Voor ik over seks begin, eerst iets over gokken. Twee weken geleden heb ik gemeld dat de Amerikaanse gokbaas Jay Cohen zou terechtstaan voor het mogelijk maken van gokken voor Amerikanen, via een site op Antigua. Cohen is nu schuldig bevonden en kan, met alle beschuldigingen samen, veroordeeld worden tot maximaal negentien jaar gevangenis.

 

En dan nu die andere commercieel succesvolle activiteit op internet. Volgens een onderzoek van een Californisch instituut zijn honderdduizenden mensen verslaafd, niet zomaar aan internet, maar aan cyberseks! Criterium daarvoor was: minstens elf uur per week surfen voor de seks.

 

Lees de berichten hierover met achterdocht. Want wat ik in dit soort onderzoeken altijd mis is de juiste vergelijking. Ook nu zeggen de onderzoekers weer: het is een epidemie. Maar hoe zit het met de televisieverslaving van de gemiddelde Amerikaan of Nederlander? Of met de verslaving aan vet eten? Hoeveel procent van de bevolking is verslaafd aan christelijk-fundamentalistische denkbeelden?

 

Ik mis ook helder denken over oorzaak en gevolg. Dwangmatige sekssurfers, zeggen de wetenschappers, hebben meer problemen in de sfeer van werk en relaties. Ja, dat zal wel. Maar zou de behoefte aan vieze plaatjes oorzaak zijn of gevolg van relatieproblemen? Ik weet dat nog zo net niet. Brengt het snuffelen aan erotica je op slechte gedachten, of helpt het je er juist vanaf? En zou het misschien zo kunnen zijn dat deze mensen, als er geen cyberseks was, verslaafd zouden raken aan veel kwalijker dingen, zoals drank? Ik weet dat niet, maar deze vragen worden veel te gemakkelijk onder het tapijt geveegd door mediageile wetenschappers en puriteinse journalisten.

 

Een nog veel groter manco van dit onderzoek is, dat het gedaan is via internet zelf, namelijk door middel van een enquete op de site van MSNBC. Dat betekent hij is ingevuld door mensen die dat graag wilden, en dat  mensen die het erg graag wilden hem straffeloos tien keer konden invullen. Grappenmakers hadden vrij spel.

 

Mij lijkt het tijd om op te houden met moeilijk doen over on-line seks. Het goede voorbeeld wordt deze maand gegeven door het computerblad PCM, met een groot artikel over de bedrijven en de zakenlieden achter sekssites. Laatste zin: het is goede business.