Mag ik uw aandacht?
Het hoogste goed in de commerciële wereld op dit ogenblik is aandacht.
Internetbedrijven wringen zich in bochten om aandacht van de consument te
krijgen. Ze geven produkten weg, betalen voor hoge plaatsen in zoekmachines en
voor links naar hun site, betalen commissie aan sites die klanten doorsturen,
en ze adverteren in oude media.
Uiteindelijk gaat het ze om het geld van de consument; de aandacht is
daarvoor een voorwaarde. Een afgeleide dáár weer van is de aandacht van de
journalist. Als wij publiceren over een bedrijf, levert dat aandacht op van
mogelijke klanten. Daarom krijgen wij op onze beurt volop aandacht.
Erg vervelend vind ik dat persoonlijk niet. Als ik een hekel had aan
aandacht, schreef ik deze stukjes niet. Maar doordat computerbedrijven strijden
om de aandacht van mijn collega’s en mij, zijn wij het voorwerp van een soort
wapenwedloop. Hoe zorg je dat de journalist je persbericht niet ongelezen
weggooit? Doe eens iets geks. Nee, beter nog, doe iets gekkers dan de
concurrent. Of nog liever, aangezien je niet weet hoe gek de concurrent doet
voordat hij het gedaan heeft: doe meteen zo gek mogelijk. Omdat sommige
computerbedrijven veel geld hebben, of veel geld over hebben voor aandacht,
brengt de postbode soms tamelijk gekke dingen. Zoals een loeigrote koker waarin
je een klein model Europacup zou vermoeden, die niets anders bevatte dan een
vel A4 met een persbericht. Ik moet zeggen, dat stimuleerde niet erg tot
berichtgeving.
Maxis in Engeland is de maker van SimCity, een spel waarmee je een stad
bouwt in de computer, die je vervolgens moet besturen. Eenmaal heeft dit bedrijf
het bestaan om aan zijn relaties kleine bakstenen te sturen. Ik mag me graag de
vergadering voorstellen waar tot zo’n actie wordt besloten, en de taferelen op
het plaatselijke postkantoor als er vijf (of vijftig?) pallets met
geadresseerde en gefrankeerde bakstenen worden afgeleverd.
Niet veel gekker, maar ook niet lichter, was de kaars die ik kreeg van
een bedrijf waarvan ik de naam u schuldig moet blijven. Een glazen beker, model
jampot, met daarin een helder blauwe pudding die nog het meest aan gelatine
deed denken. Daarin wat schelpjes en een pit – inderdaad, of je water zag
branden. Ik weet niet meer precies wat de gedachte hierachter was, maar u kunt
zich er iets bij voorstellen.
Bijzonder duidelijk was de bedoeling van de fabrikant van
computermonitoren EIZO, toen die me een buisje vitamine A-tabletten stuurde.
Voelt u wel: monitor, kijken, ogen, worteltjes, vitamine A. Creatief, niet? En
onlangs kreeg ik een kartonnen namaak-patroonhuls van ICT-detacheringsbureau
Goodman. Inhoud: honderden minuscule kogeltjes, en een foldertje dat eruit zag
alsof het was beschoten, en dat de tekst droeg: 'Niet geschoten is altijd mis'.
Ze wilden overigens een ander soort aandacht: of ik wilde solliciteren.
De meeste van die vervloekte kogeltjes waren toen allang over de vloer
gerold. Zo nu en dan komen er nog een paar tevoorschijn stuiteren. En dan
verwens ik weer de bedrijven die met hagel schieten. Haha, leuk gevonden hč?