Zenuwe

Herbert Blankesteijn - feb.'90

 Neurale netwerken, dat is mooispraak voor zenuwecomputers.

Gewone computers kunnen rekenen, en verder niks. Op een schaak- bord moeten ze tien zetten diep rekenen om een goede zet van een slechte te onderscheiden. Ze hebben geen inzicht, ze zien geen patronen. Met het meest geavanceerde vision-systeem zien ze geen verschil tussen een schroef en een werkstudent zolang de belich- ting niet beantwoordt aan speelfilmmaatstaven. Laat staan dat ze uw hoofd en dat van Carlos uit elkaar kunnen houden.

Onze koppen daarentegen kunnen niet rekenen. als wij een som moeten maken tekenen we er gelijk een plaatje bij. Maar patronen zien we wel. Vandaar dat er nu machines worden ontworpen naar ons beeld en gelijkenis, althans op zenuweniveau. Ze werken zoals sommige mensen denken dat hersenen werken. Hersencellen zijn mitrailleurs. Ze vuren elektrische signalen op elkaar af en reageren op signalen van collegacellen door vaker of juist minder vaak te vuren, afhankelijk van de status van de collega. Volgens hersenkenners zit het denken ergens in dit spervuur. Er ontstaan patronen van signalen die corresponderen met de 'input': de zintuiglijke waarneming. Patroonherkenning wordt een vanzelfspre- kendheid, een tautologie. Wat de aard van de input is, doet er niet toe. Een neuraal netwerk is flexibel.

Hoera dus, en bovendien kan je uit een neuraal netwerk een flink deel (tientallen procenten) van de cellen wegsnijden zonder het functioneren echt onmogelijk te maken. Net als bij aftakelende hersenen. Een neuraal netwerk is tolerant. Toch klopt er iets niet.

* Op het ogenblik worden neurale netwerken meestal gesimuleerd op gewone computers. Een mooi, al wat ouder succes is het oplossen van het 'vertegenwoordigersprobleem': wat is de slimste route langs een x-aantal adressen. Een computer rekent zich het lazarus, mens en netwerk hebben aan anderhalve oogopslag genoeg. Maar als het netwerk wordt gesimuleerd is er dus gewoon sprake van een slimme programmeertruc! Het kan wel degelijk op een conventionele computer want drop is het gedaan...

* In tegenstelling tot computers, die goed zijn in iets wat wij niet kunnen, hebben neurale netwerken in aanleg dezelfde sterke punten als mensen. Dus hebben we ze niet nodig. Hulp hebben we nodig bij onze zwakheden zoals rekenen, onthouden of voortbewe- gen, en daar zijn geschikte machines voor bedacht. De computer krijgt nu hulp. Dat is computercentrisch denken en dus een vergissing.

* Het ziet ernaar uit dat neurale netwerken ook dezelfde zwakheden zullen hebben als mensen. Ze zijn bijvoorbeeld onberekenbaar. Ze vinden een goede oplossing, niet de allerbeste, en kleunen soms mis. Dat laatste doen gewone computers ook maar er is een verschil. De verantwoordelijkheid voor een computerfout ligt bij een mens, bij de programmeur bijvoorbeeld. Een vergis- sing van een netwerk is alleen het netwerk aan te rekenen. Een vergissing van een kind is ook niet de schuld van de vader (formeel in onze samenleving wel, maar daar gaat het nu niet om). Stout netwerk. Zolang het op straat speelt is dat tot daar aan toe, maar je moet het geen kerncentrale laten bewaken.

* Neurale netwerken moet je dingen leren. De te herkennen gezichten bijvoorbeeld. Dat is niet zo moeilijk, netwerken zijn leergierig. Maar ze moeten wel in opleiding. Langer, naarmate ze meer moeten kunnen. Dat wordt dus scholen, onderwijzers, kortom een extra onderwijsbegroting en onvermijdelijk ook een methodenstrijd. Montessori, Jenaplan, ik hoop dit niet te hoeven meema- ken. Nee, dan computers. Die weten in een nanoseconde alles wat ze weten moeten en bovendien wat ze ermee moeten doen.

Neurale netwerken zijn onpraktische zenuwedingen, alleen geschikt om hersentje te spelen. Maar stel dat de gelijkenis met onze hersenen groter uitvalt dan waar hersenkundigen op rekenen. Stel netwerken zijn niet alleen tolerant, onberekenbaar en leergierig, maar ook jaloers, ambitieus en macchiavellistisch. Zo'n systeem mag je nog geen robot toevertrouwen. Dan moet ik zomaar opeens denken aan 2001, aan tovenaars en aan moratuorium.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.