070 00-10-12 Internet en e-mail

Herbert Blankesteijn

 

Webpionier Robert Cailliau betoogde in Intermediair kort geleden dat je 'het internet' moet zeggen en niet 'internet'. Eigenlijk vind ik dat ook, maar lang geleden heeft een redactie me gedwongen dat lidwoord te schrappen. Nu is het de conventie geworden, net als het weglaten van de hoofdletter (het is een tijdje 'het Internet' geweest, en dat is het in het Engels nog). Verzet is dan verder zinloos, net als bij 'ruggengraat' en 'smartengeld'.

 

Ik heb mijn eigen ergernissen als het om taalgebruik inzake internet gaat. De laatste tijd valt me een merkwaardige denkfout op. Hij wordt gemaakt in artikelen, in lezingen en op straat, maar vooral in die minst subtiele van alle vormen van menselijke communicatie, de reclameboodschap. En het is een fout die verraadt dat de spreker of schrijver nét niet weet waar hij het over heeft.

 

De fout is deze: 'Internet en e-mail.' Dat kan niet. Waarom niet? Dat is niet moeilijk te begrijpen.

 

Internet is een netwerk van onderling verbonden computers, een infrastructuur, te vergelijken met ons wegennetwerk. Van een infrastructuur kun je met een beetje geluk op verschillende manieren gebruik maken. Over de weg kun je bijvoorbeeld autorijden of fietsen. Vaak kun je ook met de bus, en eventueel rolschaatsen. Via internet kun je mailen en chatten; je kunt gebruik maken van nieuwsgroepen en van het World Wide Web. Dit zijn allemaal toepassingen van internet. Mail veronderstelt internet.

 

Dat World Wide Web is het probleem. Dat is het grafische, klikbare deel van internet, dat deel waarvan je gebruik maakt met je browser. Bij de meeste mensen is die browser het programma Internet Explorer - een verwarrende naam. Het Web is het deel waar adressen beginnen met http:// vaak gevolgd door www. Het World Wide Web heeft internet populair gemaakt en is voor veel mensen synoniem met internet. Veel internetgebruikers lezen zelfs hun mail via hun browser. Webmail heet dat dan ook, maar dat is een onhandige kunstgreep met allerlei nadelen.

 

Als je zegt: 'Bij ons bedrijf hebben we internet en e-mail,' zeg je dus eigenlijk iets als: 'Wij maken gebruik van de weg en tevens van auto's,' of: 'Wij eten groente en andijvie.' Eén commercial die ik verschillende keren heb gehoord maakte het nog bonter: 'Telecommunicatie, internet en e-mail,' wat zou  neerkomen op: 'Vervoer, wegen en auto's,' of: 'Voedsel, groente en andijvie.' Stel je dit soort kreten voor, uitgesproken door een gelikte reclamestem en het maakt onmiddellijk een heel domme indruk.

 

Ik heb eens gezocht op het Web zelf, wie het over 'internet en e-mail' heeft. Drie categorieën vallen me op: kleine obscure computerbedrijven, sites voor ouderen en andere beginners, sites die met Afrika te maken hebben en vrijmetselaars. In dat gezelschap bevindt het KPN Business Center zich, met een recente advertentie (NRC 26 september) waarin de kop ´Internet en e-mail op elke werkplek?' figureerde.

 

Kunnen we dit afspreken: 'Wij hebben internet,' dat kan. 'Wij gebruiken e-mail en het Web,' dat kan ook. 'Internet en e-mail' kan niet. Dank voor de medewerking.