ADSL in groeikernen

Herbert Blankesteijn

 

Deze column spreek ik thuis in, voor een microfoon die op de pc is aangesloten. Het geluid wordt op de harde schijf opgeslagen, en na een paar behandelingen heb ik een bestand over van ongeveer 2 MB, dat ik mail naar BNR. U hoort nu hoe dat digitale bestand bij BNR wordt afgespeeld.

 

Het versturen van dat bestand van 2 MB duurt met mijn modem ongeveer 20 minuten. Het zou makkelijk 10 keer zo snel kunnen via de kabel bijvoorbeeld. Maar ik moet het wel met een  modem doen, want in mijn gemeente is internet via de kabel nog niet doorgedrongen. Ik heb nooit begrepen waarom Casema mijn gemeente niet als eerste van het land van kabel-internet heeft voorzien. Een groeikern met bijna honderd procent goed opgeleide, tweeverdienende dertigers en veertigers met opgroeiende kinderen, is toch de ideale markt voor snel internet. In plaats daarvan kiezen ze blindelings voor een soort grote-steden-beleid, terwijl in die grote steden toch vrij veel studenten zitten, die geen geld hebben, en oude mensen, die niet allemaal even fanatiek internetten, om maar een paar groepen te noemen.

 

Maar goed, dat kan nog. Nu begint KPN het gebruik van ADSL mogelijk te maken: internet minstens even snel als via de kabel, maar dan door gewone telefoondraden. En waar beginnen ze? Inderdaad, weer in de grote steden. Niet alleen zitten daar nog stééds die studenten en bejaarden, maar bovendien is de markt die er wél is, al flink afgegraasd door de kabelmaatschappijen.

 

Ik heb niet doorgeleerd voor marketing, maar is het niet de bedoeling dat een nieuwkomer op een markt zich stort op die delen die nog braakliggen, in plaats van op die delen die al in bezit genomen zijn? Dan kun je klanten oprapen die staan te popelen, in plaats van dat je onwillige klanten moet overtuigen, of mensen van de concurrent moet losweken. De aanbieders van breedbandig internet lopen elkaar nu in de weg, en verwaarlozen een goeie markt. Vervelend voor een paar honderdduizend internetters, en vooral commercieel niet slim.