Het Dagobert Duck-gevoel

Herbert Blankesteijn, NRC Handelsblad 3-8-'93


Sinds een paar weken ben ik in het bezit van een geweldige smak geld. Zal ik eens vertellen wat ik daarmee doe? Nee, eerst uitleggen hoe ik eraan ben gekomen.

Mijn vrouw was laatst betrokken bij een collecte. Iets met de Derde Wereld. De opbrengst werd bij ons thuis ingeleverd door de collectanten; dik twee mille aan kleingeld. De organisatie had laten weten dat we dit geld bij een bank konden laten tellen en overmaken. De kosten van het tellen (machinaal natuurlijk) mochten we betalen uit de te tellen muntjes.

Welgemoed ging mijn vrouw op stap met meer dan tien kilo metaal in haar bagage. De eerste bank zei: geld tellen doen we alleen voor onze eigen rekeninghouders. Telt u het zelf maar; inleveren in controleerbare rolletjes graag. De tweede bank zei: voor geld tellen moet u naar ons hoofdkantoor in Utrecht. De derde bank zei: geld tellen? Dat doen wij nooit.

Het is het omgekeerde van de detaillist die geen duizendjes accepteert en tegelijkertijd is het precies hetzelfde: betaalmiddel kan nog zo wettig zijn, als het rompslomp oplevert wordt het botweg geweigerd. Een klant die geen betaalgemak kan bieden legt het af tegen meer concurrerende klanten.

Om van het gezeur af te zijn hebben we de poet maar gehouden en het totaalbedrag naar de Derde Wereld overgemaakt van onze eigen rekening. En toen zaten we met de vraag hoe we die zak geld in hemelsnaam leeg moesten krijgen.

Zoiets is van grote invloed op je huishouden. Ons zien ze voorlopig niet meer bij de giromaat, of met een kascheque aan het loket. We gaan gewoon in de slaapkamer een schep geld halen. Dat geeft een prettig gevoel van onafhankelijkheid. We hoeven niet te wachten op, te bedelen om, te betalen voor ons eigen geld.

Er zijn nadelen. Een moderne portemonnee accepteert alleen creditcards en kan niet tegen veel muntjes. Met het beetje kleingeld dat er wel in gaat voelt hij al belachelijk dik en zwaar in de broek- of de binnenzak. Verschrikkelijk is het om 67,05 te moeten uittellen in de supermarkt of voor het NS-loket, met gebruikmaking van zoveel mogelijk stuivers, dubbeltjes en kwartjes. Het zweet breekt je uit.

Er zijn ook voordelen. Je hebt geen gebrek aan munten bij automaten. Je wordt hartstochtelijk bemind door de detailhandel en de horeca. Maar het meest ingrijpend is het Dagobert Duck-gevoel. Kennelijk hoef je niet bijzonder rijk te zijn om jezelf te kunnen wentelen in geld, geld, GELD! Als ik een gulden laat vallen, en dat gebeurt nogal eens met al dat tellen, dan moet ik mezelf dwingen hem op te rapen, want ik heb er toch zoveel? Collectanten, hoe ongelegen ze ook komen (is het niet onder het eten dan wel tijdens de afwas), ze komen nooit meer tevergeefs. Want nu er altijd vers bij elkaar gecollecteerde pasmunt bij de hand en is het eenvoudiger om zo iemand wat toe te stoppen dan hem of haar af te poeieren.

Sommige mensen gaat het geld uitgeven makkelijker af per cheque of creditcard. Sommige mensen gaan daaraan te gronde. Mijn ervaring is, dat je pas spilziek wordt als je thuis beschikt over een schijnbaar onuitputtelijke voorraad echt geld.

Wat ik daar precies mee doe gaat u bij nader inzien niets aan. Ervaar het liever zelf: heb vreselijk veel geld, echt geld, en ondervind wat het is. Als u beducht bent voor inbrekers eis dan tenminste met mij dat de banken een nieuwe dienst, een nieuw produkt aanbieden. Een mogelijkheid voor mensen met voldoende saldo om periodiek een louterend bad te nemen in hun eigen geld - tegen vergoeding uiteraard.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.
  • Terug naar het Optimax menu
  • Terug naar het Hoofdmenu Archief Herbert Blankesteijn.