Culturele belangstelling voor de computer
Herbert Blankesteijn
Er is geen mens meer op aarde die op de hoogte is van alle details
omtrent de werking van een pc. Het is niet meer mogelijk; het is ook niet
nodig, dus wie zou het willen?
Alle details? Niemand natuurlijk. Maar eigenlijk zou iedereen iets moeten willen doorgronden van dat
rare, wispelturige apparaat, dat steeds meer facetten van ons dagelijks leven
beheerst. Een timmerman kan geen vakman zijn zonder iets te weten van de
werking van een zaag; een automobilist kan op slag veranderen in een hulpeloze
bermplant als hij geen band kan verwisselen. Zo kan de pc-gebruiker ontkomen
aan vele uren wachten op helpdesk of systeembeheer, als hij de moeite neemt een
boekje over Windows door te werken. Je hoort een minimum aan kennis te hebben
van je eigen professionele gereedschap.
Vanuit een heel ander, minder praktisch soort interesse kan de
computeraar iets willen weten over de principes
die de computer regeren. Dit is praktisch van weinig betekenis: zelfs wie wil
programmeren kan zich beperken tot het leren van een programmeertaal. We hebben
het hier over een belangstelling die meer te maken heeft met nieuwsgierigheid.
Een culturele belangstelling, als het ware.
Hiervoor is 'Code - The Hidden Language of Computer Hardware and
Software' van Charles Petzold het beste boek dat ik tot dusver ben
tegengekomen. Het heeft geen tot de verbeelding sprekende titel, geen flitsend
omslag; het lijkt wel of het er zo saai mogelijk moest uitzien.
Wie de moeite neemt het boek open te slaan vindt een uiterst
toegankelijke en leesbare uitleg, die begint met antieke digitale codes zoals Braille
en Morse, eenvoudige schakelingen om met lampjes naar de buurman te kunnen
seinen, en een uitleg over getallensystemen die niet tien als basis hebben,
maar iets anders. De mens heeft toevallig tien vingers, maar een kreeft heeft
aan elke schaar twee 'vingers' en zou dus een viertallig stelsel hanteren, en
een dolfijn zou zich moeten beperken tot een tweetallig stelsel. De
illustraties zijn simpel en aanschouwelijk, en soms nog geestig ook.
Via logische schakelingen, zoals de EN-, OF- en NOCH-poorten komen we
terecht bij schakelingen die kunnen optellen en aftrekken - maar dan hebben we
er al 150 bladzijden zeer licht verteerbare informatie achter de kiezen. En het
blijft begrijpelijk. Volgen begrippen als terugkoppeling en flip-flops, en
opeens snappen we de principes van een eenvoudig computergeheugen. En twee
hoofdstukken later, op bladzijde 236, confronteert de auteur ons met het feit
dat we zojuist in gedachten een echte computer hebben gebouwd, met het kenmerk
dat hij weet om te gaan met het voorwaardelijke 'als…'. Opmerkelijk is, dat
Petzold ons hier met een zeker genoegen wijst op de eerste bug, die zelfs in
deze eenvoudigst denkbare computer al verscholen zit.
Er zijn dan nog 150 bladzijden te gaan, over zaken als microprocessors
en programmeertalen, waar een lezer zonder extra achtergrond in zou kunnen
verdwalen. Maar het boek heeft dan zijn geld allang opgebracht. Bovendien, het
wordt eerder ingewikkeld dan
moeilijk, en in geval van moeilijkheden moet het advies zijn: gewoon nóg een
keer lezen. Al was het maar voor de lol.
Charles Petzold, Code - The Hidden Language of Computer Hardware and
Software. Microsoft Press, f. 68,80; ISBN 0-7356-0505-X.