De faalzekerheid van de computer

Herbert Blankesteijn, VPRO-gids wk 47 1997

 Donderdag 30 oktober werd met succes de tweede Europese Ariane-5-raket gelanceerd. De vreugde daarover werd iets getemperd doordat de twee satellieten aan boord in een te lage baan terecht kwamen. De booster-raketten waren te vroeg afgestoten, mogelijk doordat 'boordcomputers meenden dat de brandstof op was', zoals De Volkskrant meldde.

 Het zou niet de eerste keer zijn. De eerste vlucht van een Ariane-5 duurde nog geen minuut. Toen begon de raket vreemde bewegingen te maken en moest de vluchtleiding het projectiel opblazen om te voorkomen dat het in zijn geheel ergens zou neerstorten. De oorzaak, zo bleek later, was een fout in de computerprogramma's aan boord. Een deel daarvan was overgenomen uit de programmatuur voor de Ariane-4, en was niet getest in de nieuwe raket. Daardoor 'meenden' de computers kort na de start dat ze in een Ariane-4 zaten en raakte het voertuig stuurloos.

 Tijdens de landing van de Apollo-11 in 1969 sloegen de computers alarm: er zou een catastrofe dreigen. Een 26-jarige vluchtleider greep in door de waarschuwingen te negeren en redde zo het Amerikaanse ruimtevaartprogramma. Een Russische vluchtleider joeg een dure Marssonde op afstand de dood in met een verkeerd commando. Menselijke fout? Nee, software moet tegen dat soort blunders zijn beveiligd. Weet u zeker dat u dit programma wilt verlaten? Wilt u de wijzigingen opslaan? Het Russische ruimtestation Mir sleept zich van computerprobleem naar computerprobleem. Deze pagina zou te kort zijn om alle voorbeelden op te sommen.

 Ligt het aan de extreme eisen van de ruimtevaart? Nee, want iedere computergebruiker weet dat ook een suffe bureau-PC vaak kuren heeft. Nieuwe programma's werken niet of stellen een programma buiten werking dat het eerst wel deed; een nieuw gekocht randapparaat weigert te functioneren; bestanden raken zoek. Kenners hameren erop dat iedereen (ook u, daar thuis) reservekopieën moet maken van belangrijke bestanden. Computers hebben niet zozeer een faalkans als wel een faalzekerheid.

 Het vreselijkste wat ik op het gebied van falende computers heb meegemaakt gebeurde onlangs bij de opnamen voor de Teleac-cursus ComputerPlus. Het koppelen van een extra apparaat aan de PC is voor een doorzetter meestal wel te doen maar in deze cursus raden we mensen aan de computer niet met teveel uitbreidingen te belasten. Bij de bewuste opnamen moesten we ons eigen advies in de wind slaan. We hadden vier van de snelste PC's van het moment, van vier verschillende merken, voor acht uitzendingen. In elke uitzending moesten verschillende toepassingen worden getoond. Een radiografische muis, een met de voeten bedienbare muis, een scanner, een videocamera, een systeem voor automatische besturing van huishoudelijke apparaten, software voor radio en video via Internet, voor geluidsmontage, spullen voor draadloze communicatie tussen PC's onderling, een driedimensionaal tekenprogramma, alles hadden we uit de kast gehaald. Elk van de toevoegingen hadden we getest, alles werkte. Maar we hadden nagelaten de combinaties te proberen die in de studio moesten functioneren.

 In een week tijd zijn alle vier de hypermoderne PC's een of meer keren volledig bezweken. Op zwart, niets meer. Alles opnieuw installeren. Demonstraties of opnamevolgorde wijzigen om bepaalde combinaties te voorkómen. De ene computer laten invallen voor de andere. Touw en plakband, kunst- en vliegwerk.

 

Chips en de programma's die de chips nuttige of leuke dingen laten doen kunnen niet foutloos zijn. De Pentium-processor bijvoorbeeld bestaat uit meer dan 3 miljoen transistoren. Niemand kan alle mogelijke gebeurtenissen in zo'n complex geheel overzien. In 1994 bleek deze chip fouten te kunnen maken bij eenvoudige vermenigvuldigingen. Zulke bugs zijn er altijd, en een groot aantal is bekend bij de makers. Hedendaagse software bestaat uit lijsten van duizenden of miljoenen instructies. Op Internet verstrekken semi-professionele programmeurs lijsten met bugs bij hun software, zodat gebruikers weten waar ze aan toe zijn. Grote softwarebedrijven doen dat niet, maar dat wil niet zeggen dat hun 'pakketten' foutenvrij zijn. Wekelijks worden op Internet beveiligingsproblemen gerapporteerd in de browsers, de programma's waarmee gebruikers pagina's op het World Wide Web kunnen bekijken. Overigens leidt het verbeteren van fouten niet zelden tot nieuwe.

 De problemen worden verergerd door de wedloop der versies. Een tekstverwerker zou misschien vrijwel foutenvrij kunnen worden als er tien jaar lang alleen maar ongerechtigheden zouden worden verwijderd. In plaats daarvan worden er steeds nieuwe functies toegevoegd. Opmaakmogelijkheden, plaatjes en geluiden, controle van spelling en grammatica. Elk extraatje voegt fouten toe aan het reservoir dat er al is. Steeds meer wrakke verdiepingen op een gebouw met ondeugdelijke fundamenten. Zo zijn er nog steeds resten van het primitieve MS-DOS te vinden in het 'moderne' besturingssysteem Windows 95.

 Wat in de ruimte gebeurt en in de huiskamer gebeurt ook elders, in de luchtvaart, de industrie, het bank- en verzekeringswezen. Ook daar worden steeds nieuwe apparaten en software naar binnen gedragen. Computers kunnen falen en de Wet van Murphy garandeert dat ze dat zullen doen. Maar niet altijd zal het publiek de werkelijke oorzaak vernemen. Want een luchtvaartmaatschappij, een bank of een kerncentrale houdt het liever op een menselijke fout. Een employé kun je ontslaan, maar de computer kan morgen weer mistasten.

 De cursus 'ComputerPlus, doe méér met uw PC' begint op zondag 7 december, 18.30, Ned. 2. Het bijbehorende boek kost f. 149,50 en is te bestellen bij Teleac, giro 544232 onder vermelding van ComputerPlus. Herbert Blankesteijn bestrijdt vooroordelen over de computer in het onlangs verschenen 'Mythen van het Computertijdperk', Meulenhoff f. 21,90.


Dit artikel mag worden gedownload, gelezen en zelfs gekopieerd, maar alleen voor eigen gebruik. Vermenigvuldigen met winstoogmerk is niet toegestaan. Copyright Herbert Blankesteijn.