Mijn geheim: De rokende, stokende terpentinechauffeur

Herbert Blankesteijn, Publiek Domein mrt/apr '96


Het lijkt me dat de meeste van mijn geheimen u niet zullen interesseren. Van de overige wens ik het gros niet prijs te geven, waar zijn het anders geheimen voor. Maar akkoord, hier volgt een geheim dat u mag weten - het is min of meer verjaard - en dat mogelijk toch de moeite waard is.

Mei 1986 behaalde ik het ADR-diploma Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Volgens de regels die ik in mijn hoofd had moeten stampen was ik de volgende vijf jaar gerechtigd als vrachtwagenchauffeur giftige, bijtende en brandbare stoffen te vervoeren. De overige rijbewijzen en diploma's had ik al eerder gehaald. Voor het geval ik zou mislukken als journalist.

In die tijd had ik in de zomer nog wel eens een paar rustige weken. Ik probeerde dan werk te vinden als chauffeur. Dat vond ik leuk en het leverde soms stof op voor geschreven verslagen; het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Hoe moest ik nu mijn nieuwe diploma verzilveren? Het leek niet waarschijnlijk dat ik, volkomen onervaren, zomaar via een uitzendbureau achter het stuur van een LPG-tankwagen zou belanden.

Ik benaderde dus het PR-blad van een oliemaatschappij - niet kinderachtig zijn, het was Shell Venster - en werd binnengeloodst bij een aan Shell gelieerd transportbedrijf. Ik mocht mee als bijrijder, en misschien zou ik een keertje het stuur mogen vasthouden. Het werden ritten naar Frankrijk en Duitsland, op een wagen met terpentine. Terpentine is brandbaar, maar niet zo gevaarlijk als bijvoorbeeld benzine. Het heeft een vlampunt boven de 21 graden Celsius, wat erop neer komt dat je het bij kamertemperatuur met een lucifer maar moeilijk in de fik kunt krijgen.

In de cabine van die truck kreeg ik de cultuurschok van het studiehoofd dat in de grotemensenwereld terechtkomt. Barry, de chauffeur, zat achter het stuur voortdurend te roken, terwijl in dit soort wagens om redenen die vanzelf spreken asbakken niet eens zijn toegestaan. De as en de gloeiende peuken gingen dus zonder meer het raam uit. In gedachten zag ik ze vlak langs de leidingen en afsluiters suizen. Onderwijl vertelde Barry sterke verhalen over collega's die tijdens het rijden TV kijken. Ik zag hem bij 100 kilometer per uur een sjekkie draaien met zijn polsen op het stuur en een half oog op de weg, en ik geloofde alles wat hij zei.

Het toppunt beleefde ik op een ochtend, na een ongemakkelijke nacht slapen in een van de bedden achter in de trekker. Barry zette koffie. Hij deed dat door water te koken op een doodgewone primus. De primus zette hij niet ver weg van zijn lading maar op een chassisbalk van de oplegger, pal onder de terpentinetank. Alsof hij de peut aan de kook ging brengen. Ik had verwacht te worden meegestuurd met een modelchauffeur en vroeg me af of de rest nog erger was. Maar Barry bleek gedurende de reis wel zoveel besef van veiligheid te hebben dat hij mij niet liet rijden.

Laat op een zomeravond arriveerden we op de thuisbasis. Rond middernacht reed ik naar huis in mijn eigen auto. Radio aan, tijdsein van twaalf uur, het nieuws. Bij de eerste zin van de nieuwslezer zakte mijn mond open en moest ik de neiging bedwingen op mijn remmen te gaan staan. In Duitsland was een vrachtwagen met benzine een ijssalon binnengereden. Zoveel doden, zoveel gewonden, een catastrofe.

Wat nu? Hoe moest dat met mijn verhaal? Kon ik nog wel een opgewekt reisverslag schrijven? Had ik hier een Verantwoordelijkheid? Moest ik me melden bij een dagblad, een TV-actualiteitenrubriek? Moest ik mijn opdrachtgever een mes in de rug steken?

Ik besloot, in laf fatsoen, dat dat laatste niet kon. Overigens geloof ik nu dat mijn belevenissen weinig journalistieke waarde hadden (wie gelooft ene Herbert Blankesteijn, ambitieus doch onervaren wetenschapsjournalist, en wat zegt één reis met één chauffeur?) en hooguit in de verhitte atmosfeer van 'the day after' zouden zijn opgevallen. Ik schreef een opgewekt reisverslag waarin geen enkele melding werd gemaakt van roken, televisie kijken of koffie zetten. Nooit heb ik met één stuk zoveel geld verdiend. Maar ik heb daarna niet meer voor PR-bladen geschreven.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Menu Populariseren
  • Terug naar het Menu Overige Columns
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.