Mensen houden van files

Herbert Blankesteijn, Intermediair 10 juni '99

Dat rekening rijden gaat dus niet door. Waarom niet? Volgens de minister omdat er geen draagvlak was, volgens mij omdat het niet werkte. Er is onderzoek gedaan op de A12. De apparatuur moest aan idiote eisen voldoen. Auto's moesten herkend worden met een foutpercentage van hooguit 0,02 per jaar, zodat naar verwachting niemand meer dan eens in zijn leven een fout zou meemaken. De apparatuur moest in een paar seconden een auto detecteren, daarvan de 'On Board Unit' (OBU) vinden, deze ondervragen over het saldo van de eigenaar, geld afboeken, en als dat niet zou gaan het voertuig fotograferen voor een rekening achteraf. En dat bij een snelheid die royaal boven de 120 km/u zou kunnen liggen. De OBU mocht de automobilist hoogstens honderd gulden kosten.

In april las ik in de krant dat de proeven op het ministerie werden geanalyseerd. In juni zouden twee winnende firma's worden aangewezen voor nieuwe experimenten. Op acht mei wierp Netelenbos de handdoek in de ring. Weliswaar met wat gesputter dat een gefaseerde invoering nog wel kon, maar toen was ze nog in de ontkennende fase. Op Internet vond ik een stuk uit oktober 1998, mede geschreven door een meneer van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer, waarin stond dat 'het met zeer hoge betrouwbaarheid detecteren van individuele voertuigen een minder zeker proces is dan werd verondersteld.' Dat schrijven ze niet als er nog één procentpuntje moet worden gewonnen. Dus ze wisten allang dat er iets niet klopte. Tien tegen een dat we de uitslag van de proef op de A12 nooit zien.

De bedoeling van het rekening rijden volgens Netelenbos was, het marktmechanisme los te laten op het spitsuur. Wie bij drukte de weg op wil, betaalt. Wie het te gek wordt, blijft wel weg. Wát nou geen alternatief. De alternatieven zijn vervelend en duur, zoals een motorfiets kopen of verhuizen, maar ze zijn er wel. Het draagvlak ontbrak onder andere omdat het uniforme tarief voor patsers in Audi's minder hinderlijk zou zijn dan voor het gewone ANWB-lid. De laatste zou eerder gedwongen zijn tot een onaangenaam alternatief, of het rekening rijden pijnlijker voelen.

Voor ik het rekening rijden volgens Blankesteijn presenteer, eerst een paar ongemakkelijke waarheden.

Het enige wat helpt is: minder Nederlanders of minder welvaart. Al het andere, zoals toeritdosering, telewerken, spreiding van de spits, meer wegen, verkeersinformatie en rekening rijden, zijn lapmiddelen die in het gunstigste geval de totale congestie even uitstellen. Wie nog denkt dat je met zulke maatregelen de verstopping structureel kunt verminderen, heeft de afgelopen dertig jaar niet opgelet. Zolang steeds meer mensen zich steeds meer autokilometers kunnen permitteren, zullen ze ze afleggen ook.

Mensen houden van files. Het feit dat mensen in de file staan is het onweerlegbare bewijs dat ze, alles in aanmerking genomen, dát het liefste doen. Anders deden ze wel iets anders: twee uur eerder naar kantoor, 30 km door de regen fietsen, thuis blijven bij de stofzuiger. In de file heb je comfort, privacy en geen gezeur aan je kop.

Er is nauwelijks oponthoud. Files verlengen ons verblijf in de auto met maar twee procent: gemiddeld vier uur per persoon per jaar. Rechtvaardigt dat al die drukte?

Rekening rijden volgens Blankesteijn houdt in: marktwerking, betalen naar draagkracht, en geen ingewikkelde techniek. Het is namelijk: niets doen. In de file zelf heerst perfecte marktwerking. Wie bij drukte de weg op wil, betaalt. Wie het te gek wordt, blijft wel weg. Je betaalt in tijd. Als het extra druk is, worden de tarieven automatisch aangepast. Aangezien de bestuurder van een Audi per uur duurder is dan die van een Eend, is dit de eerlijkste heffing die mogelijk is. Het kost de overheid niets, en er hoeven geen opbrengsten terug naar de belastingbetaler.

Meteen uitvoeren, zou ik zeggen.


Het materiaal dat hier verkrijgbaar is mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Alles is copyright Herbert Blankesteijn, tenzij anders vermeld.