Jaarringen


Dank zij de jaarringenmethode kan een archeoloog met een beetje geluk tot op het jaar nauwkeurig de ouderdom van een stuk hout te weten komen. Geen enkele dateringsmethode is zo nauwkeurig. Het werkt als volgt:

Bomen die groeien leggen jaarringen aan: de groei van elk jaar is te zien als een aparte ring in de doorgezaagde stam. In een warme, vochtige zomer zal een boom meer groeien dan in een droge of een koude. 'Goede' jaren leveren dus bredere jaarringen op dan 'slechte'. In een bepaalde streek en een bepaalde periode zullen alle bomen dus ongeveer hetzelfde patroon van brede en smalle jaarringen vertonen. Een soort streepjescode. Maar sommige bomen zijn ouder dan andere, dus de patronen overlappen maar gedeeltelijk. Met steeds oudere stukken hout uit dezelfde streek (uit balken van oude boerderijen, uit moerassen) is het mogelijk om een steeds langere reeks van gedeeltelijk overlappende, gedeeltelijk aansluitende jaarringpatronen te maken. Het record staat op 10.000 jaar. Het hout moet beslist uit één en dezelfde streek komen want in een andere regio kan het patroon van het klimaat anders zijn geweest.

Een stuk hout van onbekende leeftijd past op maar één plek in de juiste jaarringenreeks. De archeoloog moet wel hopen dat zijn idee over de herkomst van het hout klopt en dat zijn jaarringenreeks ver genoeg teruggaat. Zo niet, dan staat hij nog met lege handen. Zo ja, dan heeft hij extra geluk als het centrum en de buitenkant van de stam in zijn stuk hout zitten. Dan weet hij tot op het seizoen nauwkeurig het moment van kiemen en sterven van de boom. De methode werkt het best bij eikehout.


Terug.