De geest van Napster
Herbert Blankesteijn
Napster was één grote
provocatie aan het adres van de muziekindustrie. Het bedrijf maakte muziek
kopiëren en uitwisselen mogelijk op een zo grote schaal, dat er iets moest
gebeuren. Universitaire netwerken kreunden onder het volume aan muziekbestanden
dat werd heen en weer gestuurd. Op sommige universiteiten werd Napster daarom
verboden.
Illegaal? Wij kopiëren niets,
sprak Napster schijnheilig. Wij helpen alleen muziekliefhebbers elkaar te
vinden. Het is niet de bedoeling dat zij muziek uitwisselen waar auteursrecht
op rust, maar als dat gebeurt zijn zij de overtreders en niet wij. Waarop
Metallica een lijst met honderdduizenden overtreders overhandigde, eenvoudig
via Napster zelf gevonden, en Napster verplicht was deze mensen af te sluiten.
Overigens is het kopiëren
voor persoonlijk gebruik niet illegaal, betoogde Napsters advocaat David Boies
(de man die voor de Amerikaanse overheid in het antitrustproces Microsoft op de
knieën heeft gedwongen). Dat was nog waar ook. Maar als dit argument de
doorslag had gegeven, had ongetwijfeld nieuwe wetgeving in de VS een
uitzondering gemaakt voor het ongebreideld digitaal graaien dat Napster heeft
uitgevonden.
De rest van de wereld had een
voorgevoel. Niemand heeft bij Napster willen adverteren, en niemand heeft Napster willen overnemen,
hoewel de oprichters daartoe voor een paar honderd miljoen wel zu haben waren. En dat ondanks Napsters
kroonjuweel, iets wat op internet begerenswaardig is boven alles: een
miljoenenpubliek. Maar dit was de slechtst denkbare selectie uit de
wereldbevolking: jagers op gratis goederen. Hoe je daar op termijn geld uit
moet slaan mag Joost weten, en Napster had daar zelf ook geen idee van. Napster
heette een bedrijf te zijn, maar verdiende die naam niet.
En nu? Is de geest terug in de fles? Nou nee. In de uren na de rechterlijke uitspraak bezweken de sites van de concurrenten van Napster soms bijna, soms helemaal, onder de belangstelling. Napigator, Angry Coffee, Scour en Gigabeat zagen de Napster-fans op zich afstormen. Deze bedrijven werken op dezelfde manier als Napster: met een server die bijhoudt welke gebruiker wat voor bestanden heeft, zodat iedereen bij iedereen kan zoeken en downloaden. Zij, en hún opvolgers, zullen apart moeten worden aangepakt. Wie weet gaan ze zich vestigen in Paraguay of zo. Het is dweilen met de kraan open. Verder heb je bewegingen als Gnutella en Freenet, die weer anders werken en daardoor nog moeilijker aan te pakken zijn: er is geen centrale server die wordt beheerd door een of andere rechtspersoon. Je kunt dan alleen nog maar procederen tegen individuele gebruikers, en daar is natuurlijk geen beginnen aan.
En dan zijn er nog de nieuwsgroepen met muziekbestanden, en de illegale sites op internet. Vooral de laatste zijn nauwelijks minder effectief dan Napster. Ze zijn even moeilijk te verdelgen als onkruid, omdat de makers individuen zijn, talrijk en vrijwel anoniem. En ook via mailinglijsten kunnen muziekliefhebbers muziek met elkaar delen. De huidige mogelijkheden zijn al eindeloos, en er zullen nog zeker nieuwe worden bedacht. De muziekindustrie heeft een mooie psychologische overwinning op zak, maar vecht tegen de bierkaai.