Advertenties
mijden internet
Herbert
Blankesteijn
Hoe
gaat het met de advertentiemarkt op internet? Slecht, dank u. En het is
vermakelijk te zien hoe talrijke betrokkenen blind zijn voor de realiteit.
Iedereen
kon het weten: er zijn krankzinnig veel sites op internet. Daarom kunnen er
relatief weinig een groot publiek trekken. Sommige sites trekken een select
publiek dat een aantrekkelijke doelgroep vormt voor gespecialiseerde
advertenties, maar ook dan is de spoeling dun. Een paar duizend bezoekers per
dag is al heel wat. Met tienduizenden heb je een hit. Advertenties!, denken de
makers dan. Het verdomhoekje van de nationale radio, Radio 5, waar niemand wil
adverteren, heeft op elk moment van de
dag een publiek in die orde van grootte.
Het
hele jaar gaat het al bergafwaarts met de advertentiemarkt op internet. In 2000
is de koers van advertentiemakelaar Doubleclick met 86% gedaald. Medio
augustus, midden in de dotcom-crash, onderzocht het bureau Jupiter de online
advertentiemarkt en concludeerde dat die er gezond bijlag. Eén saillant feit
had blijkbaar geen invloed op de conclusies: de gemiddelde Amerikaanse
internetter ziet 440 advertenties per dag. Niet alleen in mensen uitgedrukt is
de spoeling dus dun, ook in aandacht. Je kunt die reclame wel plaatsen, maar
hij kan haast niet werken.
Uit
een onderzoek van hetzelfde Jupiter is
in oktober gebleken dat Gore en Bush jr. sinds hun partijconventies niets
hebben uitgegeven aan advertenties op internet. De schrijfster van het rapport
concludeert dat ze een geweldig medium ongebruikt laten liggen. Ze verdringt de
tegenovergestelde mogelijkheid, die zich toch krachtig opdringt.
De
kandidaten hebben volgens het onderzoek tot aan hun conventies wel degelijk op
internet geadverteerd. Verder hebben ze gelikte en dus dure websites, maar die
trekken naar Amerikaanse begrippen weinig bezoekers: enkele honderdduizenden
per maand. Mij lijkt het zonneklaar dat ze proefondervindelijk hebben
vastgesteld dat internet geen handig medium is om de massa te bereiken, zelfs
niet nu de meerderheid van de bevolking internet gebruikt. Met boodschappen op
een paar tv-stations bereik je meer mensen dan met adverteren op honderden
websites. Je hoeft er minder contracten voor af te sluiten en je hoeft met
minder andere reclameuitingen te wedijveren, want vierhonderd commercials per
dag ziet zelfs de meest geharde couch
potato niet.
Een
ander recent onderzoek, door American Express, bevestigt het geringe belang van
internet. De helft van een groep 16- tot 21-jarigen vertrouwt voor politieke
informatie op de tv. Niet meer dan 4% gebruikt daarvoor internet. En ook hier
een aanval van blindheid bij het onderzoekende bedrijf. Tim Davis, een hoge
functionaris van American Express, meent dat deze groep bij het ouder worden
meer op internet zal vertrouwen. Ik geloof daar niets van. Het lijkt mij veel
waarschijnlijker dat de jongelui in Amerika allang weten waar ze met internet
aan toe zijn. Ze hebben gemerkt dat de tv zo niet betrouwbaarder is, dan toch
prettiger in het gebruik.
Als
mijn interpretatie klopt, is er hoop. Niet voor de advertentiemarkt, maar voor
internet en zijn gebruikers: als de advertenties van internet verdwijnen, wordt
het Net weer leuk.