Poen pakken en wegwezen
Herbert Blankesteijn
De internetboom heeft nogal wat vreemde types rijk
en beroemd gemaakt, en daarover zijn prachtige biografieën te schrijven. Bill
Gates, Steve Jobs, Larry Ellison, Scott McNealy, Marc Andreessen, Jeff Bezos en
ga zo maar door. Zulke werken ontaarden makkelijk in hagiografieën: het leek er
al vroeg op dat hij een hele grote zou worden, zijn talent en visie dwongen het
succes af, zelfs nu hij alles heeft bereikt, heeft hij nog de drang… bla, bla,
bla.
Jim Clark is ook zo'n
internetheld. Hij heeft drie ondernemingen helpen oprichten, namelijk Silicon
Graphics, Netscape en Healtheon, en telkens verveelvoudigde zijn vermogen. In Het nieuwste van het nieuwste is Clark
voortdurend zijn tijd ver vooruit, bezig met grensverleggende zaken, en zich
uiteraard bewust van de consequenties van zijn eigen plannen alsmede van de
overwegingen van zijn compagnons en concurrenten. Het irriteert dat het verhaal
geschreven is alsof de auteur aanwezig is geweest bij alle ontmoetingen en
gesprekken die Clark had, en bovendien daarbij een hotline heeft gehad met het
onderbewustzijn van Jim Clark zelf. De grote lijnen zullen wel kloppen, maar de
dialogen, om maar eens iets te noemen, moeten van a tot z verzonnen zijn. JC
had, zoals de auteur zelf schrijft, helemaal geen zin om te praten over zijn
belevenissen, 'omdat hij alleen maar bezig kon zijn met de toekomst'.
De gedachte dringt zich op
dat Clark met een stapeltje overtollige bankbiljetten zijn plaats in de
literaire eeuwigheid heeft willen kopen, maar het ligt meer voor de hand dat
dit in Amerika nu eenmaal de vorm is die de populaire geschiedschrijving
krijgt. De uitgever wil het zo, de auteur draait er zijn hand niet voor om en
de hoofdpersoon vindt het natuurlijk prima.
Je kunt uit Het nieuwste van het nieuwste genoeg
over Jim Clark te weten komen als je tussen de vergoelijkende regels door
leest. Hij is bezeten van technologie en heeft een neus voor manieren om geld
te verdienen. En dat is alles wat hem bezighoudt. Het kan geen toeval zijn dat
hij drie keer een onderneming met succes naar de beurs brengt: dat is Clarks
talent. Maar het is ook geen toeval dat hij zich steeds uit de voeten maakt als
de koers daalt.
Behalve ongehoord hebzuchtig
is Clark megalomaan. Hij laat een krankzinnig groot zeiljacht bouwen in
Nederland, en de manier waarop hij daarmee omgaat is onthullend. Eenmaal op zee
steekt een storm op en doen zich grote problemen voor met de computerbesturing,
maar JC is niet geïnteresseerd. Hij speelt computergames en werkt aan zijn
volgende beursplannetje. Een volgend, nog grote jacht schijnt alweer in aanbouw
te zijn.
Technologie is voor Clark een
manier om zich te verrijken en zijn succes te etaleren, maar niet iets dat zijn
hart heeft. Eerst was Clarks ideaal: tien miljoen waard zijn. toen hij dat had,
stelde hij zich een hoger doel: honderd
miljoen. Daarna: een miljard. En toen moest hij rijker worden dan Larry
Ellison. Ellison is sindsdien tien keer zo rijk geworden. Werk aan de winkel
voor Jim Clark.
Michael Lewis, 't Nieuwste
van het Nieuwste. Balans, f. …, ISBN 90-5018-525-8.