Kinderen hebben niks met knopjes

Herbert Blankesteijn, Intermediair 23-9-'99

Sinds deze zomer heb ik eindelijk een mobiele telefoon. Hoewel ik zelf de knopjes niet uit de weg ga, heb ik met verwondering gezien hoe mijn zoon (12) zonder handleiding nummers programmeerde, meldteksten veranderde, en de eigenschappen van de verlichting instelde.

Veel mensen menen dat kinderen een speciale affiniteit hebben voor elektronische apparaten, en speciaal voor computers. Het gaat ze zo gemakkelijk af, ze groeien ermee op, ze zijn helemaal niet bang iets verkeerd te doen - zo spreken computeranalfabete volwassenen dan vol ontzag.

Allemaal flauwekul. Er is volgens mij maar één reëel effect dat kinderen bevoordeelt bij het omgaan met moderne techniek, en dat is het feit dat leren wat makkelijker gaat zolang je jong bent. Daar staat tegenover dat je zelfs als bejaarde alles nog kunt leren, al kost het wat meer moeite: autorijden, een taal spreken, zwemmen, rijden op een eenwieler, noem maar op. Als je maar wilt. Het willen gaat achteruit, dat is waar.

Er zijn kinderen genoeg die niet talen naar knopjes. Mijn dochter bijvoorbeeld. Die heeft iets met paarden (over de vraag waarom vooral mannen knoppengeil zijn zal ik graag een andere keer boude uitspraken doen). Ja, kinderen hebben speciaal iets met beesten. Sommige kinderen. Andere zijn er juist bang voor. En als ik een dubbeltje moest betalen voor elke volwassene die gek is op dieren, hield ik van een jaar stukjesschrijven geen cent over. Idem met grote mensen die computers leuk vinden. En kinderen zijn ook zó handig met een bal, en met rolschaatsen, je kijkt je ogen uit. Er is kortom niets speciaals aan de combinatie kinderen-elektronische apparaten.

Wanneer een kind ergens aardigheid in heeft, steekt het daar veel tijd in. Kinderen kunnen eindeloos lezen, tutten met poppen of dieren, voetballen, of met de computer klooien. Zo worden ze handig, of wijs. Volwassenen moeten werken, voor de kinderen zorgen, een huishouden aan de gang houden, en kunnen zich niet permitteren veel tijd in frivoliteiten te steken. Een cursus in de tijd van de baas kan weer wel, maar dan moet het, is het dus niet leuk, ontbreekt de motivatie en leer je niks.

Als een kind na een paar dagen monomaan fröbelen iets heeft geleerd, bijvoorbeeld trucjes op een skateboard, dan heeft het daarin al gauw een grote voorsprong op toekijkende grote mensen. Die kunnen niet alleen de trucjes niet nadoen, ze kunnen evenmin beoordelen hoe moeilijk die eigenlijk zijn. En ze zien ook niet dat het kind slechts een minuscuul deel van alle mogelijke capriolen beheerst, want dat weten alleen de kinderen (en de volwassenen) die méér kunnen. Bij computers werkt dit effect heel sterk: veel kinderen maken indruk op Opa en Oma met het spelen van één spelletje, maar kunnen niets anders. Weten Opa en Oma veel.

Toegegeven, kinderen zijn inderdaad onbevangener. Maar een volwassene kan beter dan een kind eventuele faalangst begrijpen, onder ogen zien en zich eroverheen zetten. Zo moeilijk is dat ook weer niet.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.