Pc op afstand
Herbert Blankesteijn
The network is the computer, roept computerbedrijf Sun al jaren in zijn
advertenties. En al jaren vind ik dit onzin: een netwerk kan niks zonder
computers die op de knooppunten het werk doen. Ook als je onder 'het netwerk'
verstaat: het geheel van computers en verbindingen, leek de slogan me meer een
wens (weg met de pc en met Windows) dan een mogelijkheid.
In de afgelopen anderhalf
jaar is er van alles gebeurd waardoor Sun toch gelijk zou kunnen krijgen. Rond
1995 stelden internetaanbieders een paar honderd kilobyte per abonnee
beschikbaar om een homepage in te richten. Dat was gewoon schijfruimte, die de
bezitter kon vullen, en die internetgebruikers konden zien. Sinds kort is 20 MB
homepageruimte in Nederland de norm; Amerikaanse organisaties geven al gauw 100
MB. Wie een beetje shopt kan een gigabyte bij elkaar sprokkelen, zonder dat het
een cent kost - en niemand dwingt je daarop een site te installeren. Je kunt er
gewoon data voor jezelf parkeren. Sommige van de gulle gevers scheppen zelfs de
mogelijkheid om een deel van de schijfruimte met een wachtwoord te beveiligen:
'Deze data zijn privé'.
Zelf software hebben is ook niet meer noodzakelijk. Op verschillende sites kun je software online gebruiken. Van agenda's en rekenmachines, via het maken van presentaties, tot en met spreadsheets, databases en tekstverwerkers. Natuurlijk moet uw computer een besturingssysteem en een browser hebben, en een deel van de software die de site zogenaamd levert wordt onzichtbaar op uw pc opgeslagen, maar toch hoeft u de betreffende programma's niet te kopen of te installeren.
Het nieuwste is: rekenkracht
van elders. Een jaar geleden heb ik geschreven over het revolutionaire project
SETI@Home, waarbij de computers van internetgebruikers worden ingezet bij
wetenschappelijk rekenwerk, in casu het zoeken naar signalen van een
buitenaardse beschaving. Jan met de pet geeft hierbij via internet zijn
overtollige rekenkracht weg, voor de goede zaak. Maar mensen en bedrijven
kunnen ook rekenkracht te weinig hebben, of processortijd verkopen in plaats
van weggeven. SETI@Home en vergelijkbare projecten zijn primitieve versies van
een systeem waarbij je computertaken uitbesteedt via een makelaar op internet.
Een naam voor dat systeem is er zelfs al: The Grid. Het moet alleen nog
ontstaan.
Software, processorgebruik,
en opslag van data, allemaal buiten de deur. De 'computer', thuis of op
kantoor, hoeft dan alleen nog maar een kijkkast met toetsenbord te zijn, plus
wat rudimentaire software - precies zoals Larry Ellison van Oracle en Scott McNealy
van Sun ooit bedachten in hun anti-Microsoftdromen. Toch geloof ik er nog
steeds niet in. Je internetaanbieder
zal maar plat gaan. Het bedrijf dat de gratis schijfruimte verstrekt, kan met
de noorderzon vertrekken. Wat als een muis het draadje van modem of kabelmodem
doorknaagt? Dan heb je voor onbepaalde tijd helemaal niets. De prijs van een pc
met eigen software, een eigen harddisk en een eigen processor lijkt me een
bescheiden verzekeringspremie. The
computer is the network is mijn devies, al houd ik het intussen wel voor
mogelijk dat ik ongelijk krijg.