell. Voor zo'n ander systeem
zou dan alleen maar extra betaald moeten worden. Microsoft kon dergelijke
contracten afsluiten omdat de afnemers geen keus hadden: voor de meerderheid
van de computers die ze maakten hadden ze hoe dan ook MS-DOS nodig. Een
klassieke monopoliekwestie.
De FTC kon niet tot een eensluidend oordeel komen; het ministerie van
Justitie nam de zaak over en kwam in 1994 tot een schikking met Microsoft,
waarin het bedrijf uit Redmond toezegde zijn leven te zullen beteren.
In 1996 werd er een andere zaak aangespannen waarin dominantie op het
gebied van besturingssystemen een rol speelde. Caldera, inmiddels eigenaar
geworden van DR-DOS, beschuldigde Microsoft ervan dat het Windows 3.0 (de
voorloper van Windows 95) opzettelijk zo had gemaakt dat het alleen werkte met
het eigen MS-DOS en niet met een alternatief als DR-DOS. In januari 2000
besloten de partijen tot een schikking waarbij Microsoft erin toestemde
schadevergoeding te betalen. Dat bedrag is niet bekend gemaakt maar beliep volgens schattingen ongeveer 150
miljoen dollar. Wat maakte het uit voor Microsoft: de concurrent was om zeep,
en dat telde.
In 1995 was er nóg een zaak begonnen. Microsoft stond op het punt
Windows 95 uit te brengen en was van plan in dit besturingssysteem software op
te nemen waarmee een abonnement kon worden afgesloten op het Microsoft Network
(MSN), toen nog een soort eigen internet van Microsoft, inmiddels een van de
vele internetaanbieders. Een kant-en-klaar icoon op de desktop zou het de gebruiker zo makkelijk mogelijk maken zo'n
aansluiting te regelen. De grote Amerikaanse internetproviders, America Online,
Compuserve en Prodigy, protesteerden. Microsoft misbruikte zijn macht over het
computerscherm van miljoenen gebruikers om zichzelf een springplank te
verschaffen naar hun bedrijfstak. Zelf
moesten ze alle mogelijke moeite doen om hun software, via
computerbladen en dergelijke, bij de consumenten thuis te krijgen. Terwijl deze
kwestie nog speelde kon Microsoft in augustus 1995 Windows 95 op de voorgenomen
manier uitbrengen. Als zou blijken dat de truc met het MSN-icoon tegen de
regels was, zou dat Microsoft niet deren: dan was het voordeel allang binnen.
Na enig onderzoek besloot de Amerikaanse overheid de zaak te laten
lopen. Intussen werd MSN tot opluchting van de internetproviders geen succes,
omdat het geen deel uitmaakte van Internet. Voorjaar 1996 besloot Microsoft een
ander zakelijk belang voorrang te geven. Provider America Online kreeg zelf een
icoon op de desktop van Windows 95, in ruil voor de de verplichting Microsofts
browser Internet Explorer de standaard voor AOL-abonnees te maken. AOL had met
dit voorrecht klaarblijkelijk geen enkele moeite.
Dit was een belangrijke ontwikkeling. Twee stapels kaarten waren
geschud. Microsoft had de strijd om de dominantie bij de besturingssystemen
gewonnen, en had zich verzoend met een ondergeschikte rol onder de
internetproviders. Nu ging het erom met welke software de gebruikers Internet
zouden betreden. Een jong bedrijfje, Netscape, werkte sinds 1994 aan een
'browser', een programma waarmee de pagina's van een site op het computerscherm
konden worden afgebeeld. Deze browser, die eerst gewoon Netscape heette, later
Navigator en vervolgens Communicator, werd elke paar maanden met nieuwe
onderdelen uitgebreid. E-mail, een leesprogramma voor nieuwsgroepen, een
chatprogramma, software om een homepage te ontwerpen, het kon niet op. En de
geestelijke vader van het bedrijfje, een jongeling genaamd Marc Andreessen, verklaarde
doodleuk dat zijn programmatuur het in zich had Windows, en dus Microsoft,
overbodig te maken.
Dat had hij beter voor zich kunnen houden. Microsoft had het belang van
Internet lang niet gezien. In het boek 'The Road Ahead' van Bill Gates uit 1995
wordt het fenomeen nog net genoemd, maar niet veel meer dan dat. Maar intussen
was het zelfs tot Redmond doorgedrongen dat browsersoftware ongekende
mogelijkheden bood om het gedrag van Internetgebruikers te beïnvloeden en in
kaart te brengen, dat je er standaarden mee kon maken en breken, en dat deze
programmatuur de sleutel was tot het commercieel gebruik van Internet. Als zo'n
snuffelprogramma nu ook al tot bedreiging werd uitgeroepen van Windows,
Microsofts machtsbasis en melkkoe, dan was de maat vol.
Microsoft trok ten strijde, zoals gebruikelijk met volle overgave en volgens het principe take no prisoners: geen enkel middel wordt geschuwd en of het allemaal legaal is, zoekt een ander straks maar uit. Er werd een afdeling in het leven geroepen voor de ontwikkeling van een browser die meer mensen telde (2500) dan heel Netscape op dat moment (1400). Het kwam erop neer dat de winsten uit Windows en Office werden aangewend om een gespecialiseerd bedrijf in een andere branche de das om te doen. De browser van Microsoft werd gratis, terwijl die van Netscape, althans officieel, alleen vrij verkrijgbaar was voor speciale groepen zoals studenten. Internetaanbieders en pc-fabrikanten werden onder druk gezet om Netscape niet aan hun klanten ter beschikking te stellen. Computerfabrikanten mochten het ikoon van Internet Explorer niet verwijderen van de desktop van Windows. Microsoft maakte het voornemen bekend Internet Explorer (IE) te 'integreren' in Windows, zodat niemand zelfs meer de moeite zou hoeven nemen het programma te installeren. Wie verder nog Netscape zou willen gebruiken moest wel erg vastbesloten zijn: bestanden downloaden, programma installeren, en dat terwijl al die tijd een equivalent programma gebruiksklaar op de pc stond. Zelfs IE verwijderen om schijfruimte vrij te maken zou onmogelijk zijn.
So what als dat allemaal
niet zou mogen? Eerst doen, en tegen de tijd dat de advocaten uitgekibbeld
waren, zou het doel allang zijn bereikt. Als een rechtszaak meer tijd kost dan
de technische en zakelijke ontwikkelingen waar het over gaat, regeert de wet
van de jungle.
In augustus 1996 diende Netscape een klacht in bij het Amerikaanse
ministerie van Justitie. Dit leidde in oktober 1997 tot een officiële aanklacht
door het ministerie van Justitie dat Microsoft de voorwaarden van de schikking
van 1994 had overtreden. De onderneming zou verschillende computerbedrijven
toestemming hebben geweigerd om hetzij Internet Explorer (IE) zelf, hetzij het
icoon voor dit programma, van de te verschepen computers te verwijderen.
Microsoft zou minstens één leidend computerbedrijf hebben gedreigd Windows 95
niet meer te zullen leveren als IE niet ongemoeid werd gelaten. De
softwaremaker bestreed dat hiermee de overeenkomst van 1994 werd geschonden,
omdat daarin expliciet was erkend dat Microsoft zijn besturingssysteem aan de
eisen van de tijd mocht aanpassen. Medio 1998 kreeg Microsoft gelijk van de
rechter. Daarmee was beslist dat de handelwijze van het bedrijf niet in strijd
was met de deal van 1994. Maar of de antitrustwetten waren overtreden moest nog
blijken. Op 18 mei 1998 werd Microsoft hiervoor officieel aangeklaagd door het
ministerie van Justitie. De ontwikkeling van Windows 98, waarin de 'integratie'
van Windows en IE zijn definitieve beslag zou krijgen, kon niettemin gewoon
doorgaan. Op 1 oktober 1998 had IE voor het eerst meer gebruikers dan Netscape.
De centrale vraag in het proces is steeds geweest of IE een apart
produkt was, dat via illegale koppelverkoop aan de man werd gebracht ten koste
van Netscape, of een integraal onderdeel van Windows 98.
Het laatste is waar in zoverre dat Microsoft zelf uiteraard IE stevig in
Windows 98 heeft kunnen vastschroeven. Gedurende het proces zijn verschillende
personen, al dan niet officieel bij de rechtszaak betrokken, erin geslaagd IE
op een of andere manier te verwijderen. Maar dat kostte veel moeite en een
feilloos werkend Windows 98 leverde het niet op, eerder een opgevoerd soort
Windows 95.
Iets anders is de vraag waarom
Microsoft de schroeven zo strak heeft aangedraaid. Het is zonneklaar dat IE is
ontworpen in een poging een bestaand product, te weten Netscape, te imiteren.
IE is dus zijn leven begonnen als apart product en is als zodanig enkele jaren
lang verspreid. Het bestaat ook nog als apart product, bijvoorbeeld voor de
Macintosh. Ergo: IE is een apart product en helemaal geen onvermijdelijk
integraal onderdeel van Windows. Het is ook zonneklaar waar die integratie voor
nodig was: Netscape moest weg. De zogenaamde integratie van IE met Windows
heeft slechts flauwekulletjes opgeleverd zoals de weergave 'als Webpagina' van
de desktop en van de schermen van het programma Verkenner. De werkelijk
belangrijke verschillen tussen Windows 95 en 98 liggen op andere terreinen als
schijfonderhoud, oplossen van defecten en het updaten van het systeem.
Maar wat zonneklaar is, is niet per definitie makkelijk aan te tonen in
een milieu van juristen. Vandaar dat we de afgelopen anderhalf jaar getuige
zijn geweest van een bij vlagen spectaculair en grensverleggend proces. Daarin
werd e-mail als bewijsmateriaal gebruikt, en er werd lustig geciteerd uit
boodschappen van de ene Microsoft-employé aan de andere, waarin de concurrenten
beurtelings verpletterd en gewurgd werden. Een verhoor van Bill Gates werd op
video vertoond, en zijn getuigenis zal als topamusement de geschiedenis ingaan
door zijn stuursheid, arrogantie en tegenwerking. Hij deelde mee over bepaalde
belangrijke kwesties met zijn
medewerkers te communiceren via zijn advocaten, herinnerde zich vergaderingen
en e-mails over sleutelzaken niet, laste lange stiltes in, en beweerde dat
Microsoft zijn boekhouding nog op papier doet (in strijd met een latere
opmerking toen hij in Nederland op bezoek was)
Talrijke getuigenissen brachten spektakel. Microsoft zou geprobeerd
hebben met Netscape de markt voor browsers te verdelen. Microsoft zou de hulp
van Apple hebben afgedwongen om Sun te 'ondermijnen' door te dreigen geen
Office 97 voor de Mac te ontwikkelen. Microsoft zou Dell hebben gedwongen geen
Netscape te leveren. De softwaremaker zou Intel hebben geprest geen eigen
multimediasoftware te ontwikkelen, door te dreigen Intels MMX-technologie niet
te steunen in Windows. Microsoft bleek van IBM meer geld te hebben geëist voor
Windows 95 dan van andere computerbouwers, omdat Big Blue een eigen
besturingssysteem, OS/2, op de markt probeerde te handhaven. IBM kon
daarentegen korting krijgen als het géén Netscape leverde.
Een video die Microsoft vertoonde als bewijsmateriaal dat Windows 98
zonder IE niet goed zou werken bleek misleidend te zijn gemonteerd. Na een
demonstratie op een pc in de rechtszaal door getuigen van Microsoft van de
voordelen van integratie in Windows 98, demonstreerde aanklager David Boies dat
de combinatie van Windows 95 met het losse programma IE precies dezelfde
voordelen bood. Enzovoort enzovoort. Herhaaldelijk stelde de rechter zelf
vragen aan getuigen van Microsoft als de vraagstelling van de advocaten van
Bill Gates' onderneming hem niet beviel. Zo kreeg hij in een mum van tijd uit
een vertegenwoordiger van Apple, dat Apple niet aan integratie van browser en
besturingssysteem deed, omdat het bedrijf daar niets in zag en meende de
consument daar geen dienst mee te bewijzen.
Gaandeweg het proces werd het beeld duidelijk. Het bewijsmateriaal tegen
het softwarebedrijf uit Redmond was overweldigend, en de manier waarop de
verdediging werd gevoerd deed de zaak van Microsoft geen goed. Begin november
1999 kwam rechter Thomas Penfield Jackson met zijn 'Findings of Fact': het
vaststellen van de feiten. Zijn voornaamste bevindingen waren: Microsoft heeft
een monopoliepositie met Windows, heeft deze monopoliepositie misbruikt, en de
consument heeft daar nadeel van ondervonden. Het was mogelijk de schrik die dit
geweegbracht, die Microsoft ertoe bracht de DR-DOS-zaak met Caldera uit 1996
ijlings te schikken, zoals hierboven is beschreven.
De bevindingen van de rechter maken strafmaatregelen tegen Microsoft
vrijwel onontkoombaar. Tijdens het proces stonden steeds drie mogelijkheden op
de achtergrond. Ten eerste een boete, die Microsoft ongeacht de hoogte lachend
betaald zou hebben, om vervolgens op dezelfde voet verder te gaan. Dan de
verplichting om Windows gratis te maken en de broncode prijs te geven. Dit zou
een tamelijk gekunstelde oplossing zijn geweest, want rond Windows is geen
enthousiaste gemeenschap van programmeurs die bij wijze van hobby de
ontwikkeling ter hand neemt, zoals bij het alternatieve besturingssysteem
Linux. De derde mogelijkheid, splitsing van het bedrijf, heeft waarschijnlijk
de voorkeur van Justitie, zo is in januari uitgelekt. Het is alleen niet
duidelijk of Microsoft dan 'verticaal' wordt doorgezaagd, zodat er drie
bedrijven ontstaan die elk in besturingssystemen doen én in andere software, of
'horizontaal', met als resultaat een maker van besturingssystemen, een bedrijf
in overige software, en een exploitant van Internetactiviteiten.
Het opsplitsen van Microsoft is zonder meer de beste maatregel. De
wortel van het probleem is het feit dat het bedrijf het besturingssysteem voor
de pc beheerst én software maakt die daarop draait. Scheid die zaken en het
probleem is weg. Een verticale splitsing voorkomt dat toch nog een bedrijf een
monopolie op het besturingssysteem houdt. Aan de andere kant is zo'n monopolie
op zichzelf niet schadelijk: het geeft de consument een onwrikbare standaard,
en wie zich de chaos van de jaren '80 herinnert weet hoe belangrijk dat is. Een
horizontale splitsing is daarom het meest logisch. Wel moeten er garanties
worden ingebouwd dat de bedrijven die daaruit ontstaan elkaar niet gaan
bevoordelen. Gegeven de bedrijfscultuur van Microsoft is dat gevaar niet
denkbeeldig. Een toezichthoudende autoriteit is dus geen overbodige luxe.
Een dwingende reden op zichzelf is trouwens dat Microsoft niet mag
wegkomen met de praktijken van de afgelopen twaalf jaar. Niet alleen moet
herhaling door Microsoft zelf worden voorkomen, ook kan het geen kwaad als er
weer eens een voorbeeld wordt gesteld. Splitsen van een bedrijf is een extreme
maatregel maar zo nu en dan moet duidelijk worden dat het wel degelijk kan. En
als ooit een bedrijf het ernaar gemaakt heeft, is het wel Microsoft. Het
management van het bedrijf heeft met dubieuze zakenpraktijken een weergaloze
macht en rijkdom verworven. Gates en zijn tweede man Ballmer piepen nu zo hard,
omdat ze bij een splitsing hun macht kwijtraken en die nooit meer zullen
terugkrijgen. Ze hebben het paradijs verspeeld door teveel te graaien. Het
enige wat nog nodig is om het rechtsgevoel volledig te bevredigen is, dat zij
en hun medeplichtigen ook persoonlijk met vele miljarden worden beboet. Maar
dat zit er niet in. De Amerikaanse Justitie zal allang blij zijn dat ze het
bedrijf Microsoft van het schavot van de winnaar op het schavot van de
veroordeelde heeft gekregen.
Epiloog: Netscape is op 24 november 1998 opgekocht door America Online.
Eerder al had Netscape in een wanhoopspoging om marktaandeel terug te winnen
zijn browser gratis gemaakt en zelfs de broncode vrijgegeven. Het heeft
allemaal niet mogen baten. IE is Netscape comfortabel voorbijgestreefd: 50%
versus 40% en 10% voor de rest. Netscape worstelt ook al geruimte tijd met de
nieuwe versie 5. IE versie 5 is in maart 1999 verschenen; Communicator 5 is er
nog steeds niet: Netscape is toe aan versie 4.71. De ene topfunctionaris na de
andere is vertrokken. Ook oprichter en boegbeeld Marc Andreessen heeft het
zinkende schip verlaten.